positieve uitspraken kind

Positieve uitspraken naar je kleintje

Mijn 7-jarige en ik liggen regelmatig samen in de clinch, oftewel in een negatieve spiraal. Dat komt niet door haar, dat komt niet door mij, het komt door de omstandigheden. Lekker makkelijk natuurlijk, om de omstandigheden de schuld te geven, maar ik voel me al schuldig genoeg, dus ik schuif het op de omstandigheden.

Wat ik allemaal uitblaat tijdens zo een negatieve spiraal, dat is niet fraai. Dat weet ik en daarom voel ik mij er ook zo schuldig over. Voor elke negatieve uitspraak, zijn er tien positieve uitspraken nodig om de schade een beetje te herstellen. En daarnaast hebben positieve woorden ook een duurzaam effect op je kleintje, daar ben ik van overtuigd.

42 positieve uitspraken naar je kind

  1. Wat ben ik blij met jou
  2. Je maakt mij heel trots
  3. Wat heb jij goede ideeën
  4. Je bent welkom
  5. Ik vind het fantastisch dat ik jouw moeder ben
  6. Je hoeft het niet perfect te doen om fantastisch te zijn
  7. Wat jij ervan vindt is belangrijk
  8. Jij bent belangrijk
  9. Ik vind je lief
  10. Ik vind je mooi
  11. Ik geloof dat je het kunt
  12. Je kunt het
  13. Ik weet dat je je best deed
  14. Je heb gelijk
  15. Je bent zo waardevol
  16. Je bent het waard
  17. Je maakt mij blij
  18. Samen met jou zijn is gezellig
  19. Je bent goed in …
  20. Je bent heel creatief
  21. Ik wil graag weten hoe het met je gaat
  22. Jij maakt het verschil
  23. Wees jezelf, je bent fantastisch
  24. Ik heb zin om samen iets te doen
  25. Ik luister graag naar je verhalen
  26. Dat is een goede vraag
  27. Ik geloof je
  28. Ik vertrouw je
  29. Je blijft me verrassen
  30. Het geeft me een geweldig gevoel jouw moeder te zijn
  31. Je ziet er mooi uit
  32. Dat heb je mooi gedaan
  33. Ik luister naar je
  34. Ik begrijp je
  35. Ik waardeer je
  36. Ik hou van jou
  37. Ik zal altijd van jou houden
  38. Jij bent mijn lieverd
  39. Niemand is perfect
  40. We maken allemaal wel eens fouten
  41. Ik vergeef het je
  42. Wil je mij ook vergeven?

Positieve uitspraken naar je kind

Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Een bullebak in de ballenbak

Ik heb gemerkt dat ik me over mijn dochters toch wat meer zorgen maak dan over mijn zoon. Het liefst zou ik de hele dag een bodyguard met ze mee sturen om ze te beschermen tegen alle schurken, bandieten en gladjakkers die hun maar lastig zouden kunnen vallen in de grote boze buitenwereld.

Gelukkig heb ik ook een zoon die de taak van bodyguard op zich kan nemen. Hij heeft het als jochie van vier niet altijd even gemakkelijk met een oudere en jongere zus om zich heen. Zijn grote zus wint het fysiek nog gemakkelijk van hem. Zijn kleine zus laat zich de kaas niet van het brood eten, ze heeft als jongste geleerd goed van zich af te bijten. Toch merk je nu al dat hij, als het nodig is, voor zijn zussen door het vuur gaat.

Laatst waren we in een warenhuis met een aparte speelruimte voor de kinderen. De vrouw wilde graag even ongestoord shoppen, dus ik nam de kinderen mee naar de speelruimte, waar ze alle drie de ballenbak in gingen. Zelf installeerde ik me in een hoekje op een stoel en hield een oogje in het zeil.

Er waren nog een paar kinderen in de ballenbak aan het spelen, waaronder een irritante jongeman die met een psychopatisch plezier zijn broertje en zusje terroriseerde. Toen zijn broertje en zusje op zoek naar hun ouders gingen om hun beklag te doen, zocht de jongen meteen een nieuw slachtoffer. Zodra hij de kans kreeg duwde hij mijn oudste dochter hardhandig van een speeltoestel af. Mijn dochter begon zich snikkend een weg naar de uitgang van de ballenbak te banen en ik wilde al overeind komen om het vervelende jongetje vermanend toe te spreken en mijn dochter bij de uitgang op te vangen. Maar dat eerste bleek niet nodig, want mijn zoon was al in aktie gekomen.

Hij stapte resoluut op de bullebak af. Die was zo’n twee koppen groter, dus ik was benieuwd wat er zou gebeuren en besloot het even af te wachten. Van twee meter zie ik mijn peuter een ballenbakbal midden tussen de ogen van de bullebak gooien. De jongen had dit niet aan zien komen en keek verdwaasd om zich heen. Pats! Meteen nog een bal midden in zijn gezicht. Nu sprongen de tranen in zijn ogen. Ik besloot mijn zoon terug te fluiten: “Bodhi, niet met ballen naar andere kinderen gooien, dat is niet leuk!”. Hij keek me vol verbazing aan en mompelde: “Maar papa, hij ging Fenne pijn doen!?”.

Nu ben ik niet voor gewelddadige oplossingen, maar stiekem ben ik toch wel trots op mijn kleine man, die de confrontatie niet uit de weg gaat. Want wat is het heerlijk om te weten dat ik een bodyguard voor mijn kleine meiden in huis heb!

Een perfecte moeder zijn is zó overschat

Een perfecte moeder, wat zouden we dat toch allemaal graag willen zijn. Maar de praktijk leert ons dat het maar voor een handje vol moeders is weggelegd. En dan nog, zijn die wel zo perfect als ze beweren? Maar dat terzijde, want ik heb goed nieuws! Een perfecte moeder zijn is zó overschat. Weet je waarom?

perfecte moeder

Kinderen hebben helemaal geen perfecte moeder nodig. Ze moeten weten dat het oké is om gewoon een mens te zijn. Een die fouten maakt, en excuses aanbiedt, van zijn fouten leert en weer doorgaat. Dat zal ze namelijk verder in het leven brengen dan een wereld vol perfectie. En bovendien, mensen houden niet van een perfect persoon, ze houden van wie je bent, met alle eigenschappen erop en eraan.

Daarnaast kost het zoveel energie om te voldoen aan een perfecte moeder zijn, die energie kun je beter steken in aandacht geven aan je kleintjes. Of gewoon gebruiken om zelf op adem te komen. Kinderen herinneren namelijk geen wonderschone woonkamer, ze herinneren het spelen en lol maken in die woonkamer.

Denk eens even terug aan je eigen kindertijd. Waar speelde jij het liefst? Bij dat vriendinnetje waar je niks mocht aanraken of daar waar overal speelgoed lag en waar je relaxt op de bank kon zitten.

Oh ja, en uiteindelijk is het feit: de perfecte moeder bestaat niet. Dus waarom iemand willen zijn, die toch niet bestaat?

Afbeelding perfecte moeder: Shutterstock 

Lezen, lezEN, LEZEN met je kleintje

Kinderen die naar school gaan, worden doorgaans schoolkinderen genoemd. Logisch. Schoolgaande kinderen krijgen doorgaans ook huiswerk mee. Ook logisch. Althans, het klinkt logisch voor mij. Mijn 7-jarige denkt daar tot op heden anders over.

Vanaf groep drie krijg ik als ouder van de juf te horen “lezen, lezEN, LEZEN met je kleintje! Het is zó belangrijk om te lezen. Voorlezen, samen lezen, boeken halen bij de bieb, leesbingo’s in de vakanties, lezen voor het slapen, lezen aan de ontbijttafel, lezen op het toilet, lezen, lezen, lezen”. Oke, ik snap het. En dus lezen wij als ouders braaf met onze kleintjes. Toch?

In de praktijk blijkt dat ietsje anders te gaan dan dat je in theorie zou denken.

Stel de opdracht is: Lees 10 minuten per dag.

Geen ingewikkelde opdracht lijkt me, aangezien er 144 x 10 minuten in een dag zitten, waar er gemiddeld 72 van gespendeerd worden aan slaap en er plus minus 36 kwijt zijn aan school. Voor schooltijd is er geen tijd voor dit soort opdrachten en zo blijven er ongeveer 24 potentiële 10 minuten over voor de eventuele ’10 minuten lezen’.

Volgt u het nog?

In theorie zou je dus als 7-jarige een boek kunnen pakken, om vervolgens 10 minuten te gaan lezen in het boek, met als resultaat dat je ouders en de juf blij zijn en je opdracht voltooid is.

Het is een theorie.

Nu de praktijk.

Je kleintje komt uit school, drinkt een kopje thee met een koekje en je bent vastbesloten om éérst het ‘huiswerk’ te volbrengen. 

0-20 minuten: Het kiezen van een boek. Ik snap het, het is niet gemakkelijk om een keuze te maken. Stel dat het boek tegenvalt of stel dat het niet lekker leest… Je wilt natuurlijk wel de juiste keuze maken.

20-30 minuten: Een discussie over dat het ‘zoek en doe boek’ het ‘masker-knutselboek’ of de Donald Duck niet de boeken zijn waar 10 minuten in gelezen moet worden.

30-40 minuten: Een discussie over nu gaan lezen en niet nu Netflix gaan kijken.

40-50 minuten: Je kleintje moet (plotseling) poepen.

50-80 minuten: Terwijl je bezig was met de andere kleintjes, is het kleintje ongemerkt naar boven geslopen en speelt op haar Nintendo DS.

80-100 minuten: Het kleintje heeft honger en dorst.

100-120 minuten: Het kleintje staart om zich heen.

120-130 minuten: Het kleintje geeft op en begint in het boek. Na de eerste regel begint het ook te klagen: het boek is te saai, te moeilijk of te lang.

130-140 minuten: Het kleintje heeft weer honger en dorst.

140-190 minuten: Tijd om te koken en te eten.

190-220 minuten: Tijd om te douchen, tanden te poetsen en pyjama’s aan te doen.

220-230 minuten: Opnieuw een discussie over de keuze van het boek.

230-240 minuten: Het kleintje vertoont vermoeid en onhandelbaar gedrag. Tijd om te gaan slapen. Morgen weer een dag.

240-245 minuten: Tijd van stilte.

245-255 minuten: Het kleintje vindt dit dé tijd om de 10 minuten te lezen. Je bent het er niet mee eens, maar laat het toch maar weer toe…

Het leven met een peuter in beeld

Ik heb weer krom gelegen van het lachen toen ik bij deze 29 kenmerkende foto’s van peuters voorbij zag komen. Alsof ik door mijn eigen leven scrolde. Dit is een goede samenvatting van hoe het is om de ouder van een peuter te zijn.

Ik laat je er een paar zien…

Het fijne van kleine peutertjes… Ze zijn nog blij met wat je voor ze kookt!

Yep, elke-freaking-dag! En het moment dat jij een keer poepen moet, is al het toiletpapier op.

Verschrikkelijk! Helaas heb ik ook hier ervaring mee… Tot op de hoofdhuid!

Superhandig zo een potje! Kan overal neergezet worden.

Ja waarom niet. Water is best gezond…

Die eerste hap is toch het lekkerste hè…

Leuk joh die badkrijtjes! Wie dát bedacht heeft…

Na drie weken autovakantie in Frankrijk zag de auto er inderdaad zo uit.

Tja, wie heeft er niet gelegen?

Benieuwd naar de rest van de afbeeldingen? Bekijk ze hier.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Beste moeder die vandaag ontslag wilde nemen

Ik zie je schouders hangen alsof ze naar beneden getrokken worden met twintig kilo lood. Het zijn niet alleen je schouders die hangen, ook aan je wallen hangen wat kilootjes. Je vraagt jezelf af wat voor nut het heeft om nog een fatsoenlijke maaltijd op tafel te zetten. Of om al het speelgoed in de bakken te gooien, de was was op te vouwen, of überhaupt het huishouden doen, omdat het allemaal compleet nutteloos lijkt te zijn.

Ontslag nemen

Je zou ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Ik zie je in de auto zitten en je probeert je af te zonderen van het eeuwige getetter en gekibbel achter je. Het liefst zou je willen schreeuwen “KOPPEN DICHT!!”, maar het enige wat je kunt doen, is je hoofd tegen de toeter rammen en de tranen over je wangen laten biggelen.

Je zou ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Ik zie je zitten op het toilet waar je op adem probeert te komen van een hysterisch schreeuwfestijn waar je zojuist in was beland. Je kind van inmiddels 7 jaar gedroeg zich als een kleuter en haalde het bloed onder je nagels vandaan, zo erg dat je jezelf niet meer beheersen kon en net zo hard mee schreeuwde alsof je zelf de kleuter was.

Jij, je leven, je gezin, je kleintjes. Wat zou je soms toch graag ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Je kunt het!

Er zijn dagen in het moederschap die zullen aanvoelen alsof je moet overleven op een onbewoond eiland. Er zijn weken die zullen aanvoelen alsof je moet overleven op de maan.

Maar je kunt het, ik weet het zeker je kunt het!

Dus raap jezelf bij elkaar en gooi die schouders eronder. Weegt het twintig kilo lood? Jij kunt het dragen! Winnaars geven nooit op en mensen die opgeven winnen nooit.

Het moederschap ziet er soms zo anders uit dan je voor ogen had. Het zijn geen plaatjes die je van Pinterest kunt plukken en op je eigen bord kunt pinnen. Soms wel, maar meestal niet. Meestal is het hard werken. En leren, vooral over jezelf.

Een wijs iemand zei ooit ‘de grootste fout die je kunt maken is om er geen te maken’. Al gaande weg leer je en soms zou je toch echt ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Wie dan?

Want, beste moeder die vandaag haar ontslag wilde indienen, heb je enig idee wat voor rol je bijdraagt? Ja, al je werk voelt soms compleet nutteloos, maar stel je eens voor dat je er niet zou zijn en al dat werk niet gedaan zou worden? En ja, je kunt je kleintjes regelmatig achter het behang plakken (en de kleintjes jou), maar wie troost ze dan als ze vallen? Wie stelt ze gerust als ze ’s nachts een nachtmerrie hebben. En wie leert ze dan om te gaan met al die heftige wervelstormpjes van emoties in hun hoofdjes?

Wie helpt ze dan met hun huiswerk? Wie wast er dan hun kleertjes? Wie ruimt er dan hun kots op? Wie veegt er dan hun kont af?

Echt, ik weet het zeker, je kunt het! Haal die gewichtjes van je schouders en je wallen. Stop met het kijken naar de ‘het leven is zo geweldig met mijn kinderen Instagramposts’. Stop met jezelf en je kleintjes te vergelijken met de perfecte moeders en hun perfecte kinderen.  

Want ook al zou je heel graag ontslag willen nemen, jij bent de perfecte moeder voor jouw kleintjes. En er is niemand anders die jouw rol over zou kunnen nemen.

Morgen is er weer een nieuwe dag. En je kunt het, ik weet het zeker je kunt het!


Afbeelding vermoeide moeder: Shutterstock

Ik ben drie en ik heb de regie! Ik ben zeven en ik pik dat nie!

Broers en zussen. Broers en broers. Zussen en zussen. Het kan zo leuk zijn. Maar ook zo vermoeiend. Zeker voor een zevenjarige ‘oudste’ met een driejarige ‘jongste’.

Als oudste heb je namelijk een aantal eigenschappen waar je in principe weinig tegen kunt doen, je krijgt ze gewoon als cadeau erbij. Zo zijn oudste kinderen vaak de leidertypes en hebben zij standaard de regie in handen. Regie als het op spelen aankomt, wie de afstandsbediening in handen heeft of wie waar zitten mag.

Maar dan is daar opeens je zusje van drie die stevig met haar armpjes in haar zij vertelt dat ze écht niet gaat doen wat jij zegt. Dan sta je toch wel even gek te kijken als zevenjarig opperhoofd. In eerste instantie is het nog schattig en denk je als grote zus nog, laat maar gaan, ze trekt wel weer bij…

Maar kindjes van drie, willen ook de regie. En niet voor even, maar de rest van hun leven.

Zo, ben ik even lekker op mijn rijmelarij toer. 

Kindjes van drie willen hun eigen weg bepalen. Wil jij even snel een boodschapje doen, vergeet het maar. Vind jij dat het tijd is om op te ruimen, begin dat maar ver van tevoren voorzichtig aan te kondigen, want ‘meteen’ en ‘even snel’ komt niet in hun toneelstuk voor. De regie in handen willen hebben gaat zelfs zo ver dat de driejarige bij het rode stoplicht heel hard GROEN gaat roepen.

Een toneelknecht van de grote zus is het laatste wat een driejarige wil zijn. En dan is zo een driejarig zusje helemaal niet zo schattig meer. Als je namelijk tijdens een verjaardag een voorstelling wilt geven, zoals zevenjarige dat doorgaans doen, en je driejarige zusje de regie overneemt, dan is dat natuurlijk bloedirritant.

En met twee regisseurs in de stoel wordt zo een voorstelling al snel een open podium voor een dramatische improvisatie.

Ik ben drie en ik heb de regie?! Ik ben zeven en ik pik dat nie!!

Afbeelding broer en zus: Shutterstock

Co-sleeping

Co-sleeping, samen slapen, whatever… wat kan jou het schelen!

Mensen hebben een mening over co-sleeping, samen slapen, of whatever hoe je het noemen wil. Hier mijn ervaringen over dit onderwerp.

Om de één of andere reden moeten mensen altijd wat te zeggen hebben over een ander. Commentaar leveren op de opvoeding van een ander, bijvoorbeeld. Ik zal niet liegen, ik doe daar meestal onbewust en soms bewust aan mee. Maar als je dan zelf het een keer op je bordje krijgt, realiseer je je hoe irritant het eigenlijk is.

Gij zult niet samen slapen

Als ik bijvoorbeeld vertel dat tot voor kort (lees tot voor heel kort en soms nog steeds) al onze kleintjes ’s nachts bij ons in bed kruipen, kropen! Die fronsende, verbazingwekkende, afkeurende blikken… Alsof ik één van de 10 geboden verbroken heb. ‘Gij zult niet samen slapen met uw kleintjes’. Ik ben vrij christelijk opgevoed en ik ben er ook vrij zeker van dat dit gebod niet op één van de twee stenen tafelen beschreven stond. 

Fijn, ik bega, beging geen zonde.

Minachtende en verbaasde blikken

En wat de oordelende, minachtende en verbaasde blikken betreft, what the heck? Denk je dat ik er buitenaardse rottende monstertjes mee kweek? Heb jij er last van als mijn kleintjes bij mij in bed slapen, sliepen? Wij kregen er overigens wel last van, aangezien die rottende monstertjes alle drie gemiddeld een meter lang zijn. En omdat onze nachtrust er elke nacht kwalitatief flink op achteruit ging, was het hoog tijd om daar verandering in te brengen.

Co-sleeping (go sleeping!)

En nu als, áls de kleintjes een hele nacht doorslapen in hun eigen bedje is het inderdaad alsof ik de hele nacht in een coma heb gelegen. De tijd lijkt ook veel sneller te gaan. Je gaat slapen en je wordt weer wakker. In plaats van je gaat slapen, je wordt wakker van kind 1 dat bij je wil liggen. Je valt in lichte slaap en je vangt een hand op met je neus. Je valt in slaap en wordt half wakker van kind 2 die boven op je voeten kruipt. Je valt in slaap en kind 3 duwt je als ware opzij omdat je in de weg ligt. Je valt in slaap maar durft niet meer te bewegen. Je wordt half wakker van warme voetjes in je rug. Je negeert het wakker worden én het kietelen onder je voet. Je wordt wakker en denkt, het wordt een laaaaaange dag…

Nee, ik zal het niet ontkennen, ik slaap beter zonder de kleintjes in mijn bed. Nu je zin?

Maar God, wat mis ik soms die plakkerige voetjes, warme adempjes en kriebelende haartjes in mijn rug en gezicht bij het wakker worden. En wat mis ik die warme armpjes zomaar opeens midden in de nacht om mijn nek. En wat baal ik als ik mijn bed uit moet als één van de kleintjes in hun eigen bed een nachtmerrie heeft.

Ja mijn kleintjes worden groot en blijkbaar hoort ook dit bij het loslaten. Maar geen moment dat ik  spijt heb gehad van de nachten dat ik mijn kleintjes in mijn bed liet.

co-sleeping

Het naar-bed-breng-ritueel (volgens mijn kinderen)

Als allereerste wil ik even zeggen dat ik diep, diep respect heb voor alle alleenstaande moeders (en vaders) die elke avond hun kleintjes naar bed moeten brengen. Alleen.

Want drie kleintjes naar bed brengen in je eentje, het is gewoon bijna niet te doen.

Het begint al bij de aankondiging, het moment waarop ik mijn kleintjes vertel dat het bedtijd is. Hoe kan ik ze zoiets vreselijks aandoen? Elke avond weer. Het is het alsof ik ze vertel dat ze nooit meer een feestje mogen geven of dat Sinterklaas niet bestaat. Maar feitelijk zeg ik alleen maar dat het weer tijd is om lekker te gaan slapen.

Als ik mijn kleintje aan het woord zou laten over hoe het naar-bed-breng-ritueel zou gaan, dan zou ze ongeveer het volgende zeggen.

Kleintje aan het woord

We moeten eerst helemaal zelf naar boven lopen, niemand die ons wil tillen. Belachelijk, want we zijn zo mooeeee! Dan zet mama ons onder de douche, waar we niet eens alle flessen shampoo leeg mogen knijpen. Vervolgens mag mama wel in die fles knijpen en smeert ze het nog over onze hoofdjes ook. Het prikt niet, beweert ze. Ze heeft zelf zeker nog nooit dat spul met ogen open onder de douche uitgespoeld.

Als we dan eindelijk lekker onder de douche staan, moeten we er alweer uit! Meteen afdrogen en pyjama’s aan. Het liefst rennen we nog even rond in onze blote kont, maar dat vind mama ook al geen goed idee. Pyjama’s aan dus. We willen het niet zelf doen, we zijn te moooeeee!!

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

“PLASSEN EN TANDENPOETSEN!”, roept mama dan. We horen haar wel, maar we luisteren gewoon liever niet. Ik heb het namelijk veel te druk met het treiteren van mijn broertje. Die hapt zo lekker op alles wat ik zeg. Plassen en Tandenpoetsen NU! Oké, het is menens. Braaf hobbelen we naar de badkamer, waar ik als eerste roep “Ik eerst!”. “Nee, ik eerst!”, roept mijn broertje dan. Maar mijn zusje vindt dat zij als eerste aan de beurt is.

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Mwaaah, mwhaaaaa! Opeens hebben we ontzettende drang om het op een gillen te zetten. Alle drie. Mama maakt overigens gewoon gebruik van de mondjes die wijd open staan en poetst onze tandjes. Ho, wacht even. Niet de bedoeling dat het gemakkelijk gaat. Alle drie klappen we onze kiezen op elkaar en klemmen de tandenborstel…

Tjonge, mama kan ook nergens om lachen.

Oké, oké, we gaan naar bed. Maar eerst rennen we nog even die kamer in en verstoppen we achter het gordijn. Grappig grapje toch?

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Okéokéoké, nu gaan we echt naar bed.

We kiezen een boekje. Of eigenlijk kiezen we alle drie een boekje. Mijn zusje is duidelijk; die roept 98 keer “Nijntje viert feest!”. Ik vind het persoonlijk nog even nodig om te gaan blèren. Gewoon omdat ik moe ben en een hekel aan Nijntje heb. Logisch toch?

Door al het geblèr heeft mama geen zin meer om voor te lezen. Lekker dan…

We liggen hoor! Opeens bedenken we dat we alle drie nog moeten plassen… Mama zegt natuurlijk geen nee, die heeft namelijk geen zin om drie keer per week een pisbed te moeten verschonen. Ik ken haar wel een beetje.

En zo staan we alle drie weer voor de piespot te duwen. Ik was eerst, nee ik was eerst en ja hoor, natuurlijk gaat mijn broertje uitgebreid zitten poepen. “Ga beneden naar de wc dan!”, roept mama. Maar we willen niet naar beneden, want we zijn mooooeeeee! Het poepen bleek vals alarm. 

We liggen weer in bed.

“Mama, wil je bij me liggen?”
“Nee, mama wil je bij mij liggen?”
“Néé, mama je moet bij mij liggen!”

Mama gaat op de gang zitten.

Ik ben vergeten mijn handen te wassen! Nee, dat is heel erg, heel onhygiënisch! Ik móét nog even mijn handen wassen. Mijn zusje vindt het ook heel onhygiënisch en móét ook nog even haar handen wassen.

Mijn broertje vraagt zich nog even af wanneer we gaan avondeten en is diep teleurgesteld als blijkt dat de aardappelen met spinazie het avondeten waren.

Mama zegt nu met een dringende toon dat we écht moeten gaan slapen, anders wordt ze knettergek. Ik denk bij mezelf ‘dat is ze allang’, maar ik weet dat het verstandiger is om dat niet hardop te zeggen.

Het wordt stil in de kamers van mijn broertje en zusje. Ik probeer het nog één keer: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze geeft geen antwoord. Nou, nog één keertje dan: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze kan het niet meer aan en komt bij me liggen! Yes! “Kriebel je nog even op mijn rug?” Yes! 

GAAP, ik ben zo mooeeee…. zzzzz

Afbeelding kinderen in bed: Shutterstock

5 irritante feitjes voor elke (jonge) ouder

Voor je aan kinderen begon hoorde je wel het één en ander over het ouderschap, maar eigenlijk drong dat nooit echt door. Je natuurlijke oerinstinct negeerde al het negatieve en alleen de rozengeur en maneschijn was wat je voor je zag. Maar als dat kleintje er eenmaal is, dan is er geen weg meer terug. Dan zijn daar toch bepaalde dingen die je irriteren. Bijvoorbeeld dat slaapgebrek. Dat is irritant. Of die jaarlijks terugkerende Pieten discussie. Ook behoorlijk irritant. Het zijn welbekende irritante feitjes. Maar er zijn nog meer irritante feitjes die elke ouder leert kennen dankzij het ouderschap…

Feitje 1. De wereld draait door als je kleintje (eindelijk) een middagdutje doet.
Waarom, oh waarom komt de pakketbezorger toch altijd op het moment dat je kleintje net (na een hevige strijd) in slaap gevallen is? Het lijkt zelfs wel alsof het volume van de bel twintig keer zo hard staat als hij erop drukt. En waarom hebben de vliegtuigen, altijd op het moment van het middagdutje, opeens een koers, zo laag mogelijk over jouw dak? Om nog maar te zwijgen over alle hulpdiensten die plots een route langs jouw huis lijken te hebben.

Feitje 2. Je krijgt altijd ongevraagde adviezen.
Ik weet het, de adviezen zijn allemaal goed bedoeld. Maar dat maakt ze niet minder irritant. Voorbeeldje: ‘Zorg goed voor jezelf! Want hoe kun je voor een kleintje zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt?’. Leuk en aardig allemaal, maar maak ondertussen dan maar even het avondeten, doe mijn kleintje maar even in bad, geef het meteen even de borst en zorg dat het in zijn eigen bedje slaapt. Dan zorg ik wel even voor mezelf…

Feitje 3. Je kleintje heeft een eigen mening.
Ja ik weet het, dat is een zéér goede eigenschap. Maar niet als jij even snel een boodschap wil doen en je kleintje niet. Of als je je kleintje ’s morgens wil aankleden met je nieuw gekochte leuke jurkje, maar zij liever dat spuuglelijke Hello Kitty shirt aan trekt.

Feitje 4. Het is noodzakelijk om áltijd alert te zijn op plastic speelgoed dat over de vloer slingert.
En het maakt niet uit hoe oud ze zijn, er ligt altijd wel ergens een lego blokje, een Barbie schoentje of een ander godvergeten plastic stuk speelgoed dat jouw blote voetzool (midden in de nacht) weet te vinden.

Feitje 5. Er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten.
Is het niet omdat je kleintje aan één stuk door ratelt en geen moment z’n kwebbel meer kan houden, dan is het wel om de meest genante opmerkingen die een kleintje maakt waar andere mensen bij zijn. Bijvoorbeeld als je kleintje op het (openbare) toilet opmerkt dat zijn vader een staart aan de voorkant heeft. Of als je kleintje in de supermarkt opmerkt dat die ene mevrouw een baby krijgt… Not! Of als je met je kleintje in de lift staat en je kleintje zich hardop afvraagt wie die gekke enge meneer is? Of als… Nou ja, er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten.

Afbeelding jong gezin: Shutterstock