Ik ben een moeder en ik maak fouten. Hoe graag ik ook alles perfect zou willen doen, mijn kleintjes laten opgroeien in harmonie zonder te straffen, zonder mijn irritatie op hen te uiten en zonder te schreeuwen. Echt, ik zou het willen. Maar het lukt niet.
Sterker nog, af en toe laat ik mijn kansloze dreigementen op ze los. Dreigementen waarvan ik weet dat ik ze toch niet waar zal maken. Dreigementen die zomaar barstjes kunnen geven in hun vertrouwen in mij. Ik weet dat het kansloos is. En toch doe ik het.
Ik zal eens een voorbeeld geven van zo een kansloos dreigement; ‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’
In de supermarkt, in de woonkamer, midden op straat, in de dierentuin, in het zwembad, op het speelpleintje, in de auto, of waar ook mijn kleintje opeens besluit dwars te gaan doen, zijn kont tegen de krib te gooien.
Soms heb ik tijd, geduld, de energie om het op een redelijke manier op te lossen.
Maar soms ook niet. Soms ontbreken alle elementen om die op een redelijke manier toe te passen. En dan floept het zo uit mijn mond. En heel af en toe zelfs uit mijn tenen.
‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’
Resultaat? Een kleintje die nog harder gaat blèren. Omdat hij nu te dealen heeft met een boze moeder. Omdat hij serieus geen stap verder meer wil zetten. En misschien wel omdat hij bang is. Bang om achtergelaten te worden. Uiteindelijk rent hij achter me aan en zitten we het volgende half uur gezamenlijk met een chagrijnige porem uit het raam te kijken. Ik met een beetje schuldgevoel. Hij met een beetje angst.
Natuurlijk meen ik het niet. Ik zou mijn kleintje nooit ergens achterlaten. Dat weet hij. Maar toch checkt hij het ’s avonds voor het slapen gaan nog even.
“Mama, je gaat toch niet weg?”
“Nee natuurlijk niet schatje, ik zou je toch nooit alleen laten!?”
Ahum. Opeens besef ik het me.
Stomme kansloze dreigementen…
Afbeelding: Shutterstock