Waarom loslaten nét iets makkelijker gaat met een GPS horloge voor kinderen

Er komt een moment dat je moet beginnen met loslaten. Dat zeggen ze tenminste.
Maar ja, dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan.

Mijn zoon is inmiddels negen. Een leeftijd waarop hij steeds meer zelf wil, zoals zelf naar zijn vriendjes, zelf naar het speelpleintje in het dorp, zelf op pad met zijn fiets. En dat snap ik. Alleen… wij wonen net buiten het dorp, aan een weg waar auto’s soms echt te hard rijden. Elke keer als hij vraagt of hij “even naar het dorp mag”, voel ik dat kleine knoopje in mijn maag.

Ik wíl hem heus wel die vrijheid geven, maar mijn hoofd blijft meteen scenario’s afspelen. “Wat als…?”

Stap voor stap

Een paar weken geleden hebben we daarom een GPS horloge kind gekocht. Niet per se omdat ik hem wilde controleren, maar juist voor mezelf, om een beetje rust te vinden in dat loslaten.

De eerste dagen wilde hij het meteen overal mee naartoe nemen. Hij vond het horloge gelukkig heel stoer! Hij kan er namelijk ook mee bellen. Maar toch wilde ik het nog even stap voor stap doen en eerst samen naar het dorp fietsen. En als hij daar dan eenmaal met z’n vriendjes op het speelplein was, dan kreeg ik de opmerking: “Ga jij maar, mam. Ik weet het nu wel.”

En eerlijk is eerlijk, dat moment kwam sneller dan ik had gedacht. Daar stond hij dan, met zijn fiets netjes geparkeerd bij het hek van het speelpleintje, zijn rugzak nog half open en dat trotse gezicht van: “Zie je wel dat ik het kan?” Ik glimlachte, maar voelde tegelijkertijd dat bekende steekje in mijn buik. Loslaten is blijkbaar iets wat je stukje bij beetje moet leren, net als fietsen zonder zijwieltjes.

Spanning in mijn lijf

Dus fietste ik terug naar huis, met een lichte spanning in mijn lijf en mijn telefoon stevig in mijn hand. Het voelt raar om ineens niet meer alles te zien of te horen. Totdat ik even later een berichtje binnenkreeg via zijn horloge: “Mama, ik ben er nog hoor!” Kort, simpel, maar precies wat ik nodig had. Ik zag op de kaart dat hij inderdaad nog steeds op het plein was. Pfiew, wat een uitvinding, dacht ik toen. Dit is niet alleen een horloge, het is een stukje gemoedsrust.

Langzaam begin ik te merken dat het GPS horloge van One2Track niet alleen handig is voor mij, maar ook voor hem. Hij voelt zich er verantwoordelijker door. Hij weet dat hij mij kan bereiken als er iets is, maar dat ik hem ondertussen gewoon zijn gang laat gaan. Hij leert grenzen kennen, routes onthouden en op tijd terugkomen. En ik leer dat ik niet overal meer bij hoef te zijn om te weten dat het goed gaat.

Loslaten

En zo oefenen we samen in het loslaten. Hij leert een beetje zelfstandigheid, ik leer vertrouwen. En als ik hem dan even later met rode wangen en vieze knieën weer zie thuiskomen, dan weet ik dat we allebei weer een stapje gegroeid zijn.


Beeld: One2Track

Kind en mobiel; dit wil je weten!

Een opvoedaspect waar wij onszelf in onze jeugd in veel gevallen niets bij konden voorstellen is vandaag de dag bij veel huishoudens wel een punt van aandacht; schermtijd en omgang met mobiele telefonie. Kinderen zien volwassenen de hele dag in de weer met hun mobiele telefoon, wat ervoor zorgt dat ze zichzelf ook aangetrokken voelen. Eénmaal het plezier beleeft, zorgt ervoor dat ze al snel ervaren dat er vele voordelen aan zitten. Filmpjes kijken, foto’s maken of spelletjes spelen; het kan allemaal op één telefoon. Het is dan ook niet gek dat kinderen op steeds jongere leeftijd beginnen te vragen naar een eigen telefoon. Hoe ga je hiermee om? Hier een aantal tips die waardevol zijn om te weten. 

Start jong

Iets waar de meningen sterk over verschillen is de leeftijd waarop je met mobieltjes en schermpjes moet starten. Het is goed dit aan de ontwikkeling van een kind zelf over te laten, maar zodra er interesse ontstaat is het goed om er niet al te stiekem over te doen. Leer kinderen om gedoseerd met telefoons om te gaan door ze bijvoorbeeld al een oud exemplaar te geven inclusief een kids sim only. Hiermee zijn ze bereikbaar en hebben ze zelf data, maar niet in overvloed, en zit er een limiet aan. De eerste keer is dit waarschijnlijk in no-time op, maar dat zal snel veranderen wanneer ze ermee om leren gaan.

De boodschap

Het is goed om kinderen te leren dat je een telefoon ook kunt gebruiken in noodsituaties, zoals wanneer ze onderweg zijn en lastig gevallen worden. Daarmee zien ze het niet alleen als educatie maar ook als praktisch middel. Als ouder kun je voor jezelf hier dus ook een stukje veiligheid creëren. Daarnaast gaat er met een mobiel ook meteen een wereld aan informatie open. Veel nuttige en juiste motivatie, maar ook veel nepnieuws en onzin. Afschermen heeft in dit soort gevallen niet veel zin, maar voorlichting en gesprekken wel. Dus probeer de gevaren inzichtelijk te maken en te overleggen hoe jullie daarmee omgaan. Houd de deur altijd open wanneer er wel een keer iets fout gaat en praat erover. Want helaas komt online pesten steeds meer voor, en is het soms zelfs een versterking van online pesten. Het is dus vooral een kwestie van educatie en voorlichting, en hoe jonger je hiermee start hoe meer bewust kinderen ermee om zullen gaan.

Zoals met veel dingen het advies is, is het niet aan te raden mobiele telefonie te verzwijgen en te negeren. Het is iets wat niet weg te denken is uit onze maatschappij, het is dus vooral de truc om er goed en gedoseerd mee om te gaan. Jong beginnen en kinderen laten merken hoe je verantwoord met een telefoon om kunt gaan verhoogt alleen maar de slagingskans op latere leeftijd. Want alles wat verboden is wordt natuurlijk later alleen maar interessanter. Creëer daarnaast ook offline momenten, deze gaan ervoor zorgen dat jullie als gezin ook nog echt met elkaar in gesprek gaan en even niet naar een schermpje zitten te staren. En vergeet niet dat je hier zelf ook rekening mee houdt!


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Spelletjes met water

Zodra de zon zich laat zien, staan hier in de tuin de emmers, waterpistolen en opblaaszwembadjes alweer klaar. Want laten we eerlijk zijn: met een beetje water tover je een gewone middag zó om in een feest! Mijn kinderen (4, 7 en 10 jaar) zijn dol op waterspelletjes, en ik stiekem ook. Het is een fijne manier om actief buiten te spelen, af te koelen én vooral heel veel plezier te maken.

In deze blog deel ik onze favoriete waterspelletjes, van klassiekers tot verrassend originele ideeën. Alles is getest en goedgekeurd door ons eigen testteam. Ideaal voor in de tuin, op het schoolplein of tijdens een kinderfeestje.

1. Sponsrace

Leeftijd: 4+
Wat heb je nodig? Emmers en grote sponzen
Zet twee emmers aan de ene kant van de tuin en twee lege emmers aan de andere kant. Kinderen vullen de spons in de eerste emmer, rennen naar de overkant en wringen hem uit in de lege emmer. Wie als eerste de overkant gevuld heeft, wint!

2. Waterpistool schilderen

Leeftijd: 6+
Wat heb je nodig? Waterpistolen, water met een beetje voedingskleurstof, groot wit laken of papier
Hang een wit doek of groot vel op tegen een schutting. Vul de waterpistolen met gekleurd water en laat de kinderen ‘schilderen’ door te spuiten. Superleuk én creatief!

3. IJsblokken schatzoeken

Leeftijd: 5+
Wat heb je nodig? Klein speelgoed, water, vriezer
Stop kleine speeltjes (denk aan LEGO, plastic dieren of kralen) in een bakje met water en vries het in. Geef de kinderen warm water, lepels of pipetten en laat ze de ‘schatten’ bevrijden uit het ijs.

Liever spelen zonder materiaal? Bekijk hier spelletjes voor buiten zonder materiaal!

4. Waterballonnen hindernisbaan

Leeftijd: 6+
Wat heb je nodig? Waterballonnen en tuinspeelgoed
Maak een parcours met hoepels, kegels, kruiptunnels of wat je hebt liggen. De kinderen moeten het parcours afleggen met een waterballon op een lepel. Valt ‘ie? Terug naar het begin!

5. Blotevoetenwaterpad

Leeftijd: 4+
Wat heb je nodig? Bakken met water, modder, gras, zand
Maak een ‘voelpad’ voor blote voeten. Laat de kinderen door verschillende bakken lopen met water, modder, zand, koud water met ijsklontjes, enzovoort. Een sensorische ervaring met een hoop gegiechel!

6. Waterballon mikspel

Leeftijd: 5+
Wat heb je nodig? Waterballonnen, krijt of emmers
Teken met stoepkrijt cirkels op de grond (of gebruik emmers) en geef elk vak punten. De kinderen gooien waterballonnen en proberen zoveel mogelijk punten te scoren.

Dol op ballonnen? Bekijk hier onze ideeën voor ballonnen spellen!

7. Waterfles-bowlen

Leeftijd: 4+
Wat heb je nodig? Plastic flessen en een bal
Vul een paar lege flessen met een beetje water en zet ze neer als bowlingpins. De kinderen mogen proberen de ‘kegels’ om te gooien met een bal. Variatie: gebruik een natte sponsbal voor extra spetterplezier!

8. Doorweekte t-shirt estafette

Leeftijd: 6+
Wat heb je nodig? Grote t-shirts en water
Twee teams, één nat t-shirt per team. Het eerste kind trekt het natte shirt aan, rent naar de overkant, trekt het shirt uit en geeft het aan de volgende. Nat en hilarisch!

9. Waterdiertjes vangen

Leeftijd: 4+
Wat heb je nodig? Opblaadbadje, plastic waterdiertjes, netje of lepel
Vul een badje met water en plastic diertjes. Laat de kinderen vissen met een netje of lepel. Maak het uitdagender met een timer of laat ze op kleur sorteren.

10. Waterglijbaan met zeep

Leeftijd: 6+
Wat heb je nodig? Lange plastic zeil, water en een beetje afwasmiddel
Leg een zeil in de tuin, spuit er water op en een klein beetje zeep. Rennen en glijden maar! Veiligheidstip: leg het zeil op gras en houd toezicht.

Niet ingewikkeld of duur

Waterpret hoeft echt niet ingewikkeld of duur te zijn. Met een paar emmers, wat fantasie en een zonnetje kom je al een heel eind. En als de kinderen lachen, gillen en helemaal doorweekt zijn? Dan weet je: missie geslaagd!


Uitgelichte afbeelding: Pexels

Zomerse avonturen als leerschool, maar wel met een one2track GPS horloge

De zomer is dé tijd waarin kinderen op ontdekkingstocht gaan. Van buiten spelen tot logeerpartijen en kleine uitstapjes zonder ouders. Het zijn momenten waarop ze groeien in zelfstandigheid, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel. Maar voor ouders is loslaten soms nog best spannend. Gelukkig zijn er hulpmiddelen die deze groei stimuleren zonder in te leveren op veiligheid, zoals het GPS-horloge voor kinderen van one2track.

De zomer waarin Sam alleen naar het speeltuintje mocht

Neem Sam, 7 jaar. Elke middag hoorde hij de kinderen uit de buurt lachen en roepen vanuit het speeltuintje in de straat verderop. Hij wilde er dolgraag heen, maar als moeder twijfel je dan toch… “Wat als hij verdwaalt? Wat als er iets gebeurt?”
Met een horloge van one2track besloten we het avontuur tóch aan te gaan.

We spraken samen af om bij aankomst even een berichtje via het horloge te sturen en om 16:00 uur weer terug. Toen dat de eerste keer goed ging, groeide het vertrouwen aan beide kanten. Sam kreeg ruimte om te spelen, ik als zijn moeder kreeg rust. En hoe fijn, Sam kwam iedere dag vol verhalen thuis, over nieuwe vriendjes, klimtoestellen die ineens minder eng leken en het helpen van een kindje dat gevallen was. Hij groeide echt, letterlijk en figuurlijk.

Veilig op pad met opa en oma in de zomervakantie

Ook tijdens logeerpartijen is het GPS-horloge een uitkomst. Zo ging Sam ook een weekje naar zijn opa en oma op de camping. Een nieuwe omgeving, onbekende mensen, véél prikkels. Voor ons als ouders was het fijn om via de app even te kunnen meekijken of hij veilig op het terrein was. En Sam vond het geweldig dat hij zelf een spraakberichtje kon sturen:
“Mama, ik ben bij het meertje! Ik ga waterdiertjes zoeken!”

Deze kleine vormen van communicatie versterken het zelfvertrouwen van een kind. Ze leren dat ze verantwoordelijk zijn voor wat ze doen, maar ze sta er niet alleen voor.

Op avontuur met een vangnet

Juist tijdens de zomermaanden maken kinderen sprongen in hun ontwikkeling. Ze klimmen hoger, lopen verder, verkennen onbekend terrein. Ze leren omgaan met risico’s, sociale situaties en onverwachte wendingen. Dat is belangrijk voor hun groei. Tegelijk hebben ze, zeker in deze fase, nog een vangnet nodig. Een stukje verbinding met thuis.

Het GPS horloge voor kinderen biedt dat vangnet, zonder het avontuur te beperken. Ouders kunnen live volgen waar hun kind is, zones instellen (zoals een speeltuin of camping) en direct berichten sturen of bellen. Kinderen hebben de vrijheid om op pad te gaan, terwijl ze weten dat ze hun ouders kunnen bereiken als het nodig is. Dat geeft rust, aan beide kanten.

Op weg naar zelfstandigheid

Het mooie van het GPS-horloge is dat het niet alleen een praktische gadget is, maar ook een groeihulpmiddel. Kinderen voelen zich verantwoordelijker als ze weten dat ze iets “belangrijks” om hun pols dragen. Ouders durven vaker dat stapje los te laten. En die combinatie? Die zorgt ervoor dat kinderen net iets verder durven gaan dan gisteren. Iets langer durven blijven. En bij thuiskomst vol trots vertellen over hun avontuur.

De zomer is hét seizoen waarin kinderen groeien door te doen. Door op ontdekking te gaan, fouten te maken, weer op te staan. Een horloge van one2track ondersteunt die groei met vrijheid én veiligheid. Of het nu gaat om een eerste boodschap doen, zelf naar de speeltuin lopen of een logeerpartij bij opa en oma, het draagt bij aan een kind dat vol vertrouwen groot durft te worden.

Dus laat deze zomer niet alleen een herinnering zijn aan zon en ijsjes, maar ook aan het moment waarop jouw kind een stukje groter werd.

Gymmen in je ondergoed, ik zie het probleem niet

Daar stond hij dan, mijn vierjarige, in zijn vrolijke onderbroek met dino’s erop. Klaar om te gymmen. Zwaaiend met zijn armen, klaar om te klimmen, springen en vallen. “Mama, kijk, ik ben een aap!” riep hij terwijl hij over een bank kroop alsof hij op expeditie was. En ik? Ik glimlachte. Want dit is precies zoals gymles voor kleuters bedoeld is: vrij, vrolijk en vooral niet ingewikkeld.

Toch zijn er ouders die zich daar druk over maken. “Moet dat nou? Gymmen in hun ondergoed?” De toon is vaak een mengeling van ongemak en verontwaardiging, alsof het kleutergym op een illegale nudistencamping is. Maar eerlijk: wat is nou eigenlijk het probleem?

Ze zijn vier of vijf. Hun onderbroeken zijn groter dan hun schaamte. Ze denken dat ‘privacy’ iets is dat je in de zandbak kunt begraven. Ze hebben nog geen enkel besef van ‘lichamelijke gêne’, laat staan dat ze daar zelf mee komen aanzetten. Dat komt nog vroeg genoeg. En tot die tijd? Laten we het alsjeblieft luchtig houden.

“Maar het is toch 2025, dit kan toch niet meer?” roepen sommigen. Jawel hoor, het kan wél. Want gymmen in een onderbroek is niet per definitie achterhaald, onveilig of onfatsoenlijk. Het is gewoon praktisch. Geen gehannes met minuscule gymtasjes, geen paniek over kwijtgeraakte gymschoentjes, geen drama over welke broek van wie is. Iedereen dezelfde outfit: ondergoed en energie.

Daarnaast – laten we wel wezen – in een tijd waarin alles moet glanzen en passen binnen een Instagrampost, is het best verfrissend om kinderen gewoon kind te laten zijn. Zonder prestatie, zonder oordeel, zonder sportoutfit van dertig euro. Gewoon: hup, schoenen uit, sokken uit, shirt uit en gáán.

Misschien is het grootste probleem niet dat kleuters in hun onderbroek gymmen, maar dat wij volwassenen daar zo’n probleem van maken. Misschien moeten we eens wat vaker terug naar de eenvoud. Naar het moment waarop je lichaam nog iets was om in te klimmen, te rennen, te rollen – niet om je voor te schamen of druk om te maken.

Dus ja, mijn kleuter gymt in zijn onderbroek. En ik? Ik zie er geen probleem in.

Van Rudolf sushi tot handgeschilderde kerstkoekjes. De kersthapjes-gekte gaat weer beginnen!

Twinkelende lichtjes en mierzoete reclames. Het is december! En jawel, daar hangt de ultieme uitdaging voor elke ouder: de kersthapjeslijst van de juf. Het lijkt zo onschuldig deze handige opsomming van wat er meegebracht moet worden naar het kerstdiner op school. Maar vergis je niet: die lijst is geen lijst. Het is een wedstrijd.

Met goede moed wandel je maandagochtend de school in, om te zien dat de lijst al hangt. Het begint, wie durft de eerste zet te doen? Uiteraard heeft de moeder met de praktische jas en de net iets te strakke agenda haar naam al bij “pakken chocomel” gezet. En de vader die altijd te laat is, heeft natuurlijk servetten geclaimd. Slimme zet. Maar jij? Jij ontdekt de lijst pas op woensdagmiddag, wanneer alleen nog “culinair hoogstandje, volledig Instagram-waardig” openstaat.

Sushi in de vorm van Rudolf

Je denkt nog even terug aan vroeger. Toen een worstje in bladerdeeg en een blokje kaas op een prikkertje met een zilveren sterretje goud waard waren. Maar dat is nu passé. Tegenwoordig verwachten ze kerstmannetjes in marsepein, handgeschilderde koekjes met kerststerren, en sushi in de vorm van Rudolf het rendier.

Dus daar sta je, woensdagavond, in de keuken. Je hebt je handen vol met een Pinterest-recept dat belooft dat kerstboomvormige mini-pizza’s “echt supersimpel” zijn. Eén blik op je keuken vol deeg en mislukte kaassterretjes verraadt anders. De kinderen hangen ondertussen verveeld op de bank, want jij moet “creatief wezen”.

Pizza-Kerstboom-baksel

Op school aangekomen, blijkt jouw pizza-Kerstboom-baksel ineens totaal ondermaats. Naast je staat een moeder met een schaal kunstwerken – eh, kersthapjes – die een Michelin-ster verdienen. “Gewoon een beetje hobbyen,” zegt ze nonchalant. En jij voelt je ineens alsof je naar een kerstdiner komt met een plastic bakje druiven.

Maar weet je, het kan altijd erger. Want er is ook nog altijd die ene ouder die, midden in de kersthapjes-chaos, besluit om zelf niets te maken, maar een schaal kant-en-klare bitterballen meeneemt. En weet je? Die schaal is nog het eerste leeg ook. Terwijl jouw “kunstwerkjes” half afgekloven achterblijven.

En terwijl je de afgebrokkelde kerstbomen in een vuilniszak schuift, neem je je voor: volgend jaar zet je je naam als eerste op de lijst. Voor de servetten.

‘Ouders woest na horrorscène in Sinterklaasjournaal’… Pfff, zucht, ugh!

Ja hoor, het is weer zover. De tijd van chocoladeletters, pepernoten en… boze ouders over het Sinterklaasjournaal. Dit jaar ligt de verhaallijn onder vuur omdat het “te ernstig” zou zijn. Kijkcijferanalist Tina Nijkamp noemt het zelfs het “slechtste Sinterklaasjournaal ooit” vanwege de ziekenhuisopname van de Sint en – hou je vast – een ontmoeting met een cirkelzaag. Als je het mij vraagt, is het niet het Sinterklaasjournaal dat ontspoord is, maar de ouders die overdrijven.

Huilend op de bank

Weet je wie níet huilend op de bank zit? Kinderen. Terwijl volwassenen zich druk maken over sirenes en zaagmachines, zitten kinderen te genieten van het avontuur. En weet je wat ze zeggen als het spannend wordt? “Het komt toch altijd goed.” Want dat is de kern van het Sinterklaasjournaal: spanning met een gegarandeerd goede afloop. Dat is het hele spel van Sinterklaas!

Kinderen hebben een gezonde dosis spanning nodig. Het helpt hen omgaan met kleine angsten en leert ze dat zelfs als dingen misgaan, alles uiteindelijk weer goedkomt. Sinterklaas belandt in het ziekenhuis? Geen probleem, de Pieten regelen het wel. Een cirkelzaag? Spannend! Maar we weten allemaal dat de Sint er ongedeerd uitkomt. Dit is geen horrorfilm; dit is een zorgvuldig geregisseerd kinderprogramma.

Kinderen gladstrijken

De kritiek dat het “te ver” gaat, zegt meer over de ouders dan over het programma. Want laten we eerlijk zijn: de meest bezorgde ouders zijn vaak degene die alles voor hun kinderen gladstrijken. Maar kinderen leren door uitdaging en spanning. Het leven is geen aaneenschakeling van regenbogen en glitter. En wat is een beter moment om dat spelenderwijs te leren dan tijdens de magie van Sinterklaas?

En dan nog dit: laten we niet vergeten dat het Sinterklaasjournaal een traditie is die kinderen betovert, niet ouders. Het is niet bedoeld om ons volwassenen te pleasen met een tam, voorspelbaar verhaal. De sirenes, cirkelzagen en verdwijntrucs zijn precies wat dit programma spannend en memorabel maken. Wie klaagt over het “tranendal” van twee jaar geleden, vergeet gemakshalve dat kinderen ook toen nog gewoon blij naar de intocht keken en vrolijk pepernoten aten.

Precies waar het voor bedoeld is

Dus ja ‘experts’ en mede-klagers, laten we ophouden met doen alsof dit “te veel” is. Het Sinterklaasjournaal doet precies waar het voor bedoeld is: kinderen een magisch, spannend en hoopgevend verhaal bieden. En als dat betekent dat wij volwassenen even door onze spanning heen moeten bijten, dan is dat maar zo.

Laten we de Sint z’n werk doen en genieten van de show. Want zeg nou zelf, als zelfs een cirkelzaag in het verhaal past, wat kan er dan níet goedkomen?


Afbeelding Shutterstock

‘Even m’n potje afmaken’ en nog vijf reacties van mijn gamende zoon

Het is avond, de klok tikt richting bedtijd en mijn zoon zit alweer uren verdiept in zijn favoriete game. Ik geef het toe, gamen is z’n passie. Het is niet zomaar een hobby, het is een levensmissie. Maar elke moeder kent dat onvermijdelijke moment waarop je de woorden moet uitspreken die bij voorbaat al garant staan voor drama: “Stoppen met gamen, het is tijd om naar bed te gaan.” En dan begint het. Hetzelfde ritueel, dezelfde excuses, dezelfde onuitputtelijke pogingen om nóg vijf minuten te krijgen.

Voor wie dit dagelijks meemaakt: hier zijn vijf reacties van mijn zoon op dat gevreesde moment, want als het om gamen gaat, zijn kinderen net stand-up comedians.

1. “Ik kan nu niet stoppen, ik ben midden in een missie!”

Na “even m’n potje afmaken” komt deze klassieker. Het maakt niet uit hoe vaak ik zeg dat bedtijd echt bedtijd is, mijn zoon is steevast bezig met een ‘missie van levensbelang’ die nooit op pauze kan. “Mam, het is nu écht belangrijk!” zegt hij met een serieus gezicht, alsof hij deel uitmaakt van een reddingsoperatie in het buitenland. En ik sta daar, denkend: sinds wanneer zijn bedtijden onderhandelbaar bij noodsituaties? Helaas, zijn digitale wereld draait blijkbaar door, ook als de klok in de echte wereld richting negen uur gaat.

2. “Dit is mijn laatste potje, ik zweer het!”

Ah, de belofte van “het laatste potje”. Ik ken deze inmiddels als geen ander. Dat ‘laatste potje’ heeft meer keren dan ik kan tellen geleid tot een extra half uur gamen. Zodra ik hem eraan herinner dat ik dat ‘laatste potje’ al 30 minuten geleden heb gehoord, kijkt hij me aan met de onschuldige ogen van een puppy. “Ja, maar dat ging net mis, mam, dit keer echt de laatste!” Ja hoor, en dan zit ik straks op de bank te wachten tot hij eindelijk zijn overwinning heeft behaald. Zelden een belofte met zo weinig overtuigingskracht gehoord.

3. “Ik ben bijna klaar, nog één minuut!”

Het grappige aan deze is dat die ‘één minuut’ nooit een echte minuut is. In game-tijd lijkt dat concept van tijdsverloop totaal anders te zijn. “Nog één minuut,” roept hij dan, terwijl hij druk op de knoppen van zijn controller hamert. Tien minuten later blijkt die ene minuut een rekbaar begrip te zijn dat alle wetten van de natuurkunde tart. En als ik hem daarop aanspreek, volgt steevast: “Mam, jij begrijpt gewoon niet hoe dit werkt!” Tja, misschien niet, maar ik weet wel hoe een klok werkt.

4. “Maar iedereen mag altijd langer gamen, behalve ik!”

En dan komt-ie: de ultieme troefkaart… het argument dat iedereen, maar dan ook iedereen veel langer mag gamen dan hij. Blijkbaar hebben álle andere kinderen ter wereld onbeperkte schermtijd en ben ik de enige moeder die grenzen stelt. “Thijs mag tot tien uur doorgaan en hij hoeft niet eens zijn tanden te poetsen,” roept hij dan verontwaardigd. Even overweeg ik om Thijs’ ouders op te bellen om te checken of dat klopt, maar ik laat het maar. Hoe kan ik als ouder ooit concurreren met de onzichtbare legioenen van gamende kinderen die volgens mijn zoon alle vrijheid van de wereld hebben?

5. “Maar als ik nu stop, verlies ik al mijn voortgang!”

Dit is de dramatische noodbom die altijd aan het eind komt. Met een zucht en een diepe blik in mijn richting zegt hij: “Als ik nu stop, verlies ik alles waar ik vandaag voor gewerkt heb.” Het is alsof hij net een kasteel van zand heeft gebouwd en ik er op het punt sta een emmer water overheen te gooien. En ik snap het, ik snap écht dat het frustrerend moet zijn om zomaar te stoppen als je zo hard hebt gewerkt om in die game vooruitgang te boeken. Maar, serieus? Het is bedtijd en zijn digitale karakters kunnen wel een nachtje zonder hem doorbrengen.

Bonus: “Dit is goed voor mijn toekomst!”

Deze komt zo nu en dan voorbij als hij écht wanhopig is. “Mam, dit is serieus! In de toekomst kun je gewoon rijk worden van gamen!” roept hij met sterren in zijn ogen. Tja, hij zou gelijk kunnen hebben. Maar voor nu zeg ik maar: “Voor je toekomst is een goede nachtrust net zo belangrijk, mijn jongen!”

En zo gaan we elke avond het ‘gevecht’ aan, een wedstrijd tussen mijn pogingen om structuur in zijn dag te brengen en zijn eindeloze creativiteit om vijf extra minuten te winnen. Maar eerlijk is eerlijk, uiteindelijk zet hij de game uit, misschien niet zonder protest, maar wel met een knuffel voordat hij naar bed gaat.

Dus aan alle moeders met gamende zonen, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Het is grappig, soms frustrerend, maar vooral heel herkenbaar. En wie weet, misschien eindigt die zoon van mij ooit nog als professionele gamer. Maar voorlopig? Eerst tandenpoetsen en naar bed!


Afbeelding: Shutterstock

Appeltjes plukken, hoe het werkelijk gaat…

Ah leuk, het is herfst! We kunnen weer appeltjes plukken met de kinderen. Dit is echt zo’n idyllische activiteit om te doen met kinderen. Lekker een frisse neus halen in de buitenlucht. Terwijl de kinderen ravotten door een boomgaard, leren ze waar appeltjes aan groeien. Alle zintuigen worden geprikkeld en als ouder voel je dat je echt goed bezig bent!

Top, wij gaan appeltjes plukken!  Lees meer

En toen bleek ik opeens een winkeldief! Nou ja, mijn kleuter dan…

Boodschappen doen is meestal niet mijn favoriete bezigheid, maar sinds de zelfscankassa’s hun intrede hebben gedaan, vind ik het ineens een stuk dragelijker. Geen eindeloze wachtrijen meer, geen vreemde blikken van de caissière als mijn kleuter weer eens iets te hard roept dat hij “NU EEN KOEKJE WIL!” Nee, met een zelfscanner kan ik rustig mijn karretje door de gangpaden manoeuvreren, zonder me druk te maken over ongemakkelijke situaties. Tenminste, dat dacht ik.

Prachtig dat zelfscannen

Daar liep ik dan, met mijn kleuter naast de winkelwagen en de scanner stevig in mijn hand. Mijn kleuter vindt het prachtig, dat zelfscannen. Terwijl ik zorgvuldig de barcodes van de yoghurt, appels en brood inscan, grijpt hij enthousiast naar alles wat hij kan bereiken. Soms kijk ik nog eens achterom en zie ik een pak eierkoeken die ik me niet kan herinneren gepakt te hebben, of een zak chips die ik echt niet op mijn lijstje had staan. “Mama, koekjes!” roept hij blij en mikt een pak oreo’s in de kar. “Nee, schat, die hebben we al thuis,” probeer ik dan geduldig, terwijl ik de koekjes terugleg en een poging doe om hem een appel aan te smeren.

Maar goed, meestal weet ik deze spontane inbreng nog op tijd te ontdekken en corrigeren voordat we bij de kassa zijn. Ik scan het laatste item, betaal met een voldaan gevoel en denk dat ik de winkel als een ware multitaskende supermoeder heb verlaten.

Tot die ene keer. De winkel was druk en mijn geduld stond op het punt te verdampen. Mijn kleuter had zijn ogen laten vallen op de plastic tasjes bij de kassa en in de chaos die volgde, had ik mijn volle aandacht nodig om te voorkomen dat hij met de hele tassenbundel op de grond zou eindigen. “Kom op, we zijn bijna klaar,” mompelde ik, terwijl ik de laatste producten in mijn tassen propte en de zelfscan op ‘betalen’ zette.

Steekproef

En ik voelde het al aankomen… “Steekproef,” verscheen er op het scherm. O nee, niet nu! Ik keek naar mijn overvolle kar, mijn kleuter die inmiddels de zak met chips weer had teruggevonden, en ik zuchtte diep. Daar kwam de medewerker al aan, glimlachend maar met een blik die duidelijk maakte dat er geen ontkomen aan was.

“Goedemiddag, even een kleine controle,” zei ze vriendelijk terwijl ze de scanner pakte en begon met het nalopen van mijn boodschappen. Ik deed mijn best om me onschuldig te gedragen, maar ergens bekroop me een vervelend gevoel. Wat had hij er nu weer in gegooid zonder dat ik het doorhad?

En ja hoor, na een paar tellen vond ze het: een grote reep chocola, diep verstopt onder een stapel bananen. “Deze is niet gescand,” zei ze, terwijl ze me met een licht vragende blik aankeek. Ik kon wel door de grond zakken. “Sorry, die had ik echt niet gezien,” stamelde ik. Ze knikte begripvol, maar ik voelde me schuldig. Niet alleen omdat ik die reep niet had gescand, maar ook omdat ik in gedachten al aan het plannen was hoe ik die kleuter straks thuis ging berispen.

“Mama, chocola voor thuis?” riep hij vrolijk, terwijl hij naar de reep wees. De medewerker glimlachte breed en ik zag haar denken: “Dat excuus heb ik vaker gehoord.”

Daar stond ik dan

Daar stond ik dan, terwijl (voor mijn gevoel) de hele supermarkt me toekeek. Ik betaalde snel voor de vergeten reep, bedankte de medewerker en duwde het karretje zo snel mogelijk richting uitgang. Mijn kleuter zwaaide vrolijk en ik mompelde iets van “geen chocola voor jou, jongeman!” Maar eigenlijk voelde ik me vooral beschaamd.

Eén ding is zeker: de volgende keer dat ik bij de zelfscan sta, check ik nog even extra goed wat er allemaal in mijn karretje is beland. Want je weet het maar nooit met die kleine winkeldief.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock