Tips voor een goede nachtrust

Iedere ouder heeft er weleens mee te dealen, correctie bijna iedere ouder heeft er weleens mee te dealen. Een slechte nachtrust. Bij sommige gebeurt het sporadisch, bij andere gebeurt het iedere freaking nacht dat de kleintjes wakker worden, uit bed komen, of erger nog, net zo lang MAMA schreeuwen totdat je het niet meer aan kunt horen.

Voor die ouders heb ik een paar tips ‘voor een goede nachtrust’.

  • Co-sleeping is No-sleeping? Dat klopt, tenzij je de kunst hebt geperfectioneerd om in een bed van 90 cm breed comfortabel te slapen met een peutervoet in je nek. Geloof het of niet, soms is dit nog steeds de beste optie. Wie had dat gedacht?

  • De burpy challenge. Het is simpel: Doe zoveel mogelijk burpees totdat je in een semi-comateuze staat belandt. Het goede nieuws is dat je misschien zo uitgeput raakt dat je het nachtelijke circus niet eens meer hoort.

  • Word een nachtloper. Ga voor het slapengaan hardlopen tot je erbij neervalt. Letterlijk. De kans bestaat dat je zo moe bent dat je in slaap valt voordat je hoofd het kussen raakt. Of je wordt midden in de nacht wakker met kramp, maar dat is een zorg voor later.

  • Wijn voor het slapengaan. Eén glaasje kan wonderen doen, twee glaasjes en je voelt je al wat zweveriger. Maar let op, meer dan dat en je bent vaker in de badkamer dan in bed. En laten we wel wezen, niemand wil wakker worden met een wijnkater terwijl een peuter op je hoofd trommelt alsof het een drumstel is.

  • Neem geen kinderen. Klinkt als een solide plan, nietwaar? Maar voor velen van ons komt dit advies net iets te laat. En eerlijk is eerlijk, ondanks de slaapgebrek, zou je ze voor geen goud willen missen… toch?

  • Stuur ze uit logeren. Zo vaak als je kunt. Dit is de heilige graal van ouderlijke rust. Jouw huis, jouw regels, jouw glorieuze nachtrust. Pak die kans met beide handen aan!

Verder heb ik nog de powernap-tips voor je zodat je overdag wat gemiste slaapuurtjes in kunt halen en bedenk ten alle tijden ‘het is een fase’, want er komt een dag dat je bed weer helemaal, de hele nacht, ongestoord voor jou alleen is… Sterkte daar!

 Afbeelding: Shutterstock

Beste kleuterschool, wat heb je met mijn kleine mannetje gedaan?

kleuter

Beste kleuterschool,

Ik heb iets op mijn hart en ik moet dat even kwijt. Want wat, in hemelsnaam, is er de afgelopen weken met mijn mannetje gebeurd? Waar hij eerst met twee armpjes, smekend niet weg te gaan, om mijn nek hing, daar gaat hij nu, een beetje mans, op zijn kleuterstoeltje zitten alsof hij dat al jaren doet.

Maar dat is niet alles, kleuterschool. Er zijn meerdere dingen waar ik met een verbaasde blik naar gekeken heb de afgelopen tijd.

Zo liep hij laatst na schooltijd naar huis. En hij liep niet zomaar naar huis. Nee, zo ongeveer alles op zijn pad moest hij slopen of er tegenaan schoppen. Geen boomblad of tak was veilig. Gelukkig waren alle auto’s al verdwenen, maar een aantal spatborden moesten toch wat kleuterschopjes (meestal zijn die niet raak) incasseren. Dat deed hij normaal nooit.

En weet je hoe hij nu voor de spiegel staat? Hij geeft zichzelf een manse blik trekt vervolgens zijn onderbroek op tot onder zijn oksels en roept met een lage stem ‘Spierballuuuuuuhhh!’. Zal hij dat gezien hebben in de kleedkamer bij gymles? Ik heb het zijn vader in ieder geval nog nooit zien doen.

En weet je hoe hij zich nu opstelt in de speeltuin? Met zijn benen een beetje uit elkaar, zijn knieën een beetje gebogen en nog net niet met een Al Bundy hand in zijn broek, staat hij tegenover een meisje in de speeltuin en zegt hij met zijn stoerste stemmetje ‘Hi, wie ben jij??’. Om vervolgens dat schattige meisje een stomp in haar buik te geven en hard weg te rennen. Nee, dat zag ik dan weer niet aankomen. Is dit mijn kleine lieve mannetje, met zijn onschuldige koppie die alles voor elkaar kreeg met zijn lachje en kuiltjes in zijn wangen?

En dan nog maar te zwijgen over hoe grappig hij een boer of een scheet laten nu opeens vindt.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb heel veel bewondering voor hoe jullie 30 van die kleuters de hele dag om jullie heen kunnen hebben, zonder niet gillend gek te worden, maar ik had toch de stille hoop dat hij wat andere dingen had opgepikt, zoals hoe hij langer dan 5 minuten aan tafel moet blijven zitten, of dat hij niet klakkeloos door zijn zusjes geblaat heen moet schreeuwen, maar beter een vingertje in de lucht kan steken.

Nou kleuterschool, het zal vast nog wel komen. En in de tussentijd zal ik het ventje proberen te temmen, zodat hij niet al te veel in zijn omgeving zal slopen en ik zal stiekem met hem meelachen om zijn hilarische scheetjes en boertjes.

En dan praten we over een half jaartje weer verder.

Groetjes,
Mama van een nieuw kleutertje.

opvoeding

Narcistische kindjes…

Oké, en nu allemaal stoppen met zeggen dat je kind zo bijzonder is, daar krijgen ze namelijk narcistische trekjes van. Blijkt uit onderzoek. Naast de genetische aanleg voor narcisme, blijken ook vooral de kinderen die vaak van hun ouders te horen krijgen dat ze specialer zijn dan anderen, bovengemiddeld hoog scoren bij de onderzoektestjes. Dat verzin ik niet, de onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam melden dat.

Narcistische kindjes dus… Kindjes met een doorgeslagen gevoel van eigenwaarde. Wat zullen de opvoed-goeroes daarvan vinden, vraag ik mijzelf meteen af?

Moeten we nu alle tekeningen die nergens op lijken met de grond gelijk maken? Of moeten we bij elke tekening zeggen ‘Oh leuk, maar denk maar niet dat je talent voor tekenen hebt.’ Of blijven we lekker doorgaan met het kweken van narcistische kindjes?

Mag ik naast het straffen, de kinderen nu ook al niet meer belonen met een flink compliment? Straks lopen ze erbij als een narcist met een veer in hun reet.

Of moet ik tegen mijn kleintjes zeggen dat ze speciaal zijn, maar wel net zo speciaal als het buurjongetje en als Gerdien van de hoek. Oh ja en net zo speciaal als dat irritante ventje uit zijn klas. Want ze moeten natuurlijk niet gaan denken dat ze specialer zijn dan anderen!

Nou ja, het blijkt maar weer dat opvoeden helemaal niet zo gemakkelijk is als het lijkt. Want hoe je het ook doet, er komt altijd wel weer een onderzoekje boven drijven waaruit blijkt dat je het helemaal verprutst. Zelfs wanneer je je kind speciaal probeert te laten voelen…


Afbeelding: Shutterstock / Creativa Images

Met je broer of zus

Mijn kinderen konden het altijd erg goed met elkaar vinden. De oudste had de regie en de andere twee volgden de regie braaf op. Ik dacht echt dat ik engeltjes op de wereld had gezet, die elkaar lief hadden tot op het bot en elkaar alles gunden. Meer dan ze zichzelf gunden. Ware broeder- en zusterliefde.  Lees meer

Je piemel valt er niet af

Ik heb een zoon. Een ‘echte’ jongen in hart en nieren. Ik heb ook vriendinnen met zoontjes. Allemaal, stuk voor stuk, stoere binkies. En het zijn ook nog eens de vrienden van mijn zoon. Zo nu en dan een jongensomgeving dus.

Nee, een jongen is geen meisje. Een jongen doet jongensdingen. En ik wil niet generaliserend zijn, maar het is gewoon zo. Er zijn duidelijk zichtbare verschillen tussen een jongen en een meisje. Zo rammen jongetjes op alles wat ze op hun pad tegenkomen en als ze echt op gang zijn, brullen ze er ook nog bij. Maar er is nog een dingetje waar je niet omheen kunt. Ze hebben een piemel.

Jongens hebben een piemel!

Nu ben ik zelf nooit in het bezit geweest van een piemel en mag ik mijzelf dus geen grote expert op dit gebied noemen. Maar gezien de jongensomgeving waarin ik mij soms begeef, kan ik natuurlijk een poging wagen om een beeld te schetsen en misschien wat advies te geven over de piemel.

Lieve jongetjes,

Ik snap dat een piemel heel handig is om mee te kunnen plassen. Maar omdat je heel gemakkelijk overal kunt plassen, betekent niet dat je overal moet plassen. De ingang van onze tent is bijvoorbeeld niet de plek om plaskraan open te zetten. En de glijbaan op het speelpleintje is ook niet bedoeld om je plasje vanaf te laten glijden.

Ik weet hoe een piemel eruit ziet, je hoeft het dus niet nadat je onder de douche bent geweest in de rondte te wapperen en er een speciaal dansje mee te doen (dit geldt ook voor alle vaders).
Op school zijn er misschien kindjes (meisjes) die niet weten hoe een piemel eruit ziet. Het is niet jouw taak om dat laten zien. Alsjeblieft, hou hem in je broek! Echt waar, als klein jongetje kan dat misschien onschuldig overkomen, maar als je straks een tiener bent zal je niet zo onschuldig meer behandeld worden. Dus, leer het nu gewoon alvast af!

Het is ook echt niet nodig om je piemel in allerlei gaatjes te stoppen, zoals het gat van een cd, shampoofles of iets anders waar ‘ie nu nog wel doorheen past, maar er komt een dag… En het is ook zeker niet nodig om je piemel in de appelsap te dopen. Of op de tafel te leggen. Echt. Niet. Nodig.

En als laatste, wees gerust! Ontspan! Je piemel valt er niet af. Hij zit daar in je broek en hij blijft daar in je broek. Je hoeft dus niet elke vijf minuten te voelen of ‘ie er nog zit en je hoeft hem niet vast te houden terwijl je Spiderman zit te kijken. Echt, geloof me, hij zit daar voor de rest van je leven.

Nou de groetjes he… En boks!

Afbeelding: Shutterstock

Aan tafel!

Dat kale bord macaroni waar ik het laatst over had, dat schotel ik mijn kleintjes natuurlijk niet elke avond voor. Nee, ik doe echt mijn best in de keuken, maar het valt niet mee om aan ieders wensen te voldoen. Het avondeten kan bij ons dus alle kanten op gaan. Het kan super gezellig zijn en iedereen eet goed van zijn eten, dan eten we patat (of spinazie à la crème). Of het is één groot drama, een fiasco, een chaos. Dan eten we broccoli, spruitjes, andijvie, bietjes… of een ander soort groente.

Aan de laatste foodtrends hoef ik me ook al niet te wagen. Ik heb het geprobeerd hoor! Een soort fruitshakie, maar dan met avocado en spinazie erdoor gemixt. De peuter keek er vol afschuw naar en keerde het al snel de rug toe, zelfs de man riep een harde ‘gatverdamme’ uit. En eerlijk? Nee, ik vond het zelf ook niet zo een succes.

Maar het schijnt dat ik daar niet de enige in ben. Uit een onderzoek van de Ouders van Nu en FrieslandCampina bleek dat de meeste ouders de foodtrends (quinoa, Goji-bessen, kokossnippers, wagyu en amandel melk) liever aan zich voorbij laten gaan. Het mag allemaal wat simpeler aan tafel. Ze maakten een video van tafelmomentjes met kleintjes.

https://www.youtube.com/watch?v=2sEgIpCccbA&feature=youtu.be

Oh yes Please… Simpeler, graag! Dit zijn mijn drie etertjes aan tafel:

De zesjarige
Als de zesjarige in de middag vraagt wat we ‘s avonds eten, is eigenlijk geen enkel antwoord het juiste, want alles is vies. Er is voor haar maar één goed antwoord: patat met spinazie à la crème. Bij groene dingetjes gaat ze gillen (behalve bij spinazie à la crème). Bij groene groente gaat ze gillen (behalve bij spinazie à la crème). Bij rode ook. Pannenkoeken moet ze niet, want daar zitten harde randjes aan. Poffertjes mogen daarentegen wel (van hetzelfde beslag) gebakken worden. Het Diva-gedrag is overigens niet terug te vinden in hoe ze haar eten eet. Het bestek kan na het eten weer regelrecht de la in, want eten met je handen gaat haar prima af.

De peuter
Voor de peuter hebben we dubbelzijdig plakband nodig om hem een schrale 5 minuten aan tafel te laten zitten. Nee, hij is meer van het lopend buffet. Een hapje hier, een hapje daar. Proeven is wel één van zijn kwaliteiten, tot rauwe ui en prei aan toe. Inmiddels weet hij wel wat eten met je doet. Hij vertelde me laatst dat ik beter niet meer kon eten, want ik werd wel erg groot… En bedankt!

De minipeuter
De minipeuter is een bodemloze put. Één van de eigenschappen die ze van haar moeder heeft. Haar bord kan niet snel genoeg gevuld worden. Na wat gecommandeer over eten op haar bord en het vlees snijden, begint ze heerlijk aan haar maaltje. Het liefst met macaroni of rijst. En vaak gaat het bordje tot de laatste korrel leeg. Maar er zijn ook zeker gerechten waar ze niks van moet hebben en dan begint ook de minipeuter hierin wat Diva-gedrag te vertonen…

Hoe zijn de tafelmomentjes met jullie kleintjes? Gaan jullie voor simpel en ben je blij dat er überhaupt iets in gaat of ga je voor de foodtrends en heb je een tafel vol fijnproevers?

De bloemenkraal

De dag waarvan ik niet wist wat te verwachten, de dag waar ik 14 maanden geleden niet eens aan durfde te denken. Die dag is nu voorbij. De allerlaatste chemo behandeling is geweest. Heel eng want chemo voelt veilig. Het is fijn voor mijn Prins dat het voorbij is, zodat zijn lichaam weer goed kan herstellen, eindelijk!

bloemenkraal

Natuurlijk volgen er nog dips, transfusies, gesprekken, controles en scans en zijn we nog jaren verbonden met het VU. Maar de dag van de welbekende bloemenkraal is een mijlpaal voor een kind met kanker en zo ook voor mijn kanjer.

Vanaf nu moeten mijn Prins en zijn lichaam het zelf flikken maar oooooohw mèn wat heb ik bewondering voor mijn kleine fragiele manneke van 5 jaar met zijn slechts 1,05 meter groot en nog geen 17 kilo. Hij heeft deze hele periode doorstaan zonder klagen, zeuren of piepen. Heeft meer prikken en medicijnen gehad dan in een gemiddeld mensenleven, maar huilen? Nauwelijks. Nog meer bewondering heb ik voor het feit dat deze kanjer de hele periode ZONDER sonde heeft doorgebracht. Natuurlijk was het soms op het randje en werd de diëtiste uit de kast getrokken. Maar deze stoere knul heeft het zelf geflikt en zichzelf op gewicht gehouden met pure wilskracht. De manier waarop? Inmiddels zijn we groot aandeelhouder bij Mora en is de productie van frikandellen verdubbeld en de Dora worst en leverworst bij de AH zijn in grote getale aangerukt sinds Mace ziek is. Totaal geen structuur, maar eten wanneer “zijn buikje zegt dat hij honger heeft”. Een ziek kind die in dit ziekte proces geen sonde draagt, gebeurt zelden, dit noemen we superheldenkracht. Laat ik wel voorop stellen dat sommige kinderen geen keuze hebben.

De enige keerzijde van dit hele proces is dat deze “Prins op zijn erwt” enorm is verwend en ik draag hem op handen. En weet je? I love it! Deze jongen heeft een award verdiend maar het mag ook een standbeeld zijn, voor de meest stoere, moedige, krachtige en sterke jongen van 5 jaar oud die Mace heet. Er zijn natuurlijk nog duizenden kinderen die dit verdienen maar deze superheld is speciaal voor mij.

Het gekke is, ik besef nog niet helemaal dat het “klaar” is en zit er met mijn hoofd nog middenin. En als ik de film soms voorzichtig en langzaam terug draai is het nog niet te bevatten. Wat ik heel bewust ervaren heb, is dat het leven echt GEWOON doorgaat. Dat wil ik niet, dat gebeurt gewoon. Ik heb heel veel geleerd. Ik heb geleerd dat er mensen zijn weggebleven, uit angst. Ik heb geleerd dat ik dat niet begrijp. Ik heb geleerd dat alles relatief is en alles een andere betekenis krijgt. Daar waar ik me voorheen druk om maakte is een stuk minder belangrijk. Ik heb geleerd dat ik blij moet zijn met kleine dingen en grote idealen moet behouden. Ik heb geleerd wat vrienden, vriendinnen en familie betekenen. Ik heb geleerd door te knokken en positief te blijven denken en geleerd dat klagen en huilen niet helpt. Maar ik heb ook geleerd hoe een infuuspaal werkt, veel medische termen, over medicijnen, en hoe belangrijk de gezondheidszorg is en hoe belangrijk het is dat je als ouders mee denkt, mee werkt en vooral niet aan je gevoel moet twijfelen en dit ook uit te spreken. Ik heb geleerd niet te ver vooruit te kijken maar in korte periodes en dat het heel belangrijk is om geduld te hebben. Ik heb geleerd dat geld heel belangrijk is, maar dat het echt gaat om de gezondheid en het geluk van je kinderen.

Ook op de dagpoli nemen we nog geen afscheid, want ook hier waren we “thuis”. Maar waar Mace zo ongeveer 30 keer om heeft gevraagd op een dag en wat hij helaas heeft gemist zijn de CliniClowns. Met een van de clowntjes heeft hij een bijzondere klik, wat is dat overigens een mooi initiatief. Dus daar moeten we nog wel echt afscheid van nemen.

Voor nu, proost voor het weekend! Proost op het leven! Proost op de gezondheid van alle kinderen op de hele wereld!

Liefs,

Diana

Opvoeden zonder straffen en belonen

straffen belonen

Afbeelding: Shutterstock

Ik ben ooit begonnen in het boekje ‘Opgroeien in vertrouwen’ met de ondertitel ‘opvoeden zonder straffen en belonen’. Ik zag het helemaal zitten. Zo een opvoeding ging ik mijn kleintjes geven. Ik ging ze niet opvoeden, ik ging ze begeleiden in het vinden van hun eigen ik, zonder geschreeuw en te dreigen. Straffen en belonen kwamen daar ook niet in voor en beloningssystemen al helemaal niet!

Toen mijn eerste kleintje een babytje was, ging deze methode prima. Ik hoefde haar niet te straffen en te belonen. Ik hoefde haar alleen maar te voeden en te verzorgen. En lief te lachen. Maar opeens begint zo een baby te bewegen en altijd net de andere kant op als jij zou willen. Maar goed, je hebt in je achterhoofd dat je je kleintje wil begeleiden in haar eigen tempo van ontwikkelen, zodat zij kan worden wie zij werkelijk is. Klinkt mooi, vind je niet?

Maar toen kwam nummer twee en kreeg ik het drukker. Nog een kleintje om te begeleiden naar een waar en puur mensje. Nummer één begon wat verschijnselen van jaloezie te vertonen en ik vroeg me af hoe dat nou kon? Toch accepteerde ik het gedrag en probeerde ook hier mijn kleintje te begeleiden zonder het meteen af te straffen. Maar toen begon dat kleintje haar nieuwe broertje met het hamertje van haar hamertje tik spel op zijn hoofd te rammen, voor de tachtigste keer… En voor ik het wist zat mijn kleintje op de trap.

Nee, opvoeden zonder straffen en belonen was voor mij te mooi om waar te zijn. Maar beloningssystemen… Die hield ik buiten de deur.

Totdat mijn dochter epilepsie kreeg en daar medicijnen voor moest slikken. Na een week stiekem het medicijn door haar drinken te hebben gedaan, hebben we toch open kaart met haar gespeeld. Het stiekeme gedoe voelde niet goed en aangezien ze een lange tijd aan de medicijnen vast zou zitten, was het beter om de waarheid op tafel te leggen.

En daar was het dan. Het beloningssysteem. Als ze haar drankje (door haar drinken) in één keer opdronk, mocht zij een sticker plakken. Twee keer per dag, een hele week, met als beloning een klein cadeautje. En het werkte, het werkte verdomde goed! Mijn dochter kreeg haar medicijn en ik kreeg rust.

Ik ben nog steeds geen grootgebruiker van beloningssystemen. Laatst ontving ik er een aantal van Gastouderland waar het oog van mijn zesjarige op viel. Zij zag er wel wat in en dus ben ik weer overstag gegaan om een beloningssysteempje te beginnen. De afspraak was dat alledrie de kleintjes de héle nacht in hun eigen bed zouden slapen, twaalf keer. Toen ze de eerste nacht ook daadwerkelijk alledrie in hun eigen bed geslapen hadden, was ik toch een beetje beduusd. En overrompeld.

Was de oplossing nou zó simpel?

Een hondenleven! Week 8

“Kom Lily, kom! Zit, zit, ZIT! Goedzooooo. Brave hond!”, mijn minipeuter heeft het er maar druk mee. Ze doet hard haar best om te helpen met het opvoeden van onze puppy. Maar de minipeuter en ik zitten niet altijd op één lijn met de opvoeding en dat geeft wel eens strubbeling en onhandige situaties. Zo helpt de minipeuter Lily de hele dag om op de bank te komen en ben ik de hele dag bezig om Lily er weer af te krijgen. En waar ik regelmaat probeer te krijgen in het naar buiten gaan, gooit de minipeuter te pas en te onpas de deur open. Nee het valt niet mee, het opvoeden van een kindje, uhhh hondje!

Maar ik blijf mijn best doen, want je krijgt er zoveel voor terug he?

foto

“Mama, Lily zit niet op de bank hoor. Je mag niet kijken.”

foto1

foto2

Het leukste en braafste speelkameraadje is Lily! 

kind-borstelt-hond

En het beestje wordt ook heel goed verzorgt! 

Er is er in ieder geval één blij met de thuiskomst van het baasje! 

foto4

En na een week in ‘gevecht’ te zijn geweest, is mijn energie op en eindigt Lily toch nog op de bank. 

Het schreeuwen

Afbeelding: Shutterstock

Naar aanleiding van dit blog, heb ik een aantal opmerkingen gekregen over het schreeuwen (en meer, maar daar hebben we het nu niet over). Vandaag reageer ik op het schreeuwen. Want ja, ik schreeuw weleens.

Het is zeven uur ’s ochtends, mijn wekker gaat. Ik geef een stomp op mijn telefoon in de hoop dat deze op snooze springt. De minipeuter naast me, die rond 01.00 bij ons is gekropen, slaat met een afstandsbediening op mijn hoofd. “TV kijken”, roept ze, ik bedoel schreeuwt ze, er bij. Bij mijn voeten voel ik een ander paar voeten van de zesjarige en ik realiseer me dat ik beter maar op kan staan. Ik ben moe, maar ik heb een goed voornemen. Ik begin de dag met een dansje, ik begin de dag met een lach. Een liedje wat ik tot vervelends aan toe van de man geleerd heb. 

Ik strompel naar de badkamer, ik ben echt géén ochtendmens. Maar met een plens koud water word ik dan toch echt wakker. Toch heb ik nog steeds het liefst dat er niemand praat. Maar die kleintjes zijn er nu eenmaal, dus ik accepteer het praten. Zachtjes praten, dat wel.

Op de vroege ochtend kies ik voor gemak, dus ik kleed mijn kleintjes aan, hoewel ze dit eigenlijk best zelf kunnen, maar er gewoon geen zin in hebben. En ja, ook de zesjarige help ik met haar sokken. Die sokken, dat is toch echt een dingetje hoor. Ik moet die sokken met alle beleid bij haar aantrekken, want anders zit ‘ie scheef of erger nog voelt ze een draadje! En dat kan ze niet op een ‘normale’ manier melden, nee dat moet op volume 10 met de ogen dicht geknepen en op een nogal schreeuwerige toon. Ik begin van binnen al een beetje te koken en denk ‘potverdikkie, ik doe ook gewoon mijn best’. En ik weet een kalme ‘Niet zo schreeuwen’ uit te brengen.

We komen beneden. Tijd voor een ontbijtje. De zesjarige wil naast mama zitten. De peuter ook. De minipeuter ook. En ja, ik weet het, overal is een oplossing voor. Om beurten, schema’s wie, wat wanneer. Maar het is niet goed genoeg. Het komt niet aan en de drie kleintjes blèren op volume 10. Ik zou tot tien kunnen tellen, ik zou kunnen denken ‘alles komt goed’. Maar ik verhef mijn stem. Ik verhef mijn stem om ze te vertellen dat ze niet zo moeten schreeuwen.

Tijd om naar school te gaan. Ik begin een kwartier voor vertrek met de mededeling dat we schoenen en jassen aan gaan doen. Het komt niet aan. Ondertussen zie ik het aanrecht vol staan en denk het nog even snel op te ruimen (zie je, het gebeurt uiteindelijk wel). Tijdens dat opruimen roep ik een aantal keer met een lage stem dat ze hun schoenen en jassen aan moeten doen. Ik word wederom compleet genegeerd. Ik ga voor ze staan, ik kijk ze recht in hun oogjes en vraag ze om even te luisteren en hun schoenen en jassen aan te doen. Er wordt door me heen gekeken. ‘Joehoe’ probeer ik nog met een luide stem. Geen reactie.
Er zit niks anders op. ‘SCHOENEN EN JASSEN AAN, NUUUU! tjonge jonge jonge’

Nee, schreeuwen is niet fraai. Schreeuwen is onredelijk, schreeuwen is onmacht, schreeuwen is niet goed te praten. Het liefst schreeuw ik niet, praat ik altijd in de positieve vorm. Straf ik niet, beloon ik alleen maar omdat mijn kleintjes alles naar verwachting doen. Ja, dat zou ik willen, echt. Maar hé, ik ben een mens (geen ochtendmens) en ik leef, ik voel en ik kook soms. Ik heb het beste met mijn kleintjes voor, ik hou van ze en ik plak ze achter het behang.

Wie niet?