Een eigen telefoon voor je kind: 3 aandachtspunten

Er komt een moment dat je kind vraagt om een eigen telefoon. Misschien is het omdat klasgenootjes er al één hebben, maar het kan natuurlijk ook zijn dat jij als ouder zelf graag wilt dat je kind bereikbaar is. In ieder geval gaat het om een grote stap. Hoe kun je dat het beste aanpakken? We bespreken een aantal aandachtspunten.

Bepaal of je kind er klaar voor is

Alles begint met goed te bepalen of je kind er daadwerkelijk klaar voor is om een eigen telefoon te hebben. De meeste kinderen krijgen hun eerste telefoon tussen de 10 en 13 jaar, dus als jouw kind jonger is, is dit sowieso belangrijk. Maar ook als je kind wel al in deze leeftijdscategorie zit, is het belangrijk om niet alleen naar de leeftijd, maar ook naar het gedrag van je kind te kijken. Heeft hij of zijn wel voldoende verantwoordelijkheidsgevoel? Kan hij of zij zich houden aan afspraken? Dat zijn belangrijke zaken als je je zoon of dochter een eigen telefoon gaat toevertrouwen.

Kies een passend toestel voor de juiste prijs

Een nieuwe smartphone is duur, en niet zo’n klein beetje ook. Bovendien is zo’n grote investering voor een kind vaak overbodig. Want waarom heeft hij of zij een gloednieuwe telefoon nodig? Je kunt hem of haar jouw oude telefoon geven of die van je partner, en dan zelf een nieuwe nemen. Maar je kunt ook kiezen voor een refurbished toestel. Die zijn technisch gecontroleerd, werken als nieuw, maar kosten een stuk minder. Als de telefoon dan per ongeluk stukgaat, is het financieel minder zuur dan wanneer je een fonkelnieuw toestel hebt gekocht. Vervolgens is het zaak om een passend model uit te zoeken. Zo is bijvoorbeeld een refurbished iPhone 12 Pro Max ideaal voor kinderen met veel verantwoordelijkheidsgevoel en grote wensen. Andere kinderen kun je beter een minder luxe toestel geven.

Prepaid, sim only of abonnement?

Hoe zorg je ervoor dat je kind ook daadwerkelijk kan bellen en gebeld kan worden met diens toestel? Veel ouders kiezen in het begin voor prepaid. Zo weet je precies wat je kind verbruikt, want als het beltegoed op is, is het op. Je kunt ook kiezen voor een sim only-abonnement, maar dan is het belangrijk om een passende bundel samen te stellen. Die moet natuurlijk niet te groot en te duur zijn, maar ook niet te krap waardoor het kan zijn dat je kind consequent kosten buiten de bundel gaat maken. Een alternatieve optie is een abonnement met een gloednieuw toestel, maar daar zit je dan een tijd aan vast, en dat is extra vervelend als de telefoon tussentijds sneuvelt.

Het is dus een optie om zelf je oude telefoon door te schuiven naar je kind. Doe je dat niet, laat dan je oude toestel niet in een la verdwijnen wanneer je zelf alsnog een nieuwe neemt. Je kunt je oude telefoon verkopen voor veel geld dat je vervolgens weer in de aankoop van een nieuw toestel kunt steken.


Afbeelding: pexels.com

Ontdek de magie van Preston Palace!

Soms heb je het gewoon even nodig: samen er tussenuit, weg van de dagelijkse hectiek en tijd maken voor elkaar. Of je nu een weekendje weg wilt of gewoon een dagje quality time zoekt – bij Preston Palace zit je als gezin helemaal goed. Alles is geregeld, alles is inclusief en – misschien wel het belangrijkst – iedereen heeft het naar zijn zin!

Alles onder één dak

Preston Palace is niet zomaar een hotel. Het is een compleet all-in Family Resort waar je je geen seconde hoeft te vervelen. Zodra je binnenstapt, begint de pret. Van een subtropisch zwemparadijs tot een indoor kermis en van gezellige restaurants tot een bioscoop – alles zit erbij, en dat zonder extra kosten. Gewoon genieten!

Spetteren en chillen

Zwemmen met de kinderen is bij Preston Palace echt een belevenis. In het subtropisch zwemparadijs Riviera waan je je in een andere wereld. Glijd samen van de interactieve glijbaan, laat je meevoeren in de stroomversnelling of relax terwijl de kids spelen onder de sterrenhemel. En geloof ons: de whirlpools zijn een cadeautje voor papa en mama.

Kermisplezier

De indoor kermis Boardwalk is zó leuk dat je kinderen er waarschijnlijk niet meer weg willen. Zweven in de Octopus, knallen in de botsauto’s of lekker draaien in de theekopjes – het kan allemaal. Voor de kleintjes zijn er veilige attracties, en voor de durfals is er zelfs een vrije val. En jij? Jij kijkt lachend toe of doet gewoon lekker mee!

Altijd iets lekkers binnen handbereik

Eten en drinken is de hele dag door geregeld. Van een uitgebreid ontbijtbuffet tot lekkere lunch opties, snacks, ijsjes, taartjes en natuurlijk een gezellig diner – er is voor elk wat wils. Kindvriendelijk, lekker én inbegrepen. Geen stress, gewoon samen genieten.

Voor de allerkleinsten (en hun ouders)

Het animatieteam zorgt voor vrolijke kinderactiviteiten: knutselen, springen, dansen en natuurlijk knuffelen met mascottes Preston en Alice. En als de kinderen blij zijn, zijn wij dat als ouders ook – toch?

Afsluiten in stijl

’s Avonds samen naar een gezellige familieshow, een filmpje pakken of genieten van live muziek – de dag vliegt voorbij. Of je nu lang blijft of een dagje komt: Preston Palace zorgt voor herinneringen die je nog lang bijblijven. Ze zijn niet voor niets al meerdere keren bekroond tot Familiehotel van het Jaar.
 

Ga samen onvergetelijke herinneringen maken!

Zomerse avonturen als leerschool, maar wel met een one2track GPS horloge

De zomer is dé tijd waarin kinderen op ontdekkingstocht gaan. Van buiten spelen tot logeerpartijen en kleine uitstapjes zonder ouders. Het zijn momenten waarop ze groeien in zelfstandigheid, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel. Maar voor ouders is loslaten soms nog best spannend. Gelukkig zijn er hulpmiddelen die deze groei stimuleren zonder in te leveren op veiligheid, zoals het GPS-horloge voor kinderen van one2track.

De zomer waarin Sam alleen naar het speeltuintje mocht

Neem Sam, 7 jaar. Elke middag hoorde hij de kinderen uit de buurt lachen en roepen vanuit het speeltuintje in de straat verderop. Hij wilde er dolgraag heen, maar als moeder twijfel je dan toch… “Wat als hij verdwaalt? Wat als er iets gebeurt?”
Met een horloge van one2track besloten we het avontuur tóch aan te gaan.

We spraken samen af om bij aankomst even een berichtje via het horloge te sturen en om 16:00 uur weer terug. Toen dat de eerste keer goed ging, groeide het vertrouwen aan beide kanten. Sam kreeg ruimte om te spelen, ik als zijn moeder kreeg rust. En hoe fijn, Sam kwam iedere dag vol verhalen thuis, over nieuwe vriendjes, klimtoestellen die ineens minder eng leken en het helpen van een kindje dat gevallen was. Hij groeide echt, letterlijk en figuurlijk.

Veilig op pad met opa en oma in de zomervakantie

Ook tijdens logeerpartijen is het GPS-horloge een uitkomst. Zo ging Sam ook een weekje naar zijn opa en oma op de camping. Een nieuwe omgeving, onbekende mensen, véél prikkels. Voor ons als ouders was het fijn om via de app even te kunnen meekijken of hij veilig op het terrein was. En Sam vond het geweldig dat hij zelf een spraakberichtje kon sturen:
“Mama, ik ben bij het meertje! Ik ga waterdiertjes zoeken!”

Deze kleine vormen van communicatie versterken het zelfvertrouwen van een kind. Ze leren dat ze verantwoordelijk zijn voor wat ze doen, maar ze sta er niet alleen voor.

Op avontuur met een vangnet

Juist tijdens de zomermaanden maken kinderen sprongen in hun ontwikkeling. Ze klimmen hoger, lopen verder, verkennen onbekend terrein. Ze leren omgaan met risico’s, sociale situaties en onverwachte wendingen. Dat is belangrijk voor hun groei. Tegelijk hebben ze, zeker in deze fase, nog een vangnet nodig. Een stukje verbinding met thuis.

Het GPS horloge voor kinderen biedt dat vangnet, zonder het avontuur te beperken. Ouders kunnen live volgen waar hun kind is, zones instellen (zoals een speeltuin of camping) en direct berichten sturen of bellen. Kinderen hebben de vrijheid om op pad te gaan, terwijl ze weten dat ze hun ouders kunnen bereiken als het nodig is. Dat geeft rust, aan beide kanten.

Op weg naar zelfstandigheid

Het mooie van het GPS-horloge is dat het niet alleen een praktische gadget is, maar ook een groeihulpmiddel. Kinderen voelen zich verantwoordelijker als ze weten dat ze iets “belangrijks” om hun pols dragen. Ouders durven vaker dat stapje los te laten. En die combinatie? Die zorgt ervoor dat kinderen net iets verder durven gaan dan gisteren. Iets langer durven blijven. En bij thuiskomst vol trots vertellen over hun avontuur.

De zomer is hét seizoen waarin kinderen groeien door te doen. Door op ontdekking te gaan, fouten te maken, weer op te staan. Een horloge van one2track ondersteunt die groei met vrijheid én veiligheid. Of het nu gaat om een eerste boodschap doen, zelf naar de speeltuin lopen of een logeerpartij bij opa en oma, het draagt bij aan een kind dat vol vertrouwen groot durft te worden.

Dus laat deze zomer niet alleen een herinnering zijn aan zon en ijsjes, maar ook aan het moment waarop jouw kind een stukje groter werd.

Peuter weetjes: wat je (misschien) nog niet wist over je kleine draakje

Peuters. Ze zijn klein, schattig en knuffelbaar… tot ze ineens boos worden omdat hun banaan nog in de schil zit. Of omdat jij ademt. Of omdat de zon vandaag geel is.
Welkom in de wereld van de peuter. Hier 10 weetjes die je helpen om deze bijzondere fase met een glimlach (en soms een kop koffie) door te komen.

Peuter weetje 1. Hun brein draait overuren

De hersenen van een peuter ontwikkelen zich razendsnel. In de eerste jaren ontstaan er miljoenen verbindingen per seconde. Geen wonder dat ze de hele dag “waarom?” vragen.

Alles is nieuw. Alles moet onderzocht worden. Ook je lippenstift. Of de kattenbak.

Peuter weetje 2. Ze hebben grote gevoelens in een klein lijf

Peuters hebben nog geen regie over hun emoties. Ze kunnen wel voelen, maar nog niet goed verwoorden of reguleren. Daarom eindigt “ik wil een koekje” soms in hysterisch huilen op de vloer.

Het is geen onwil, het is onvermogen. (En ja, soms ook een beetje drama.)

Peuter weetje 3. Bewegen = leren

Peuters moeten bewegen. Rennen, klimmen, gooien, dansen, vallen, opstaan – het is allemaal nodig voor hun ontwikkeling.

Zitten = niks leren. Bewegen = bouwen aan de hersenen. Dus laat ze lekker stuiteren.

Peuter weetje 4. Hun taalontwikkeling gaat als een speer (met hobbels)

Rond hun tweede verjaardag komt de woordenschat-explosie: ineens leren ze tientallen woorden per dag. Maar die komen er soms nog wat krom uit: “koek doen” of “mama plasje ik”.

Praat veel met je peuter. Niet over ze, maar met ze. Ze begrijpen meer dan je denkt. Liedjes zingen met je peuter is ook heel goed voor de taalontwikkeling!

Peuter weetje 5. Ze leven in het NU

Peuters snappen tijd nog niet. “Straks” en “morgen” zijn abstracte begrippen. Als jij zegt dat jullie “zo” naar oma gaan, betekent dat voor een peuter: NU. Meteen. Waarom staan we nog hier?!

Gebruik een zandloper of plaatjes om tijd visueel te maken. Dat helpt echt.

Peuter weetje 6. Ze hebben nog veel slaap nodig

Peuters slapen gemiddeld 11 tot 13 uur per etmaal (inclusief dutje). Slaaptekort maakt ze prikkelbaar, druk of juist huilerig – maar niet moe. Peuters gaan liever door tot ze omvallen.

Vaste rituelen helpen bij rust. (En ja, dat ene verhaaltje moet elke avond opnieuw.)

Peuter weetje 7. Spelen = groeien

Peuters leren via spel. Een kartonnen doos? Een huis, een boot én een schuilplek. Een lepel? Een microfoon, graafmachine en tandenborstel voor de beer.

Laat ze vrij spelen. Het is geen tijdvulling, het is leren.

Peuter weetje 8. Zindelijkheid = een proces

Elke peuter wordt op zijn eigen tempo zindelijk. Sommige kinderen zijn er met 2 klaar voor, anderen pas met 3,5. En ja, ongelukjes horen erbij.

Druk leggen werkt averechts. Positieve aanmoediging (en een bodemloze put met geduld) doen wonderen.

Peuter weetje 9. Eten is emotie

Peuters zijn picky eaters. Vandaag eten ze broccoli, morgen verklaren ze het tot vijand. Dat is normaal. Ze hebben veel behoefte aan herhaling, voorspelbaarheid én autonomie.

Tip: betrek ze bij het kiezen of klaarmaken. En relax: van één dag pasta met ketchup gaat niemand dood.

Peuter weetje 10. Ze hebben een veilige basis nodig (jij dus)

Peuters willen de wereld ontdekken, maar keren steeds weer terug naar jou. Soms letterlijk aan je been geplakt. Dat is normaal: jij bent hun veilige haven.

Geef ruimte, maar wees nabij. En onthoud: wat jij nu investeert, bouwt aan hun zelfvertrouwen voor later.


Afbeelding; Shutterstock

De basis leggen voor een financiële toekomst: zo voed je je kind geldwijs op

Als ouder wil je je kind het allerbeste meegeven. Liefde, zelfvertrouwen, gezonde gewoontes… én financiële slimheid. Want hoe jonger je kind leert omgaan met geld, hoe steviger de basis voor later. Maar hoe pak je dat aan, zeker nu geld vaak digitaal is? In dit artikel lees je praktische tips om je kind geldwijs op te voeden, en ontdek je hoe handig het is als je je bankzaken overzichtelijk op één plek regelt.

Goed voorbeeld doet goed volgen: kijk maar hoe mama / papa het doet!

De állereerste les in financiële opvoeding begint gewoon thuis, bij jou! Je kleintje is een meester in nabootsen, en dat geldt ook voor hoe jij met geld omgaat. Wees dus lekker open over je financiën, natuurlijk wel binnen redelijke grenzen. Praat erover waarom je bepaalde keuzes maakt. Denk aan: “We sparen nu even door voor die nieuwe bolderkar, in plaats van alles meteen uit te geven.” Zo leren ze spelenderwijs over bewuste uitgaven en sparen voor een doel.

En een slimme zet om zelf het overzicht te bewaren? Bundel je bankzaken bij één bank! Dat maakt het checken van je rekening en het bijhouden van uitgaven super eenvoudig. Met  bijvoorbeeld een Rabobank bankrekening beheer je al je rekeningen gemakkelijk en snel: je eigen bankrekening, een gezamenlijke rekening met je partner én natuurlijk die spaar- en bankrekening voor je kleintje. Door je geldzaken overzichtelijk te houden, kun je makkelijker uitleggen hoe je keuzes maakt en waarom.

Vroeg beginnen met sparen: de magie van een spaarrekening

Een spaarrekening openen zodra je kind geboren is? Klinkt misschien wat vroeg, maar het is een mooie manier om alvast te beginnen met financiële bewustwording. De Rabo RegenboogRekening is daar speciaal voor bedoeld. Het geld op deze rekening is van je kind, en zodra ze achttien zijn, kunnen ze er zelf over beschikken.

Zodra je kind wat ouder is, kun je samen kijken naar hoe het spaargeld groeit. Super leerzaam! In dit artikel lees je handige tips om je kind te leren sparen.

Zakgeld: geld leren begrijpen met contanten

Een mijlpaal in de financiële opvoeding is het introduceren van zakgeld. Vanaf een jaar of zes à zeven kun je beginnen met een klein bedrag aan contant geld per week. Waarom contant? Het maakt de waarde van geld zo lekker tastbaar! Je kind leert keuzes maken (“Koop ik dat ene speeltje, of spaar ik door voor iets groters?”), ervaart dat geld opraakt en moet soms kiezen tussen leuke dingen. Leg uit dat dit contante geld bedoeld is voor kleine uitgaven en dat het belangrijk is om het veilig te bewaren. De overstap naar digitaal zakgeld op een betaalrekening komt later wel.

De stap naar een eigen betaalrekening: gecontroleerde vrijheid

Een betaalrekening voor je kind? Dat hoeft niet meteen, maar vanaf een jaar of acht kun je er rustig mee beginnen. Zeker als je merkt dat je kind meer wil doen met geld of vaker digitaal betaalt.

Bij de Rabo JongerenRekening kun je als ouder altijd meekijken via je eigen online bankierenomgeving of de app. Zo blijft de controle bij jou, terwijl je kind alvast leert hoe digitaal geld werkt, veilig en onder jouw begeleiding.

Nog meer slimme tips voor financiële wijsheid

Wil je nog dieper duiken in de wereld van financiële opvoeding? Op de website van het NIBUD vind je een schat aan handige informatie, waaronder tips voor de financiële opvoeding en zelfs een financiële opvoedtest om te zien waar je staat. Ook de stichting Eurowijs biedt fijne info en tips.

Geld leren beheren is net zo belangrijk als leren fietsen of gezond eten. Door er op jonge leeftijd mee te beginnen, geef je je kind niet alleen grip op geld maar ook vertrouwen voor later.


Afbeelding: vecteezy

De Balearen met kinderen: kindvriendelijke en toch charme eilanden

Rustige baaitjes, gezellige dorpjes en actieve uitjes, de Balearen zijn al jarenlang een populaire vakantiebestemming voor gezinnen. Niet gek, want de Spaanse eilandengroep combineert prachtige stranden, helderblauw water, kindvriendelijke accommodaties en een gastvrije sfeer. In dit artikel lees je waarom deze eilanden zo geschikt zijn voor een gezinsvakantie én welke bestemmingen eruit springen.

Wat zijn de Balearen?

De Balearen bestaan uit meerdere eilanden in de Middellandse Zee, ten oosten van het Spaanse vasteland. De bekendste zijn Mallorca, Menorca, Ibiza en Formentera. Elk eiland heeft zijn eigen sfeer, maar ze hebben allemaal gemeen dat ze gezinsvriendelijk zijn, goed bereikbaar vanaf Nederland en volop mogelijkheden bieden voor een heerlijke vakantie Mallorca, Menorca, Ibiza of Formentera.

Mallorca: dé familiefavoriet

Van alle Balearische eilanden is Mallorca de populairste bestemming voor gezinnen. Dat komt onder andere door de veelzijdigheid van het eiland. Mallorca biedt uitgestrekte zandstranden, rustige baaien, levendige badplaatsen en een groene binnenland met charmante dorpjes.

Voor gezinnen zijn vooral de plaatsen Alcúdia, Cala d’Or en Santa Ponsa aanraders. Je vindt er volop kindvriendelijke hotels met zwembaden, speeltuinen, animatieteams en soms zelfs een klein waterpark op het terrein. Ook de stranden zijn er vaak ondiep en overzichtelijk, ideaal voor kleine kinderen.

Mallorca staat bovendien bekend als hét ‘buggy eiland’. Veel wandelpaden, boulevards en strandtoegangen zijn goed begaanbaar met een kinderwagen, wat het eiland natuurlijk extra geschikt maakt voor gezinnen met baby’s of peuters.

Naast zonnen en zwemmen zijn er ook leuke uitstapjes mogelijk. Bezoek bijvoorbeeld het Palma Aquarium, maak een ritje met het historische houten treintje van Sóller of verken het natuurpark S’Albufera met vlonders en observatiehutten. 

Menorca: kleinschalig en relaxed

Menorca is wat rustiger dan Mallorca, maar minstens zo kindvriendelijk. Het eiland staat bekend om de vele kindvriendelijke stranden met ondiep water en zacht zand, zoals Cala Galdana en Son Bou. Alles is wat kleinschaliger en overzichtelijker, wat veel ouders als prettig ervaren.

Daarnaast kun je op Menorca mooie wandelingen maken langs de kust of een boottocht boeken om verborgen baaitjes te ontdekken. Ook leuk: de grotten van Xoroi of een bezoek aan een lokale markt in Mahón.

Ibiza: meer dan alleen feesten

Ibiza staat bekend als feesteiland, maar heeft ook verrassend veel te bieden voor gezinnen. Denk aan rustige strandjes zoals Cala Llenya of Cala Tarida, waar het water langzaam afloopt. Veel hotels zijn ingericht op families, met kinderclubs, speeltuinen en zwembaden met glijbanen.

Voor een actieve dag kun je bijvoorbeeld gaan suppen, een bezoek brengen aan de hippiemarkt of een boottocht maken naar het rustige Formentera. Ook in het oude centrum van Ibiza-Stad valt genoeg te ontdekken.

Formentera: paradijs in het klein

Formentera is het kleinste bewoonde eiland van de Balearen, maar absoluut een pareltje. Je bereikt het met de boot vanaf Ibiza. Het eiland is ideaal voor een dagtrip, maar je kunt er ook overnachten. De sfeer is relaxed, de stranden zijn prachtig en het verkeer is rustig – perfect voor gezinnen met jonge kinderen.

Dus, waarom kiezen voor de Balearen met kinderen?

  • Korte vlucht (ongeveer 2,5 uur vanaf Nederland)
  • Kindvriendelijke stranden en accommodaties
  • Veel zonuren, ook in het voor- en najaar
  • Uitstekende infrastructuur en medische voorzieningen
  • Gastvrije cultuur waarin kinderen welkom zijn

Afbeelding van Thomas G. via Pixabay

Spelletjes voor buiten zonder materiaal

Soms zit je in de tuin, sta je op het schoolplein of ben je in het park en dan wil je iets leuks doen met de kinderen, maar je hebt even helemaal niks bij de hand. Geen ballen, geen stoepkrijt, geen springtouwen. Gelukkig heb je ook helemaal geen materiaal nodig om een leuk spelletje te spelen! Met alleen je eigen lichaam, een beetje fantasie en duidelijke spelregels kun je al eindeloos buitenspelen. In dit blog deel ik 15 originele buitenspelletjes zonder materiaal, inclusief korte speluitleg. Ze zijn geschikt voor kinderen van verschillende leeftijden en perfect voor elke buitenlocatie: het bos, het strand, de speeltuin of gewoon je eigen achtertuin.

1. Schipper mag ik overvaren

Aantal spelers: vanaf 4
Hoe werkt het?
Eén kind is de ‘schipper’ en staat in het midden. De rest staat aan de overkant. De groep vraagt: “Schipper mag ik overvaren?” De schipper antwoordt: “Alleen als je een rode trui aan hebt / als je op één been springt / als je een dier nadoet…” De kinderen die aan de voorwaarde voldoen, mogen oversteken. Wie getikt wordt, wordt ook schipper.

2. Stand in de mand

Aantal spelers: vanaf 3
Hoe werkt het?
Eén kind gooit een denkbeeldige bal omhoog en roept een naam van een ander kind. Dat kind moet “stand!” roepen en alle anderen bevriezen. Vervolgens mag hij of zij drie stappen zetten en proberen iemand aan te tikken. Gelukt? Dan is diegene aan de beurt.

3. Wie is de leider?

Aantal spelers: vanaf 5
Hoe werkt het?
Eén kind verlaat even de groep. De rest kiest een ‘leider’. De leider voert bewegingen uit (klappen, springen, dansen) en de rest doet hem na. Het kind dat terugkomt, moet raden wie de leider is.

4. Tik, tik, wie ben ik?

Aantal spelers: vanaf 4
Hoe werkt het?
Eén kind krijgt een blinddoek (of sluit gewoon de ogen). De rest loopt stil rond. De geblinddoekte roept “Stop!” en tikt iemand aan. Die zegt met een gek stemmetje: “Tik, tik, wie ben ik?” Raden maar!

5. De vloer is lava

Aantal spelers: onbeperkt
Hoe werkt het?
Roep op willekeurige momenten: “De vloer is lava!” Iedereen moet binnen 5 seconden een veilige plek vinden (bijvoorbeeld op een boomwortel, stoeptegel of bankje). Degene die te laat is, is af of krijgt een opdracht.

6. Spiegelen

Aantal spelers: vanaf 2
Hoe werkt het?
Sta tegenover elkaar. Eén kind doet bewegingen voor, het andere kind spiegelt die alsof hij of zij in de spiegel kijkt. Na een tijdje wissel je van rol. Leuke oefening voor focus en samenwerking.

7. De jagers en de prooi

Aantal spelers: vanaf 6
Hoe werkt het?
Kies 1 of 2 jagers. De rest zijn prooien. De jagers moeten iedereen proberen te tikken. Laat de prooien rennen, duiken, draaien — alles mag, behalve elkaar aanraken! Gevangen? Dan help je mee tikken.

8. Geluidenspel

Aantal spelers: vanaf 3
Hoe werkt het?
Eén kind doet zijn of haar ogen dicht. De rest verstopt zich. De zoeker roept: “Doe een dier na!” Iedereen maakt een dierengeluid (bijvoorbeeld ‘miauw’ of ‘boe’) vanaf hun verstopplek. De zoeker probeert op gehoor te raden waar iemand zit.

9. Krantenlezer

Aantal spelers: vanaf 4
Hoe werkt het?
De ‘krantenlezer’ zit zogenaamd verdiept in zijn krant. De rest sluipt dichterbij. Zodra de krantenlezer opkijkt, moet iedereen bevriezen. Wie beweegt, moet terug naar de start. Wie hem als eerste tikt, wint.

10. Dierenestafette

Aantal spelers: vanaf 4
Hoe werkt het?
Verdeel de kinderen in twee groepen. Noem een dier (bijv. kikker, krab, slang) en de kinderen moeten om beurten als dat dier bewegen tot een afgesproken punt en terug. De groep die als eerste klaar is, wint.

11. Grond is verboden

Aantal spelers: vanaf 3
Hoe werkt het?
Je mag alleen lopen op lijnen, stoepranden of boomwortels. De grond is ‘lava’ of verboden terrein. Wie de grond aanraakt, moet terug naar het begin. Een leuk spel voor concentratie en evenwicht.

12. Schaduwtikkertje

Aantal spelers: vanaf 3
Hoe werkt het?
In plaats van het lichaam, tik je elkaars schaduw. Wie getikt wordt op zijn of haar schaduw, is af of moet de nieuwe tikker zijn. Ideaal voor zonnige dagen!

13. Geheime opdracht

Aantal spelers: vanaf 4
Hoe werkt het?
Iedereen krijgt een geheime opdracht toegefluisterd (bijvoorbeeld: “tik drie keer op je hoofd als je voorbij een boom loopt”). Wie raadt van een ander wat de opdracht is, krijgt een punt!

14. Stiltestoel

Aantal spelers: vanaf 4
Hoe werkt het?
Ga allemaal in een kring staan of zitten. Eén kind is de ‘stiltestoel’. De rest moet proberen het kind aan het lachen te maken — zonder het aan te raken! Wie de stiltestoel laat lachen, is de volgende.

15. Woordslang

Aantal spelers: vanaf 2
Hoe werkt het?
Een kind zegt een woord, bijvoorbeeld: “boom”. De volgende moet een woord bedenken dat begint met de laatste letter van dat woord, bijvoorbeeld “muis”. Enzovoort. Wie vastloopt, is af.

Waarom zijn deze spelletjes zonder materialen zo waardevol?

Buitenspelen zonder materiaal is niet alleen makkelijk te organiseren, het stimuleert ook de creativiteit, samenwerking, lichaamsbeweging en fantasie van kinderen. Bovendien zijn deze spelletjes ideaal voor op kamp, in de speeltuin, op school of tijdens een spontane middag buiten.

Je hebt niets anders nodig dan een open ruimte en een beetje spelplezier. Geen gedoe met opruimen, geen spullen die kwijt kunnen raken — alleen kinderen die lachen, bewegen en elkaar uitdagen.

kinderen

Grappige spelletjes voor buiten: 7 originele ideeën om je kapot te lachen

Buiten spelen is niet alleen gezond, maar ook ontzettend leuk! Zeker als je het combineert met grappige spelletjes buiten. Of je nu een kinderfeestje organiseert, een zomerse middag met het gezin hebt of gewoon iets anders wilt doen dan voetbal of tikkertje: deze originele spelletjes zorgen gegarandeerd voor lachbuien, beweging en plezier voor jong en oud.

In dit artikel delen we zeven grappige spelletjes voor buiten die nét even anders zijn dan de standaard spelletjes, inclusief uitleg en variaties. Trek je makkelijke kleren aan, neem een flesje water mee en maak je klaar om lekker gek te doen!

1. De rollende wc-rol race 🧻

Een hilarische variant op de gewone estafette! In plaats van een stokje geef je een wc-rol door – die je niet mag aanraken met je handen.

Zo speel je het:
Verdeel de groep in teams. Elk team krijgt een wc-rol en moet deze zo snel mogelijk naar een pion (of boom) en terug rollen – zonder handen. Je mag je neus, kin, elleboog of zelfs je voeten gebruiken, maar géén handen! Is de rol onderweg kapot? Dan moet je opnieuw beginnen. Gegarandeerd gegiechel en gekluns.

Leeftijd: vanaf 5 jaar
Nodig: wc-rollen, pionnen of herkenningspunten

2. Puddingparcours 🍮

Een beetje vies, maar wel onwijs grappig: een hindernisbaan met onverwachte obstakels vol… pudding!

Zo speel je het:
Zet een hindernisbaan uit in de tuin of het park, bijvoorbeeld met kruiptunnels, een stuk plastic waar je overheen moet glibberen en bakken met (zelfgemaakte) pudding waar je doorheen moet grijpen om een voorwerp te zoeken. Wie als eerste het parcours doorloopt, wint.

Tip: gebruik kant-en-klare vanillevla als je geen pudding wilt maken.

Leeftijd: vanaf 6 jaar
Nodig: plastic zeil, bakjes met pudding of vla, obstakels zoals dozen of stoelen

3. Sokwerpen 👣

Simpel, goedkoop en zó grappig: gooien met opgerolde sokken – maar dan met je voeten.

Zo speel je het:
Maak ballen van opgerolde sokken en plaats een emmer of hoepel op een afstandje. De uitdaging: je mag de sokken alleen met je voeten in de emmer proberen te krijgen. Je kunt punten toekennen aan afstand, moeilijkheid of stijl. De leukste worpen krijgen een bonuspunt.

Leeftijd: vanaf 4 jaar
Nodig: sokken, emmer/hoepel, eventueel een scorebord

Weet je deze straatspelletjes van vroeger nog?

4. T-shirt estafette 👕

Ren je rot, maar dan met een twist: je moet een veel te groot T-shirt aantrekken en doorgeven aan je teamgenoten.

Zo speel je het:
Verdeel de spelers in teams van 3 tot 5 personen. Aan de overkant ligt een XXL-shirt. De eerste speler rent erheen, trekt het shirt aan, rent terug, doet het shirt uit en geeft het aan de volgende. Het team dat als eerste klaar is, wint. Door het aan- en uittrekken wordt het hilarisch chaotisch.

Leeftijd: vanaf 6 jaar
Nodig: 1 groot T-shirt per team, eventueel pionnen

5. Koppel-koers 👫

Dit is een knotsgekke loopwedstrijd waarbij je per tweetal aan elkaar vastzit – maar niet aan je enkels…

Zo speel je het:
Kies tweetallen en bind een arm van de één aan de been van de ander met een sjaal of een oude panty. Samen moeten ze een parcours afleggen, waarbij ze creatief moeten samenwerken om niet om te vallen. Lastiger dan het klinkt!

Leeftijd: vanaf 7 jaar
Nodig: sjaals/panty’s, een parcours

6. De onzichtbare stoelendans 🎶

Een vrolijke twist op de klassieke stoelendans, zonder stoelen!

Zo speel je het:
Zet muziek op en laat iedereen dansen. Als de muziek stopt, moet iedereen zo snel mogelijk ‘gaan zitten’ – in de lucht dus. Wie het laatst op zijn onzichtbare stoel zit of omvalt, ligt eruit. Hilarisch om te zien wie het langst kan ‘zweven’.

Leeftijd: vanaf 6 jaar
Nodig: muziekbox of telefoon met muziek

7. Schaduwspel 😎

Een creatief spel voor zonnige dagen: probeer elkaars schaduw te ontwijken… of juist te vangen!

Zo speel je het:
Iemand is de “schaduwjager” en probeert op andermans schaduw te stappen. Wordt jouw schaduw geraakt? Dan ben jij de volgende jager. Je kunt het ook omdraaien en juist proberen om de grappigste schaduwposes te maken die de jager moet imiteren. Goed voor veel gelach én lichaamsbeweging.

Leeftijd: vanaf 5 jaar
Nodig: zonlicht!

Dit zijn overigens ook allemaal hele leuke spelletjes voor een kinderfeestje!

Buiten spelen is gezond én hilarisch

Kinderen hebben van nature veel fantasie en energie. Door grappige spelletjes buiten te spelen, geef je ruimte aan beide. De spelletjes hierboven zorgen niet alleen voor beweging, maar ook voor veel plezier – en dat is precies wat buitenspelen zo waardevol maakt.

Of je nu een kinderfeestje in de achtertuin hebt of een middagje in het park, met deze originele en grappige spelletjes buiten maak je van elke dag een feestje. En het mooie is: je hebt er vaak nauwelijks materialen voor nodig.

Dus trek eropuit, verzamel wat kinderen, vrienden of familie, en probeer deze gekke, vrolijke spelletjes zelf uit. Wedden dat jullie niet meer willen stoppen?


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Verdrinking hoor je niet. Dat leerde ik de harde manier

Ik heb dit verhaal vijf jaar lang voor me gehouden. Uit angst voor oordelen. Maar het is tijd. Omdat dit ongeluk ons leven veranderde, maar ook omdat het anderen kan waarschuwen. Want verdrinking bij kinderen gebeurt vaak stil. Té stil. Dit is wat er echt gebeurde op 26 juni 2020.

26 juni 2020. Het is 30 graden en er wordt onweer voorspeld. Om half zes ben ik klaar met werken. Johan is nog aan het werk en heeft daarna een barbecue, dus vanavond mag ik het alleen doen. Er zijn twee jongens op te halen: eentje in Alphen voor zes uur en de ander voor half zeven in Baarle-Nassau. We wonen in Alphen, maar ik moet toch via Alphen naar Baarle rijden in verband met de tijden.

We eten makkelijk vandaag. Jens krijgt nog een potje babyvoeding, en met Seth zou ik pannenkoeken eten. Het is vrijdag, mooi weer en onweer hangt in de lucht.

Met de mannen thuis is het inmiddels bijna half zeven. Bij de buren staat een groot zwembad in de tuin, en Seth wil graag zwemmen. Hij is 5,5 jaar oud en kan staan in het zwembad. Voor Jens hebben we zo’n babyzwemband, je kent ze wel, die gele dingen.

Seth kijkt me met puppyogen aan en vraagt of hij met kleren en al in het water mag. Ik ga overstag, hij heeft een haltershirt en een korte broek aan. Het is warm.

Na een minuut of tien begint Jens te jengelen, iets met eten en structuur. De tuin is open vanwege de overkapping die we aan het maken zijn. De buurvrouw staat de was op te vouwen aan de kant waar het zwembad is en heeft zicht op Seth, die lief aan het spelen is. Buuf let op, dus ik ga Jens zijn eten maken.

Ik zeg nog tegen Seth: “Als het gaat regenen, kom je eruit hè?”
“Ja mama, komt goed.”

Ik geef Jens zijn hapjes, en zoals je weet hoor je kinderen altijd als ze op een trampoline of in een zwembad zitten. Dus: hapje voor Jens, en ondertussen roep ik: “Ja schat, leuk!” “We komen zo weer.”

Jens is bijna klaar en Seth roept: “Kijk mama, ik zit in het bandje van Jens!”
Ik roep terug: “Kom daar maar uit, dat is voor baby’s.” Ik hoor hem hetzelfde roepen naar de buurvrouw en hij krijgt daar hetzelfde antwoord.

Jens krijgt zijn laatste hapje.
Het is stil.
Te stil.
Ik hoor niets meer. Zou hij boos zijn? Of gewoon opgegaan in het spelen?

Ik loop naar het zwembad en zie twee beentjes in het gele bandje zitten. Ze drijven. De buurvrouw ziet het op dat moment ook. Samen rennen we erop af. We halen hem horizontaal uit het water en leggen hem snel neer. Blauwe lippen, geen ademhaling.

De buurvrouw roept haar man. Hij begint direct met beademen. Wij zoeken onze telefoons. Ik zet Jens in de box, die had ik nog op mijn arm. In paniek probeer ik 112 te bellen maar mijn telefoon werkt niet mee. Ik weet nog dat ik een stap naar achter deed, inademde, opnieuw belde — en gelukkig lukte het toen wel.

Het is drie minuten voor zeven. Alles gaat langs me heen. Ik ren de straat op om een AED. Ik heb 112 aan de lijn. Iemand moet naar Jens. Ze stellen vragen. Het wordt ineens heel druk.

Brandweer. Politie. Mensen die eerste hulp kunnen verlenen. Maar die ambulance — wat duurt dat lang. Ik denk dat ik wel twintig keer heb gevraagd: waar rijdt die nu? En nu? En nu dan?

Uiteindelijk hoor ik hem de straat inrijden. Ik ren erop af en geef de bijrijder zoveel mogelijk informatie: jongen, 5,5 jaar oud, blauwe lippen, ademt nu wel weer maar is niet bij bewustzijn, niet allergisch, 23 kilo, enzovoort.

Ze gaan met alle spullen naar Seth. Er moet een traumahelikopter komen. We maken het weiland bereikbaar. Maar het onweert. De helikopter kan niet landen. We gaan met de ambulance naar Tilburg en vandaar met de heli naar Nijmegen.

Vanwege corona mag ik niet mee in de ambulance. Ik mag mee in een personenambulance erachteraan. Wat een gouden vent zat daar naast mij. Op straat gebeurt er van alles waar ik nu niet op in ga, maar hij heeft me beschermd.

Onderweg hebben we een liveverbinding met de ambulance. Ik hoor mijn zoon huilen. Het enige wat ik kan denken: huilen is goed. Johan rijdt achter ons aan, maar moet langzamer gaan rijden.

We komen via de spoedeisende hulp binnen. Ik word apart gezet in een wachtruimte. Ze gaan met Seth aan de slag. De bijrijder van de ambulance komt bij me zitten met een ontbijtkoek. De piloot van de heli geeft updates.

Na een paar minuten mag ik bij Seth. Ze gaan hem in slaap brengen. Ik geef hem een hand, een kus. Alles in mij wil blijven, maar ik moet hem loslaten. Even.

Twee minuten later zit ik weer alleen in de wachtruimte.

De piloot komt vertellen dat er voorlopig niet gevlogen wordt. Seth gaat naar de volwassen IC in Tilburg om te stabiliseren. Johan is er ondertussen ook. We worden samen naar een andere wachtruimte gebracht. Geen nieuws, geen contact. Corona. Iedereen op anderhalve meter.

Na een minuut of dertig komt er een verpleegkundige: “Horen jullie bij dat jongetje?”
“Ja.”
“O lieve mensen, jullie moeten naar hem toe hoor, dit moet slopend zijn. Wacht hier!”

Ik weet niet wie ze was of wat ze precies zei, maar twee minuten later sta ik oog in oog met een trauma/kinderarts. Hij is eerlijk. Ik moet de waarheid weten. Twee heldere blauwe ogen vertellen me dat hij het niet weet. Alles wat hij kan doen, gaat hij doen. Maar ik moet me voorbereiden op het feit dat het misschien niet genoeg is. Dat Seth kan sterven.

We moeten naar Nijmegen. Voor Seth wordt gezorgd. De speciale ambulance en arts komen hem ophalen. We bellen vrienden die ons erheen rijden. Zij mogen niet mee naar binnen. Johan en ik wel. De vader van Seth en zijn vriendin zijn alvast naar Nijmegen gegaan, zodat Seth daar niet alleen zou zijn. Omdat ik niet met de heli mee zou mogen en wij natuurlijk nooit zo snel konden zijn als een helikopter, zijn zij vooruitgegaan.

Seth ligt daar twee dagen in een veel te groot bed, met veel te veel slangen. Alles is onzeker. Op de kinderafdeling hoor je niet alleen je eigen verdriet. Je hoort het van anderen. Het gegil, de tranen, het machteloze gefluister. En dat blijft bij je.

Als je door het Radboud loopt, hoor je elk moment van de dag de meest heftige verhalen. Allemaal over kindjes die iets vreselijks hebben meegemaakt of die heel erg ziek zijn. Dat verandert je kijk op opvoeden. Nog steeds weet ik dat ik overbezorgd ben, na alles wat ik daar heb gezien en gehoord.

Ik weet nog dat ik met de lift naar beneden ging. Er stond een vader bij me in de lift, we raakten aan de praat. Seth was net ontwaakt en deed het best goed, maar eigenlijk durfde ik dat niet te zeggen. Zijn kleine meisje moest aan haar hersenen geopereerd worden. Zij hadden niet zulk goed nieuws gehad. Samen stonden we daar. Twee ouders, allebei verscheurd, allebei zoekend naar houvast. We huilden onze weg naar buiten. Even frisse lucht halen.

In het Ronald McDonald Huis was het al niet veel beter. Moeders met baby’s op de NICU, vaders die stil voor zich uit keken. Wat een verdriet, en toch hadden we allemaal één ding gemeen: we stonden er. We zetten onze eigen gevoelens aan de kant en waren daar voor onze kinderen. We waren sterk, we huilden, en we voelden ons zó machteloos.

Wat een respect heb ik daar gekregen voor de verpleegkundigen, de mensen in het huis, en alle ouders die daar verbleven voor hun kindjes. Het was een verschrikkelijke tijd, waarin we ook nog eens allemaal afstand moesten houden. Niemand wilde corona, niemand durfde te dichtbij te komen. Maar de verbondenheid voelde je toch.

Waar we zaterdagavond nog bang waren, gaan we zondagmiddag ineens terug naar Tilburg.

In Tilburg staan verbaasde artsen aan het bed van Seth. Hij gaat met sprongen vooruit, heeft het hoogste woord en eet heel graag veel ijsjes. Het slangetje in zijn neus vindt hij niet leuk, maar verder dan dat rockt hij het gewoon.

De eerste keer uit bed om te lopen — geen marathon, gewoon even naar de wc — tranen van opluchting rollen over mijn wangen. Seth kijkt me aan en zegt: “Mam, ik kan al een tijdje lopen hoor.”

De uren vliegen voorbij. We lezen voor uit Jip en Janneke, de verpleging checkt alles, en Seth heeft een hoop lol.
“Kijk mam, als ik een ijsje wil, dan knijp ik dit buisje dicht en dan komt er altijd heel snel iemand aan rennen.”
Hij geniet van de aandacht, en als hij dan dinsdag mee naar huis mag met papa, kan hij niet wachten om weer te gaan zwemmen.

De week erna komt hij aan bij ons, en het eerste wat hij wil is zwemmen bij de buren in het zwembad.

De dinsdag dat Seth naar huis mocht, was het tweede wat ik deed de psycholoog bellen. Een afspraak maken. Keihard gaan werken om dit een plekje te geven, om mijn kindjes niet in een gouden kooi te stoppen.

Hulp zoeken is niet zwak. Soms heb je handvatten nodig. Een luisterend oor. Nog steeds ga ik met periodes naar een psycholoog, gewoon omdat ik niet wil dat de kindjes last hebben van mijn angsten. Soms grijpt het me ook na vijf jaar nog naar de keel. Droom ik van mijn kindjes in het water. Heb ik flashbacks. Zijn er nog steeds triggers.

Maar eerlijk is braaf — ik heb geleerd te relativeren. Wat is een gezonde angst? En wat is echt míjn probleem?

Nu, vijf jaar later, hebben we in onze eigen tuin weer een zwembad staan. Er spelen drie kindjes in. Jens is inmiddels 5,5 — net zo oud als Seth toen. En ik? Ik zit erbij. En ik kijk. En heel eerlijk: ik geniet ook weer, als ik ze zo vrolijk zie spelen in dat grote zwembad.

Ja, ik heb het met Seth besproken. Of hij het oké vond. Zijn antwoord?
“Mama, ik ben niet zo bang als jij hoor.”

Wat ik niet wil vergeten te benoemen: naast alle angst en verdriet, was er ook enorm veel verbinding. Mensen brandden kaarsjes, sommigen gingen zelfs vasten. Seth kreeg kaarten uit alle hoeken van het land, zijn klas ging speciaal voor hem naar de kerk. Die steun gaf kracht.

En dit is míjn beleving. Iedereen die erbij betrokken was, heeft het op zijn of haar manier beleefd. Dat mag. Dat is oké.

De reden dat ik dit nu wél deel?
Omdat ik hoop dat één iemand hier iets van leert.
Dat je het water niet loslaat, ook niet voor een minuut.
Dat je weet dat verdrinking geen geluid maakt.
En dat je weet dat een ongeluk nooit één oorzaak heeft.

Dankjewel als je dit leest zonder oordeel. Als je vragen hebt: stel ze.

Mocht je het willen delen graag ik vertel mijn verhaal als waarschuwing voor andere!

Begrijpen van hoogsensitieve kinderen, met oefeningen en werkbladen

Heb jij een kind dat sneller overprikkeld raakt, diep nadenkt over dingen of zich sterk aanpast aan anderen? Misschien is je kind hoogsensitief en dat is een prachtige eigenschap, maar geeft soms ook een uitdaging in het dagelijks leven. Daarom heb ik met veel liefde en kennis deze Toolkit voor hoogsensitieve kinderen ontwikkeld: een praktisch én warm pakket voor ouders die hun kind beter willen begrijpen en begeleiden.

Wat is hoogsensitiviteit?

Hoogsensitieve kinderen nemen meer waar, voelen intenser en verwerken prikkels dieper. Ze zijn vaak zorgzaam, creatief, intuïtief en rechtvaardig, maar raken ook sneller overweldigd door drukte, spanning of verandering. In deze toolkit krijg je heldere uitleg over wat hoogsensitiviteit is, inclusief een handige infokaart en een mooie kwaliteitenkaart om samen met je kind te ontdekken wat zijn of haar kracht is.

Bedrag € -

Wat zit er in het printable pakket?

Dit printable pakket bestaat uit vijf overzichtelijke hoofdstukken, vol uitleg, praktische tips én printables die je meteen kunt gebruiken:

1. Wat is hoogsensitiviteit?

  • Heldere uitleg in begrijpelijke taal
  • Infokaart om te printen en op te hangen
  • Kwaliteitenkaart om te ontdekken waar je kind in uitblinkt

2. Hoogsensitiviteit herkennen

  • Checklist: Is mijn kind hoogsensitief?
  • Signaleringskaart: herken beginnende overprikkeling
  • Observatie-werkblad voor ouders om triggers en herstelmomenten te leren herkennen

3. Je hoogsensitieve kind begeleiden

  • Praktische tips voor een andere benadering (niet strenger, maar zachter en duidelijker)
  • Dagplanner met balans tussen rust en prikkels
  • Rustkaartjes om je kind te helpen ontprikkelen
  • Emotiekaartjes om gevoelens te leren benoemen
  • Affirmatiekaartjes om het zelfvertrouwen te versterken

4. Rust, ritme en prikkelverwerking

  • Wat zijn prikkels precies, en hoe werken ze bij gevoelige kinderen?
  • Prikkelmeter en prikkelemmer: visuele tools om gevoelens te begrijpen
  • Werkblad: Wat geeft mij rust?
  • Calm down-oefeningen voor ontspanning en ademhaling

5. Hoogsensitiviteit als kracht

  • Een liefdevolle mindset-verschuiving voor ouders
  • Kwaliteitenkaartjes voor meer zelfinzicht en zelfliefde
  • Creatieve werkbladen zoals:
    • Mijn superkracht
    • Als ik in de spiegel kijk…

Voor wie is deze toolkit

Deze toolkit is perfect voor jou als:

  • Je een (vermoedelijk) hoogsensitief kind hebt tussen de 3 en 12 jaar
  • Je je kind beter wilt begrijpen zonder te oordelen
  • Je praktische handvatten zoekt voor meer rust en verbinding thuis
  • Je samen met je kind aan zelfvertrouwen en veerkracht wilt bouwen

Alles kant-en-klaar om te printen

Alle onderdelen van de toolkit zijn met zorg ontworpen en klaar om te printen. Zo kun je ze meteen gebruiken aan de keukentafel, in een rustig hoekje of voor onderweg. Perfect voor ouders, opvoeders en ook professionals die met kinderen werken.

Laat jouw kind opbloeien

Hoogsensitiviteit is geen probleem dat opgelost moet worden. Het is een kracht die gezien en ondersteund mag worden. Met deze toolkit geef je jouw kind precies dat: erkenning, rust en ruimte om zichzelf te zijn.