Hoe bereid je je kind voor op de opvang?

De eerste keer naar de opvang kan zowel voor jou als voor je kind spannend zijn. Of het nu gaat om parttime opvang op een kinderdagverblijf in Breda of naschoolse opvang (BSO) met sport en spel, een goede voorbereiding helpt om de overgang soepel te laten verlopen. Kinderen denken vaak snel aan nieuwe omgevingen, maar een paar stappen ter voorbereiding kunnen hen helpen zich comfortabel te voelen. In deze blog lees je hoe je je kind kunt voorbereiden op de opvang en wat je kunt doen om de overgang praktisch te maken.

1. Praat met je kind over de opvang

Kinderen begrijpen veel meer dan wij soms denken. Door met je kind te praten over de opvang kun je hun nieuwsgierige wekken en eventuele zorgen wegnemen. Leg uit wat ze kunnen verwachten en welke leuke dingen ze gaan doen, zoals knutselen, spelen en vriendjes maken. Als je naar een BSO in Breda gaat met sport en spel, kun je vertellen over de sportieve activiteiten en spelletjes die ze zullen doen. Door hun enthousiasme te wekken, maak je het idee van de opvang iets waar ze naar kunnen kijken.

2. Bezoek de opvang vooraf

Een kennismakingsbezoek aan het kinderdagverblijf van de BSO kan wonderen doen. Het geeft je de kans om alvast kennis te maken met de omgeving, het speelgoed en de begeleiders. Veel opvanglocaties bieden een wenmoment aan, waarbij je samen met je kind een paar uur kunt meedraaien. Dit geeft niet alleen je kind een gevoel van vertrouwdheid, maar zorgt er ook voor dat jij als ouder een goed beeld krijgt van de dagelijkse gang van zaken op de opvang.

Als je gebruik maakt van parttime opvang op een kinderdagverblijf in Breda, kan het helpen om dit bezoek te plannen op een dag dat je daar in de toekomst ook zal zijn. Zo krijgt je kind een beter idee van hoe hun opvangdagen gaan zijn, wat hun vertrouwen in de nieuwe situatie kan vergroten.

3. Bouw een vertrouwd ritueel op

Een vast ritueel helpt kinderen om zich veilig en gerustgesteld te voelen. Dit ritueel kan bijvoorbeeld bestaan ​​uit het meenemen van een knuffel, een foto van het gezin of een favoriet boekje. Ook een eigen tas met spulletjes kan een gevoel van herkenning en controle geven. Als je een vast afscheidsritueel opbouwt, bijvoorbeeld door samen een liedje te zingen of een high-five te geven, zal je kind dit uiteindelijk gaan associëren met een leuke dag op de opvang.

4. Neem de tijd voor de eerste keer afscheid nemen

De eerste keren naar de opvang kunnen soms lastig zijn, zowel voor jou als voor je kind. Neem de tijd voor een rustig afscheid en zorg dat je secundaire steun biedt, maar houd het kort en positief. Leg uit dat je aan het einde van de dag terugkomt en dat ze waardevolle dingen gaan doen. Vermijd lange afscheid sessies, omdat dit verwarrend kan zijn en het afscheid moeilijk kan maken voor je kind.

Wanneer je kind bijvoorbeeld naar een BSO Breda met sport en spel gaat, kun je hen geruststellen door te zeggen dat je ze na hun avonturen met de begeleiders en andere kinderen weer terugkomt. Door duidelijk en vriendelijk afscheid te nemen, geef je je kind vertrouwen en houvast.

5. Praat na het einde van de dag

Een goede manier om je kind te helpen ervaren aan de opvang is door na het einde te praten over wat ze hebben meegemaakt. Vraag wat ze hebben gedaan, met wie ze hebben gespeeld, en welke activiteiten ze leuk vonden. Door erover te praten, help je je soort positieve associaties op te bouwen met de opvang. Bovendien geeft dit jou inzicht in hun ervaringen en wat ze nog spannend of leuk vinden.

6. Geef jezelf ook de tijd om te leren kennen

Als ouder kan het best lastig zijn om je kind voor het eerst achter te laten bij een opvang. Het is dan ook normaal dat je even moet wennen. Door jezelf ook de tijd te geven om aan deze verandering te wennen, maak je de overstap voor jezelf en je kind gemakkelijker. Vertrouw erop dat de begeleiders ervaring hebben in het werken met kinderen en je kind in goede handen is.

Zeker als je kiest voor een BSO, weet je dat je soort actieve bezigheid is onder toezicht van adviseurs die aandacht hebben voor hun welzijn en ontwikkeling. Het loslaten wordt gemakkelijker als je weet dat je kind in een veilige omgeving is waar ze plezier hebben en kunnen leren.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Leren tellen met Sinterklaas: Telkaarten voor spelenderwijs plezier!

Sinterklaas brengt niet alleen cadeautjes en gezelligheid, maar ook de perfecte gelegenheid om spelenderwijs te leren! Met onze Sinterklaas telkaarten maak je van leren tellen een feestje. Deze kaarten zijn ideaal voor kleine kinderen die de eerste stappen in het tellen willen zetten, en ze passen perfect bij de Sinterklaassfeer!

Wat zijn Sinterklaas telkaarten?

Onze set bestaat uit twee soorten kaarten:

  1. Telkaarten met Sinterklaassymbolen – Denk aan cadeautjes, pepernoten en mijters. De kinderen tellen de symbolen en leren zo de cijfers van 1 tot en met 10 herkennen.
  2. Pepernoten telkaarten – Bij deze kaarten leggen de kinderen het juiste aantal pepernoten op de kaart. Dit maakt het leren interactief én lekker! (Extra bonus: na het tellen kun je de pepernoten opeten).

Waarom zijn deze telkaarten zo leuk?

  • Spelenderwijs leren: Kinderen oefenen hun telvaardigheden zonder dat het als “leren” voelt.
  • Sinterklaassfeer: De vrolijke illustraties maken het extra leuk en herkenbaar.
  • Interactief plezier: Door de pepernoten toe te voegen, wordt het een echte hands-on activiteit.
  • Leg de kaarten klaar en laat je kind de symbolen tellen.
  • Gebruik de pepernotenkaartjes voor een interactieve speelsessie.
  • Perfect als activiteit thuis, in de klas, of op het kinderdagverblijf.

Telkaarten bestellen

De Sinterklaas telkaarten zijn direct beschikbaar als printable! Na aankoop ontvang je ze meteen in je mailbox, zodat je snel aan de slag kunt. Print ze uit op stevig papier (of lamineer ze voor extra duurzaamheid), en je bent klaar voor uren speelplezier.

Bedrag € -

Regels kinderzitje

Als je kinderen in de auto meeneemt, wil je natuurlijk dat ze veilig zijn. Maar moet je kind in een kinderzitje? In veel Europese landen is het verplicht voor kinderen tot 1,50 meter, zoals in Duitsland, Italië en Oostenrijk. De leeftijdsgrens verschilt per land, van tien tot veertien jaar. Sommige landen hanteren extra strenge regels voor het gebruik van kinderstoeltjes op de voorstoel. In Nederland geldt de autostoelplicht voor kinderen tot 1,35 meter. Laten we eens dieper in deze materie duiken!

Kinderstoeltje auto regels

Om te beginnen: zorg ervoor dat het stoeltje geschikt is voor de leeftijd en het gewicht van je kind. Kijk bovendien altijd naar de keurmerken R44 of R129 om te zien of het zitje voldoet aan de Europese veiligheidsnormen. In Europa zijn alleen goedgekeurde stoelen toegestaan, ook in Nederland. Neem de voorschriften serieus, want als je de regels overtreedt, riskeer je boetes en andere problemen.

Auto kinderstoel regels: welke soorten zijn er?

Afhankelijk van de leeftijd en grootte van je kind, kies je uit een van de volgende types:

  • Groep 0-zitjes: voor de allerkleinsten. Deze zitjes plaats je vaak achterstevoren in de auto.
  • Groep 1-zitjes: voor peuters. Deze stoeltjes plaats je meestal voorwaarts.
  • Groep 2/3-zitjes: voor de overgang naar gewone autostoelen.

Elk zitje heeft zijn eigen unieke kenmerken, zoals verstelbare hoofdsteunen en rugleuning. Met een beschermend hulpmiddel maak je het autorijden niet alleen veilig, maar ook comfortabel en leuk voor je kleine passagier!

Tip! Over bescherming gesproken: zorg ook voor een goede autoverzekering. https://www.geld.nl/ is hét platform voor snel en eenvoudig autoverzekeringen vergelijken!

Kinderstoel in auto regels Europa

Voordat we aanrijden, bespreken we eerst de voorschriften voor de populairste landen in Europa.

Spanje

Een autostoeltje is volgens de wet verplicht voor kinderen tot 1,35 meter. Ze mogen voorin zitten als:

  • De auto geen achterbank heeft.
  • De achterbank ongeschikt is voor autostoeltjes.
  • De achterbank al vol zit met kinderen van maximaal 1,35 meter.

Tijdens korte taxiritjes in steden is een kinderzitje niet verplicht, daarbuiten wel.

Duitsland

Is je kind kleiner dan 1,50 meter of niet ouder dan elf? Dan is een goedgekeurd kinderzitje verplicht, ook in de taxi.

Italië

In Italië moeten kinderen kleiner dan 1,50 meter in een goedgekeurd autostoeltje zitten. Een alarmsysteem is sinds 2019 verplicht om te voorkomen dat kinderen tot vier jaar alleen in de auto achterblijven. Dit geldt ook voor toeristen in een huurauto met Italiaans kenteken. Een kinderzitje in een Italiaanse taxi is niet verplicht.

Frankrijk

Voor kinderen tot 10 jaar geldt een autostoeltje plicht. Ze mogen alleen voorin zitten als:

  • De auto geen achterbank heeft.
  • De achterbank geen gordels heeft.
  • Het kinderzitje tegen de rijrichting in is geplaatst.
  • De achterbank vol zit met kinderen onder de 10 jaar.

In Franse taxi’s is een kinderzitje niet verplicht.

België

Een kinderzitje is verplicht voor kinderen kleiner dan 1,35 meter. Het derde kind ouder dan drie jaar mag op de achterbank met de gewone gordel als er geen ruimte is voor drie stoeltjes.

Engeland

Een kinderzitje is verplicht voor kinderen tot twaalf jaar of kleiner dan 1,35 meter. Een kind vanaf drie jaar mag op de achterbank met de gewone gordel als er geen ruimte is voor drie stoeltjes.

Griekenland

Kinderen onder de twaalf jaar of kleiner dan 1,35 meter moeten in een autostoeltje zitten.

Portugal

Kinderen onder de twaalf jaar of 1,35 meter moeten in een autostoeltje. Ze mogen alleen voorin zitten met de gordel vast als:

  • De achterbank geen gordels of zitplaatsen heeft.
  • Een kind onder de drie jaar in een zitje tegen de rijrichting in zit.

Het is verboden om kinderen jonger dan drie jaar te vervoeren in een auto zonder gordels.

Zwitserland

Een kinderzitje is verplicht voor kinderen jonger dan twaalf jaar of kleiner dan 1,50 meter.

Denemarken

Kinderen kleiner dan 1,35 meter moeten in een autostoeltje. Voor kinderen jonger dan drie jaar mag een stoeltje niet op de achterbank als de auto van vóór 1989 is. In Deense taxi’s zonder kinderzitje is het gebruik ervan niet verplicht. De normale gordel is toegestaan vanaf drie jaar.

Oostenrijk

Een autostoeltje is verplicht voor kinderen kleiner dan 1,50 meter of jonger dan veertien jaar. Het derde kind (vanaf drie jaar) mag de normale gordel gebruiken als de achterbank te klein is voor drie kinderzitjes.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

pietendiploma opdrachten

Slimme Pietendiploma met opdrachten, leuk spel om te printen

Een Sinterklaasfeest zonder Pietendiploma? Nee, dat kan niet! Maar wat als je een keer wat anders wil dan een Pietengym met als beloning een diploma? Nou dan ga je voor dit Slimme Pietendiploma-spel vol leuke opdrachten waarbij de kinderen hun koppie moeten gebruiken. We hebben alles voor je voorbereid, van printbare opdrachten tot hét Pietendiploma om dit spel onvergetelijk te maken.

Sinterklaasfeest of pakjesavond!

Speel het Slimme Pietendiploma-spel tijdens jouw Sinterklaasfeest of pakjesavond! Dit spel begint met een brief van Sinterklaas. Het komt erop neer dat hij haastig op zoek is naar hulppietjes, maar deze zullen eerst een spoedcursus moeten volgen op de Pietenschool. Voordat de kinderen hun Slimme Pietendiploma in ontvangst mogen nemen, moeten zijn de opdrachten eerst goed maken. De opdrachten gaan van puzzelen tot aan het ontcijferen van geheime codes. Kunnen de kinderen dit uitzoeken? Het is een leuk spel om te spelen tijdens een Sinterklaasfeest of pakjesavond. 

Pietendiploma printen

De voorbereiding is heel simpel, je hoeft de printables alleen maar te printen! En de printables met een schaartje knip je uit. Verder leg je de stapel printables op elkaar. Bovenop komt geel, dan rood, dan blauw en je eindigt met groen waar ook het Pietendiploma tussenzit. Want wanneer alle opdrachten goed gemaakt zijn, overhandigt Coole Piet het enige echte Slimme Pietendiploma.

Het duurt ongeveer 20-45 minuten (afhankelijk van de leeftijd van de spelers). Je kunt de opdrachten ook in groepjes laten maken, dan adviseren we maximaal 4 kinderen per groepje. Zijn er meer kinderen aanwezig? Dan kun je de opdrachten meerdere keren uitprinten en de groep in kleinere groepjes verdelen. En dan print je het Pietendiploma natuurlijk ook meerdere keren uit.

Leeftijd: 7+ Voor de opdrachten moeten kinderen kunnen lezen. Jongere kinderen kunnen de opdrachten maken met hulp van een volwassene of ouder kind. 

De kinderen mogen het best even moeilijk hebben als ze de opdrachten voor het eerst zien. Dat is niet erg! Laat ze even nadenken voordat je ze helpt. Sommige opdrachten zijn moeilijker dan andere (en dat is ook de bedoeling).

Slimme Pietendiploma kopen en downloaden

Alles wat je nodig hebt om het Slimme Pietendiploma met opdrachten spel te printen is een printer, (stevig)printpapier, een schaar en een pen of potlood. Binnen een mum van tijd ben je klaar, en kan het spel gespeeld worden.

Het Slimme Pietendiploma spel kun je hier bestellen en betalen met iDeal of Bancontact. De printables ontvang je dan direct in je mailbox.

Bedrag € -
pietendiploma opdrachten printen
pietendiploma opdrachten printen

Omgaan met schermtijd van je kind, inclusief handige werkbladen

In deze wereld is schermtijd bijna onvermijdelijk geworden voor kinderen. Schermen hebben zeker hun voordelen, denk aan educatieve spelletjes, het gemak van een filmpje kijken, of een leerzame app, maar te veel schermtijd kan ook een grote impact hebben op de ontwikkeling van kinderen. Hoe vind je als ouder de juiste balans? En hoe zorg je ervoor dat schermtijd een gezonde toevoeging blijft, zonder dat het uit de hand loopt?

Waarom schermtijd beheersen?

Er zijn genoeg redenen om schermtijd goed in de gaten te houden. Te veel tijd achter een scherm kan invloed hebben op de ontwikkeling van kinderen. Het kan hun concentratievermogen beïnvloeden, de slaap verstoren en zelfs hun sociale vaardigheden beperken. En hoewel schermen vaak voor educatieve doeleinden worden gebruikt, blijft het vinden van een goede balans essentieel.

Met het Omgaan met schermtijd van je kind printable pakket help je je kinderen bewust met schermtijd om te gaan. Dit pakket biedt meer dan alleen regels, het geeft kinderen de kans om zelf actief mee te denken en betrokken te raken bij gezonde schermtijdgewoontes.

Bedrag € -

Schermtijd en leeftijd

De behoefte en het effect van schermtijd variëren per leeftijd. Daarom bevat dit printable pakket specifieke schermtijdaanbevelingen voor elke leeftijdsgroep. Je vindt in het pakket een handige Schermtijd Checker, waarmee je eenvoudig bij kunt houden hoeveel schermtijd je kind al heeft gehad. Een leuke en speelse manier om bewustwording te creëren!

Tips voor gezonde schermtijd + werkbladen en beloningssysteem

Dit pakket zit vol handige tips voor ouders! Je leert hoe je grenzen kunt stellen zonder strijd, en je ontvangt een schermtijdschema-werkblad dat je helpt een vaste structuur te creëren voor je kinderen. Zo weten ze precies wanneer schermtijd begint en eindigt. Daarnaast bevat het pakket een beloningssysteem-werkblad, wat een geweldige manier is om positief gedrag te bekrachtigen en het voor kinderen leuk te maken om zelf mee te denken over schermgebruik.

En wat als het tijd is voor een schermpauze? Het pakket bevat creatieve familieactiviteitenkaartjes: leuke, inspirerende alternatieven voor schermtijd. Kies een kaartje en ontdek een activiteit die jullie samen kunnen doen!

Regels en afspraken: maak ze samen

Een duidelijk stappenplan voor het opstellen van regels helpt om schermtijd gestructureerd en ontspannen te houden. In het pakket vind je een werkblad om samen met je kinderen afspraken te maken en ze hierin te betrekken. En natuurlijk is het belangrijk dat ouders zelf ook het goede voorbeeld geven. Het pakket biedt inzicht in hoe ouders met hun eigen gedrag een gezonde schermtijdcultuur kunnen bevorderen.

Omgaan met verzet: positieve bekrachtiging

Iedere ouder kent het wel: je kondigt een schermpauze aan en… verzet. Hoe ga je hiermee om zonder in een machtsstrijd te belanden? Het Schermtijd Beheersen Printable Pakket bevat tips en technieken voor positieve bekrachtiging en geduld. De meegeleverde Positieve Affirmatiekaartjes helpen kinderen op een speelse manier te motiveren en leren hen om schermtijd op een gezonde manier te zien.

De werkbladen

  • Schermtijd Checker – een handig werkblad om schermtijd per dag bij te houden.
  • Beloningssysteem – een leuk werkblad voor positieve bekrachtiging.
  • Schermtijdschema – werkblad voor een gestructureerd schermschema.
  • Activiteitenkaartjes – inspirerende kaartjes met alternatieven voor schermtijd.
  • Werkblad afspraken – voor het maken van duidelijke, gezamenlijke afspraken.
  • Positieve Affirmatiekaartjes – motiverende kaartjes om schermtijd positief te benaderen.

Wil je jouw kinderen op een leuke, betrokken manier leren omgaan met schermtijd? Bestel dan nu het ‘Omgaan met schermtijd van je kind’! Na betaling ontvang je direct de PDF’s in je mailbox. Print de werkbladen, schema’s en kaartjes uit, en start meteen met een gezondere schermtijd voor je kinderen.

Zorg voor balans, leer je kinderen bewuste keuzes maken en geniet samen van schermvrije momenten, dit pakket helpt je erbij!

‘Even m’n potje afmaken’ en nog vijf reacties van mijn gamende zoon

Het is avond, de klok tikt richting bedtijd en mijn zoon zit alweer uren verdiept in zijn favoriete game. Ik geef het toe, gamen is z’n passie. Het is niet zomaar een hobby, het is een levensmissie. Maar elke moeder kent dat onvermijdelijke moment waarop je de woorden moet uitspreken die bij voorbaat al garant staan voor drama: “Stoppen met gamen, het is tijd om naar bed te gaan.” En dan begint het. Hetzelfde ritueel, dezelfde excuses, dezelfde onuitputtelijke pogingen om nóg vijf minuten te krijgen.

Voor wie dit dagelijks meemaakt: hier zijn vijf reacties van mijn zoon op dat gevreesde moment, want als het om gamen gaat, zijn kinderen net stand-up comedians.

1. “Ik kan nu niet stoppen, ik ben midden in een missie!”

Na “even m’n potje afmaken” komt deze klassieker. Het maakt niet uit hoe vaak ik zeg dat bedtijd echt bedtijd is, mijn zoon is steevast bezig met een ‘missie van levensbelang’ die nooit op pauze kan. “Mam, het is nu écht belangrijk!” zegt hij met een serieus gezicht, alsof hij deel uitmaakt van een reddingsoperatie in het buitenland. En ik sta daar, denkend: sinds wanneer zijn bedtijden onderhandelbaar bij noodsituaties? Helaas, zijn digitale wereld draait blijkbaar door, ook als de klok in de echte wereld richting negen uur gaat.

2. “Dit is mijn laatste potje, ik zweer het!”

Ah, de belofte van “het laatste potje”. Ik ken deze inmiddels als geen ander. Dat ‘laatste potje’ heeft meer keren dan ik kan tellen geleid tot een extra half uur gamen. Zodra ik hem eraan herinner dat ik dat ‘laatste potje’ al 30 minuten geleden heb gehoord, kijkt hij me aan met de onschuldige ogen van een puppy. “Ja, maar dat ging net mis, mam, dit keer echt de laatste!” Ja hoor, en dan zit ik straks op de bank te wachten tot hij eindelijk zijn overwinning heeft behaald. Zelden een belofte met zo weinig overtuigingskracht gehoord.

3. “Ik ben bijna klaar, nog één minuut!”

Het grappige aan deze is dat die ‘één minuut’ nooit een echte minuut is. In game-tijd lijkt dat concept van tijdsverloop totaal anders te zijn. “Nog één minuut,” roept hij dan, terwijl hij druk op de knoppen van zijn controller hamert. Tien minuten later blijkt die ene minuut een rekbaar begrip te zijn dat alle wetten van de natuurkunde tart. En als ik hem daarop aanspreek, volgt steevast: “Mam, jij begrijpt gewoon niet hoe dit werkt!” Tja, misschien niet, maar ik weet wel hoe een klok werkt.

4. “Maar iedereen mag altijd langer gamen, behalve ik!”

En dan komt-ie: de ultieme troefkaart… het argument dat iedereen, maar dan ook iedereen veel langer mag gamen dan hij. Blijkbaar hebben álle andere kinderen ter wereld onbeperkte schermtijd en ben ik de enige moeder die grenzen stelt. “Thijs mag tot tien uur doorgaan en hij hoeft niet eens zijn tanden te poetsen,” roept hij dan verontwaardigd. Even overweeg ik om Thijs’ ouders op te bellen om te checken of dat klopt, maar ik laat het maar. Hoe kan ik als ouder ooit concurreren met de onzichtbare legioenen van gamende kinderen die volgens mijn zoon alle vrijheid van de wereld hebben?

5. “Maar als ik nu stop, verlies ik al mijn voortgang!”

Dit is de dramatische noodbom die altijd aan het eind komt. Met een zucht en een diepe blik in mijn richting zegt hij: “Als ik nu stop, verlies ik alles waar ik vandaag voor gewerkt heb.” Het is alsof hij net een kasteel van zand heeft gebouwd en ik er op het punt sta een emmer water overheen te gooien. En ik snap het, ik snap écht dat het frustrerend moet zijn om zomaar te stoppen als je zo hard hebt gewerkt om in die game vooruitgang te boeken. Maar, serieus? Het is bedtijd en zijn digitale karakters kunnen wel een nachtje zonder hem doorbrengen.

Bonus: “Dit is goed voor mijn toekomst!”

Deze komt zo nu en dan voorbij als hij écht wanhopig is. “Mam, dit is serieus! In de toekomst kun je gewoon rijk worden van gamen!” roept hij met sterren in zijn ogen. Tja, hij zou gelijk kunnen hebben. Maar voor nu zeg ik maar: “Voor je toekomst is een goede nachtrust net zo belangrijk, mijn jongen!”

En zo gaan we elke avond het ‘gevecht’ aan, een wedstrijd tussen mijn pogingen om structuur in zijn dag te brengen en zijn eindeloze creativiteit om vijf extra minuten te winnen. Maar eerlijk is eerlijk, uiteindelijk zet hij de game uit, misschien niet zonder protest, maar wel met een knuffel voordat hij naar bed gaat.

Dus aan alle moeders met gamende zonen, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Het is grappig, soms frustrerend, maar vooral heel herkenbaar. En wie weet, misschien eindigt die zoon van mij ooit nog als professionele gamer. Maar voorlopig? Eerst tandenpoetsen en naar bed!


Afbeelding: Shutterstock

Wanneer je kind moet plassen en de winkel geen toilet heeft…

Laatst was ik met mijn kleintje in een winkel, midden in de zindelijkheidstraining, toen het gebeurde: die paniek in zijn ogen, gevolgd door de bekende woorden die elke ouder vreest wanneer je ergens bent zonder snelle toegang tot een toilet: “Mama, ik moet plassen!” Natuurlijk, het moment waarop dat gebeurt, ben je ver weg van huis, geen toilet in zicht. Ik keek om me heen, zoekend naar een oplossing. Geen probleem, dacht ik nog naïef, ik vraag gewoon even of hij hier naar het toilet mag.

Dringend dansende peuter

Dus ik stapte op een medewerker af, met mijn dringend dansende peuter aan mijn hand, en vroeg vriendelijk: “Sorry, zou hij even gebruik mogen maken van het toilet?” Maar het antwoord verraste me: “Sorry, mevrouw, dat mag niet. We hebben geen toilet voor klanten.” Serieus? Geen toilet? Mijn hersenen begonnen te draaien, zoekend naar de snelste uitweg. We hadden nog vijf minuten. Hooguit.

Geen toegang

Toen besefte ik pas hoe vaak ik eigenlijk van dit probleem hoor. Steeds vaker lijken winkels de toegang tot hun toiletten te beperken. Blijkbaar mogen klanten tegenwoordig niet zomaar het toilet gebruiken en dat is echt rampzalig als je met een kleintje in de zindelijkheidstraining bent. Kinderen kunnen niet “nog even wachten”. Het gaat van nul naar honderd in een paar seconden.

Ik probeerde het nog een keer, iets wanhopiger nu: “Hij is nog maar net zindelijk aan het worden en moet echt snel.” De medewerker verontschuldigde zich opnieuw en zei dat het beleid was. Op dat moment voelde ik een lichte paniek opkomen. Wat nu? Naar buiten sprinten en op zoek gaan naar een andere winkel? Of naar een lunchroom rennen en hopen dat ze daar vriendelijker zijn?

Kar achtergelaten

Gelukkig liep het deze keer nét goed af. We stormden de winkel uit, ik met mijn boodschappen nog half in mijn kar en een peuter die het nét op tijd haalde bij een openbare wc verderop. Maar de stress die zo’n moment veroorzaakt, is echt niet normaal. Kinderen begrijpen het gewoon niet en eerlijk gezegd begrijp ik het als ouder ook niet altijd. Hoezo kan een toilet niet even beschikbaar zijn in geval van nood?

Weinig toegankelijke toiletten in winkels

Waarom zijn er zo weinig toegankelijke toiletten in winkels? Begrijp me niet verkeerd, ik snap dat er praktische overwegingen zijn, maar een klein beetje flexibiliteit, vooral als het om kinderen gaat, zou toch geen kwaad kunnen? Soms lijkt het alsof we vergeten zijn hoe het was toen we zelf kinderen hadden die elk moment een ongelukje konden krijgen.

Dus winkeliers, mocht een moeder ooit met een dansend kind naar je toe komen met de wanhopige vraag om even naar het toilet te mogen, wees alsjeblieft niet te streng. Want zindelijkheidstraining is al zwaar genoeg zonder dat je midden in de winkel tegen beperkingen aanloopt.


Afbeelding: Shutterstock

Appeltjes plukken, hoe het werkelijk gaat…

Ah leuk, het is herfst! We kunnen weer appeltjes plukken met de kinderen. Dit is echt zo’n idyllische activiteit om te doen met kinderen. Lekker een frisse neus halen in de buitenlucht. Terwijl de kinderen ravotten door een boomgaard, leren ze waar appeltjes aan groeien. Alle zintuigen worden geprikkeld en als ouder voel je dat je echt goed bezig bent!

Top, wij gaan appeltjes plukken!  Lees meer

Twee keer per dag tandenpoetsen? 5x waarom mijn kinderen vinden van niet!

Elke avond om klokslag half acht begint hier thuis de strijd. Terwijl andere ouders misschien al ontspannen op de bank zitten met een kop thee, sta ik in de badkamer gewapend met een tube tandpasta en twee kinderachtige tandenborstels, klaar voor de dagelijkse krachtmeting, namelijk het tandenpoetsen. Of mijn kinderen twee keer per dag tandenpoetsen? I wish!

Het lijkt zo simpel, dat tandenpoetsen. Twee minuten in de ochtend en twee minuten in de avond en klaar is Kees. Maar bij ons thuis is het allesbehalve eenvoudig. Mijn kinderen lijken wel een waslijst aan redenen te hebben waarom die tandenborstel maar beter in de kast kan blijven staan. Hier zijn vijf van hun meest hardnekkige excuses:

1. “Mijn tandpasta is te pittig!”

Elke ouder kent deze toch? Het eeuwige geklaag over de smaak van tandpasta. Ondanks mijn pogingen om iedere mogelijke kindertandpasta te proberen, van aardbeiensmaak tot bubblegum en alles daartussenin, blijft het een gevecht. “Het prikt op mijn tong,” “Het smaakt vies,” of mijn persoonlijke favoriet: “Het lijkt wel vuur in mijn mond!” Het lijkt wel of er geen enkele tandpasta bestaat die ze doorstaan zonder theatrale reacties.

2. “Ik ben al klaar!”

Dit is een klassieker die ze al snel onder de knie hebben. Na precies vijf seconden zwaaien met de tandenborstel en het verspreiden van wat schuim, verklaren ze triomfantelijk dat ze klaar zijn. “Kijk, mama, mijn tanden zijn al schoon!” roepen ze met een grote glimlach, waarbij ik de overblijfselen van het avondeten nog duidelijk tussen hun tanden zie zitten. Twee minuten voelt voor hen als een eeuwigheid en dus proberen ze altijd met deze ‘snelle poetsbeurt’ weg te komen.

3. “Ik ben te moe…”

Hoe moe ze ook beweren te zijn, dit argument komt steevast tevoorschijn zodra het tandenpoetsen ter sprake komt. Ze kunnen nog energie hebben om een half uur te stuiteren op de bank of om eindeloos om een glaasje water te vragen, maar zodra de tandenborstel in beeld komt, zakken ze dramatisch in elkaar. “Ik ben echt te moe om te poetsen, mama,” zeggen ze met een diepe zucht, alsof ik ze vraag om een marathon te lopen. En voor ik het weet, liggen ze plat op de badkamervloer, zogenaamd uitgeput.

4. “Ik heb toch bijna niks gegeten!”

Logica volgens een kind: als je bijna niet gegeten hebt, hoef je ook niet te poetsen. En als ze in hun ogen al goed hebben gepoetst na het avondeten, dan is die ochtendbeurt ook maar onzin. “Mijn tanden zijn nog schoon van gisterenavond,” beweren ze dan met een stalen gezicht. Of: “Maar ik heb toch alleen een boterham gehad?” Het concept van preventie is aan hen nog niet besteed.

5. “Ik heb toch geen gaatjes!”

Dit argument komt vooral na elk tandartsbezoek tevoorschijn. Zodra de tandarts heeft bevestigd dat alles er prima uitziet, voelen ze zich gesterkt in hun overtuiging dat tandenpoetsen eigenlijk overbodig is. “Ik heb geen gaatjes, dus waarom zou ik nog poetsen?” roepen ze dan, alsof ze net een medisch wonder hebben verricht. Ze lijken te denken dat ze na een schoon tandartsrapport een soort ‘vrije poetskaart’ hebben gekregen.

Maar ik geef niet op, met een tandenborstel in elke hand, ben ik klaar om de strijd aan te gaan. En hoewel ik mezelf heilig had voorgenomen om consequent en geduldig te blijven, voel ik mijn innerlijke stem steeds luider roepen: “Schoon is schoon! Minimaal één keer per dag, dat is toch ook al iets?”

Maar nee, de tandarts in mijn achterhoofd blijft preken over gaatjes, tandvleesontstekingen en dat ik als moeder echt moet doorzetten. Dus zucht ik diep, verzamel al mijn moed, en begin weer aan die twee minuten, die soms ook voor mij aanvoelen als een eeuwigheid. De kinderen kijken me aan met een blik van “echt, alweer?”, maar na wat onderhandelen, een stukje toneelspel en het beloven van een verhaaltje, slagen we er meestal in om die twee minuten vol te maken. Nou ja, soort van…


Afbeelding: Shutterstock

‘Mijn kind zet het op een krijsen als ik haar bij het KDV ophaal, dat is toch raar?’

Elke dag volg ik hetzelfde ritueel. Om precies 17.00 uur rijd ik de parkeerplaats van het kinderdagverblijf op, het hart bonkend van opwinding omdat ik mijn dochter na een lange dag werken eindelijk weer kan zien. Terwijl ik mijn jas dichtrits en richting de ingang loop, stel ik me voor hoe ze blij zal opkijken, misschien zelfs met een klein sprintje naar me toe zal rennen. Een knuffel, een kus, een enthousiast “Mama!”, dat soort dingen. Maar helaas, de werkelijkheid ziet er net iets anders uit.

Krijsen

Wanneer ik de deur van de groep open en mijn dochter mij ziet, gebeurt er namelijk iets heel vreemds. Ze kijkt me even aan, haar lip begint te trillen, en dan… bam! Ze barst in tranen uit alsof ik haar zojuist verteld heb dat haar favoriete knuffel in de wasmachine is verdwenen. Schreeuwen, snikken, snot en tranen; het hele pakketje. De eerste keer dat dit gebeurde, stond ik perplex. Wat was er mis? Wilde ze niet naar huis? Was ze boos op mij? Had ze een rotdag gehad? Maar nee, haar leidster verzekerde me dat ze het hartstikke leuk had gehad en vrolijk had gespeeld. Toch bleef het een raadsel. Waarom zet ze het dan op een krijsen zodra ze mij ziet?

Natuurlijk, ik ben heus niet onbekend met driftbuien. Ze zijn een welbekend onderdeel van het ouderschap. Maar dit voelt anders. Het is geen driftbui van vermoeidheid of frustratie omdat ze bijvoorbeeld haar jas niet aan wil doen. Nee, het lijkt een soort explosie van emoties die eruit komt zodra ze mij ziet. Als een fles cola die al de hele dag geschud is en die op het moment van de hereniging ineens ontkurkt wordt.

Opgekropte emoties

Ik vroeg het aan een vriendin die ook kinderen heeft. “Oh, dat is heel normaal,” zei ze nuchter. “Mijn zoon deed dat vroeger ook. Het is juist een teken dat ze zich veilig bij je voelt. Bij jou kunnen alle opgekropte emoties van de dag eruit.” Ik keek haar aan, nog niet helemaal overtuigd. Dus dat krijsen, snotteren en zich aan mijn been vastklampen als een kleine koalabeer betekent dat ze zich veilig voelt?

Ik besloot het aan de leidster van het kinderdagverblijf te vragen, want misschien had ik iets gemist. Die lachte en bevestigde hetzelfde verhaal. “Het is heel normaal hoor, het betekent dat ze haar emoties de hele dag in bedwang heeft gehouden en dat ze die bij jou durft te uiten. Ze voelt zich zo verbonden met jou dat ze zich bij jou helemaal laat gaan.” Dat was natuurlijk een fijn idee, maar eerlijk gezegd vond ik het nog steeds behoorlijk gênant, daar op dat kinderdagverblijf, met al die andere ouders die hun kinderen vrolijk ophaalden terwijl die van mij zich gedroeg alsof ze net uit een horrorfilm was ontsnapt.

Ben ik de enige?

En dan heb je nog die andere ouders. Je kent ze wel, die met de kinderen die vrolijk met hun rugzakje komen aanhuppelen, zwaaiend naar hun vriendjes terwijl ze hun jas al aandoen voordat hun moeder “ga je mee?” heeft kunnen vragen. En daar sta ik dan, worstelend met een krijsend, spartelend kind, alsof ik haar net uit haar favoriete speeltuin heb geplukt. Oprecht, het voelt soms alsof ik de enige moeder ben met dit fenomeen…


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock