Moeder van drie, deel 2

Ik ben een moeder van drie. En ik vind het heerlijk. Soms. Soms ook niet. Soms kijk ik met enige jaloezie naar een moeder van één. Hoe heerlijk rustig en makkelijk alles gaat. En ik grinnik als ik de moeders van één hoor klagen over hoe zwaar en vermoeiend een kleintje is. Begrijp me niet verkeerd. Het opvoeden van een kleintje is ook zwaar en vermoeiend. Ik kan het me nog goed herinneren…

Als je je eerste kleintje krijgt, voel je jezelf de zon. Alles draait om jou en je kleintje. Het voelt alsof jij de eerste op de hele aardbol bent die zo een wonderlijk wezentje op de wereld hebt gezet. Nog nooit was er eerder zo een mooi kindje geboren en het is wonderlijk hoe snel jouw kleintje zich ontwikkelt en voorloopt op alle andere kleintjes. Dit kleintje is zo getalenteerd dat het geheid een plekje gaat veroveren in het Guinness Book of Records en zo niet dan komt ze minstens in aanmerking voor een Nobelprijs.

Dit kleintje zal opgroeien met alleen maar speelgoed gemaakt van natuurlijke materialen. Schreeuwerige kleuren komen er niet in. Net als de televisie. Ze slaapt na drie weken al door. In haar eigen kamer! Er wordt nauwkeurig bijgehouden hoelang er op elke kant van het hoofdje geslapen wordt, want een plat hoofd past niet bij jouw perfecte baby. De borstvoeding gaat met regelmaat en zo nodig drinkt het keurig uit een flesje. Speentjes zijn echt alleen voor pure noodzaak en alleen als ze minimaal 10 minuten zijn uitgekookt, twee keer per dag. Voor het eerste hapje is er uren in de keuken gestaan (best knap met gepureerde wortel als uitkomst) en het liefst met een speciale baby-keukenmachine dat kookt, stoomt, bevriest en allemaal met behoud van de vitamines. En jouw kleintje krijgt tot zijn vierde geen zoetigheid, chips en dat soort rotzooi.

En ja, ook de mensen om je heen zijn duidelijk verwonderd over het wonderkind van jou. In de kraamweek vallen er stapels kaartjes op je mat en er wordt minimaal één keer per dag aangebeld door de pakketbezorger. De eerste verjaardag van je kleintje moet groots gevierd worden en iedereen, maar dan ook iedereen moet dat weten en meevieren.

En dan komt nummer twee. Je hebt het perfecte plaatje voor je van het perfecte gezinnetje. Een tweede. Een broertje of zusje voor je kleintje. Altijd iemand om mee te spelen. En vergeet het shirt met ‘ik word grote broer’ of ‘ik word grote zus’ niet. En oh ja, ook zo een tweede kindje is bijzonder. Toch wil iedereen grondig de overeenkomsten met je andere kind bestuderen. Lijkt ‘ie nou wel of niet op zijn broer/zus?
Maar je raadt het al de stapel kaartjes zijn gehalveerd en het aanbellen door de pakketbezorger ook.

Je komt er achter dat deze baby de eerste maanden ook veel slaapt. Maar je komt er ook achter dat je inmiddels peuter dat niet meer doet en aandacht wil. Van jou. Heel veel.

Als je kleintjes wat groter worden maken ze opeens ruzie. Om het speelgoed met die lelijke schreeuwerige kleuren dat toch je huis binnen gekomen is. Je zet je kleintjes zo nu en dan voor de tv. Je heb dat half uurtje gewoon even nodig. Gewoon om te ademen. En om je wijntje te drinken. Je tweede slaapt veel op jouw kamer. Uit voorzorg, zodat het ’s nachts je peuter niet wakker huilt. Dat is wel het laatste waar je op zit te wachten: twee wakkere kleintjes in de nacht. Slaapt hij nou weer op rechts? Je laat het voor wat het is. Zolang hij maar slaapt. Je besluit om voor dit kleintje iets minder uitgebreid in de keuken te staan. Gewoon een wortel koken en dan in de hakmolen voldoet ook.

En terwijl de helft van de mensheid je voor gek verklaart, komt nummer drie. Een dotje, een bonus, dit wordt er één waar je volop van gaat genieten, want bij je andere twee ging het allemaal zo snel. Je hebt geen zin in alle rompslomp en aandacht van de buitenwereld. Je wil gewoon lekker genieten van je kleintje en je gezinnetje. Wat blijkt? De buitenwereld zit daar ook niet op te wachten, want de stapel kaarten wordt nogmaals gehalveerd en naar de deur hoef je niet meer te lopen, want er wordt niet aangebeld.

Tijdens je zwangerschap heb je al geleerd hoe je moet slapen met je ogen open. Dit blijkt na de bevalling ook een erg nuttige techniek. Deze baby slaapt ook al snel door. In jouw bed. Hangend aan je tiet. Voornamelijk op rechts want op links dondert ze uit je bed. Dat wil je graag voorkomen. En hangt deze baby niet aan je tiet, dan heeft het een speen in haar mond. Zolang er maar geen oorverdovend geluid uit komt. Voor het eerste hapje wordt er een potje opengetrokken. In groente koken steek je geen moeite meer, als er toch niet van gegeten wordt…

Tegen de tijd dat dit kleintje een half jaar is, heeft ze het eerste seizoen Dora al uitgekeken. Al het natuurlijke speelgoed is inmiddels beschimmeld omdat er in jaren niet naar omgekeken is. Het is dat lelijk schreeuwerig gekleurde speelgoed wat ze willen en het liefst ook dat met het meest irritante geluidje. Wat ze tachtigduizend keer weten af te spelen.

Dit derde kleintje zuigt het laatste beetje energie uit je.

Maar vult je weer met liefde, net als je andere kleintjes. En je realiseert je dat je, ondanks de chaos, slaapgebrek, herrie, overmatig alcohol gebruik en frustratie, een gelukkig mens bent.

Dat is ongeveer het verhaal van een ‘moeder van drie’.

Lees hier: Moeder van drie, deel 1


Afbeelding drie kinderen: Shutterstock

Moeder van drie, deel 1

Ik ben een moeder van drie. Ik heb drie kleintjes gebaard. Ik heb drie keer zwanger mogen zijn en ik heb drie keer mogen bevallen. Ik vond het fantastisch. Eindelijk was mijn buik strak. Eindelijk kon ik dag in dag uit jurkjes met leggings dragen zonder mijn buik in te hoeven houden. En ik heb drie keer gekriebel en getrappel in mijn buik mogen voelen. Wat een voorrecht.

Toch is er behoorlijk wat verschil in zwanger zijn van je eerste, tweede en derde.

Als je er net achter komt dat je zwanger bent van je eerste, heb je het idee dat je als enige op de aardbol rondloopt met een klein mormeltje in de buik. Zoiets bijzonders heeft voor je gevoel nog nooit iemand meegemaakt. Na een aantal weken denk je dat je het voor de buitenwereld echt niet meer verborgen kunt houden, want die buik van je puilt uit. En op het moment dat je het grote nieuws bekend gaat maken, denk je dat je zulk bijzonder nieuws de wereld inbrengt, alsof je een nieuw soort wezen wat nog nooit eerder bestaan heeft op de wereld gaat zetten. Begrijp me niet verkeerd, ik vind ieder kleintje uniek. Maar je zult ondervinden, uiteindelijk zijn ze allemaal hetzelfde. 

En zo werd bij de eerste alles nieuw gekocht. The sky was the limit (en het saldo op de bankrekening), maar binnen ons budget moesten wij het beste van het beste hebben voor ons kleintje! Als zij geboren zou worden, zou ze in een prachtig kamertje komen. Met subtiele glittertjes op de muur, design muurstickers en de prachtigste dekentjes en accessoires. Ook op de wandelwagen werd niet bezuinigd. Er zaten nog net geen velgen onder, maar een beetje fraai erbij lopen was toch wel een must.

En dan die rust die je bij de eerste had. Je kon een dutje doen wanneer en waar je maar wilde. Je kon elke nacht doorslapen en kon je dat niet, dan kon je in ieder geval nog blijven liggen.

Mensen zijn enthousiast, geven je de best bedoelde adviezen en leven met je mee. Zo erg zelfs dat ze erg graag de vreselijkste horrorbevallingen met je bespreken. Maar het doet je niks, want zo zal dat niet bij jou gaan. Bij jou gaat alles zennnn.

Alle kleertjes en hydrofiele doeken worden twee keer gewassen. De hydrofiele doeken worden gestreken…

Als je zwanger bent van je tweede is er een dreumes of een peuter waar alles om draait. Je wilt het graag nog even geheim houden en genieten van jullie ‘geheimpje’. Je vergelijkt alles met je eerste zwangerschap en je komt er achter dat je buik bij de eerste zwangerschap helemaal niet zo snel groeide als je dacht. Je dutje doe je tegelijk met de dreumes/peuter die je zo lang mogelijk het middagslaapje laat doen.

Nu wordt ook alles weer nieuw gekocht. Maar dan voor de dreumes/peuter die naar een junior bed gaat. Er moet gekeken worden naar de kamerindeling, wie slaapt waar? De baby krijgt de kleinste kamer, want de dreumes/peuter heeft ruimte nodig om te spelen. De wandelwagen wordt opgepoetst en er komen wat nieuwe lakentjes en dekentjes bij.

Mensen vinden het leuk dat je kleintje een broertje of zusje krijgt. Ze hopen voor jou dat het van het andere geslacht is, want dan ben je klaar. Over een bevalling beginnen ze niet, want na jouw eigen horrorbevalling van de eerste durven ze niks meer te zeggen. Uit veiligheidsoverwegingen besluit je dan ook, of eigenlijk is er besloten, dat je in het ziekenhuis bevalt.

Als je zwanger bent van de derde lopen er een kleuter en een peuter/dreumes rond. En als je pech hebt rennen, schreeuwen en vliegen ze rond. Het is bijna leuk om mensen met het nieuws dat er een derde komt te shockeren. Je hebt geen tijd om je zwangerschap met je eerste en tweede te vergelijken. Wel kom je er achter dat je buik nóg sneller kan groeien dan bij een eerste en een tweede. Rond de twintig weken gaan mensen vragen of je al bijna bevallen ‘mag’. Als je ze dan teleurstelt met de mededeling dat je net op de helft bent, komt de welbekende vraag: “weet je zeker dat het er geen twee zijn?”

Weer moet er van alles aangeschaft worden. Dit keer wordt er een beroep gedaan op marktplaats en je vraagt je serieus af wat je bij de eerste toch bezielde? Inmiddels heb je geleerd om ‘powernaps’ met je ogen open te doen. Je weet je buik te gebruiken als derde hand. En het volume wat uit je mond komt, gaat elke week een decibel omhoog. De kleertjes worden afgestoft en in de kast gelegd en de hydrofiele luiers worden tussen de schone was vandaan getrokken.

Mensen durven je geen advies meer te geven. Ze gaan ervan uit dat het een ongelukje is en als ze erachter komen dat het toch best gepland was, verklaren ze je voor gek. Ook kunnen ze het niet laten om nog even te vragen of je na deze dan toch een keer klaar bent. Bevallen mag alleen nog maar onder begeleiding van een hooggeleerde gynaecoloog. Wat achteraf dan weer onzin blijkt te zijn omdat de derde er zo uitploept.

Benieuwd naar deel 2?


Afbeelding drie kinderen: Shutterstock

5 feitjes voor een moeder van drie

Drie is het nieuwe twee, wordt er tegenwoordig gezegd. Met drie kleintjes is je gezin helemaal 2020 (of 2021 of… welk jaar leven we?). Toch is er iemand die die kleintjes moet baren en zoals jullie weten is dat ‘de moeder’. En als moeder van drie kan ik je een paar feitjes geven, die (over het algemeen) zeer herkenbaar zullen zijn voor een moeder van drie.

Feitje 1. Je hebt maar twee handen. Heel erg leuk hoor, dat ‘drie is het nieuwe twee’, maar bij een derde kleintje wordt geen derde hand geleverd. Als moeder van drie zul je dan ook regelmatig ervaren dat je een hand tekort komt. Als namelijk één kleintje een hand van je wil, dan willen de andere twee kleintjes ook een hand van je. Wil er één kleintje naast je zitten, dan willen alle drie de kleintjes naast je zitten. Maar ja, het feit blijft, je hebt ‘maar’ twee handen.

Feitje 2. Tijdens het niezen sproeit er niet alleen maar vocht uit je mond… Need I say more???

Feitje 3. Het luchtkussen of trampolines kunnen beter vermeden worden. Op het moment dat je heel enthousiast op het luchtkussen begint te springen, realiseer je je na drie keer springen dat dat geen goed idee is. Again, need I say more??

Feitje 4. De verantwoording die je (soms aan wildvreemden) moet afleggen. Je moet minimaal 8 (de bofkonten) tot 800x in je leven even bevestigen of je nu echt werkelijk klaar bent met het maken van baby’s. Want zo is het toch wel echt genoeg. Drie is al zoveel! Hoe houd je het vol? Word je niet knettergek? En zelfs: Je bent knettergek!

Feitje 5. Drie kleintjes betekent veel, heel veel vriendjes en vriendinnetjes. Je moet als moeder van drie met heel veel vriendjes kunnen dealen, ze kiezen namelijk alle drie zelf hun eigen vrienden. Die ook het liefst allemaal op hetzelfde moment bij jou in huis komen spelen. Leuk en gezellig hoor. Maar ook herrie, heel veel herrie. En troep. En (nu nog) kannen vol limonade en pakken koek die er doorheen gaan.


Afbeelding: Shutterstock
Bijgewerkt: 2021

De afdankertjes

afdankertjes

Als jongste van drie kinderen kreeg ik regelmatig het één en ander doorgeschoven. Nu had ik het ‘geluk’ dat ik als derde, na twee jongens, een meisje was. Wat dus inhield dat ik ook weleens iets nieuws kreeg. Maar alles wat enigszins doorgeschoven kon worden, werd doorgeschoven. Ook kwam er regelmatig een zak vol met kleding bij mijn twee grotere nichten vandaan. Ik vond dat geweldig, het kon mij niet schelen dat het ‘afdankertjes’ waren, voor mij was alles nieuw.

En toch, toen ik zelf mijn eerste kindje kreeg, kocht ik alles nieuw. Van de babykamer tot de sokjes. Ik gaf enorm veel geld uit aan nieuwe spullen. Tweedehandse afdankertjes kwamen er niet in, het kwam geeneens bij mij op iets tweedehands aan te schaffen. Mijn kind zou niet lopen in afgesleten jaren ’80 broeken, verschillende sokken en net niet matchende pyjama’s. Nee, mijn kind zou een koninklijke behandeling krijgen, dat verdiende ze!  Lees meer

Zakken chips eten en dat soort RealLifeBody shit

killerbody reallifebody

Lieve Ninja,

Ik zag een stukje voorbij komen op de Facebookpagina van Voormijnkleintje.nl en ik schrok een beetje van je. Waarom haal je Fajah Lourens nou zo naar beneden?

Als ik het goed begrijp, ben jij ook lekker bezig om mensen te werven voor je RealLifeBody programma. De moeders waarvoor een killerbody nog een stapje te ver is, zijn natuurlijk jouw doelgroep.

Je hebt het over de nieuwe doelen van Fajah en ik zal je mijn visie hierover meegeven:

Fajah Lourens’ nieuwe doel is het krijgen van harde benen.

‘Ik begin om half 7 met cardio op een lege maag. Daarna eet ik de grootste maaltijd van de dag: een pannenkoek met havermout. Een keer per week heb ik een refeed dag en mag ik 1.600 calorieen, op andere dagen 1.250’

Ik denk alleen maar aan al die tieners met overgewicht die helemaal niets doen aan lichaamsbeweging. Kinderen die onzeker worden van al die rolletjes extra vet die ze hebben, maar ze volledig geaccepteerd hebben. Ondanks alle prachtige lijven die ze voorbij zie komen tijdens gym (zonder photoshop!), werken ze toch weer een zak chips naar binnen als ze thuis komen.  Lees meer

Beste buren, de zomer is weer voorbij

Beste buren,

De zomer is weer voorbij. Ik parkeer de kleintjes weer op de bank voor de televisie en mochten ze het niet eens worden over wat ze kijken, dan duw ik ze één voor één een iPad in hun handen.

De rust is wedergekeerd, althans zo lijkt het. Want herrie maken we nog steeds! Maar met de ramen en deuren dicht komt het geluid toch iets doffer naar buiten. Dat scheelt weer een aantal decibel. Voor jullie dan, voor ons klinkt de rituele maagdenslachting die elke avond plaatsvindt nog helser dan de hel in dit echo-hok. 

Lees meer

Hoe het lukt met drie kinderen

Regelmatig krijg ik de vraag hoe ik ‘het toch allemaal doe met drie kinderen’. Het is niet zozeer een vraag om advies, althans daar ga ik vanuit. Het is meer verwondering, hoewel ik dat ook weer bijzonder vind, want er zijn genoeg moeders met meer kinderen. Hoe dan ook, hoe doe ik het toch allemaal met drie kinderen? Gewoon doen. Én stel je verwachtingen bij, vooral naar beneden.

Dat bijstellen van je verwachtingen lijkt helemaal vanzelf te gaan, sterker nog, je hebt er niets over te zeggen. Want met drie kinderen wórdt je weleens geleefd. Toen ik mijn eerste kleintje kreeg, was het uitzoeken van een outfit een activiteit. Een leuke activiteit zelfs! Want als mijn kleintje er hip bij liep, dan werd ik er vrolijk van. Niet dat mijn vrolijkheid afhing van het outfit, maar het bracht mij een extra lach op mijn gezicht. Gezonde maaltijden waar mijn kleintjes van zouden genieten, dat was het beeld wat ik voor mij had. Met een glimlach de dag beginnen in ons heerlijke huisje.

Maar de realiteit van ‘hoe ik het toch allemaal doe met drie kinderen’ blijkt iets anders. Verwachtingen bijstellen, of nee, laat die verwachtingen maar gewoon zitten.  Lees meer

Een volwassene tekort

„Een derde kindje? Ok, maar dan moeten we daar niet te lang mee wachten hoor!”, zei ik een paar jaar geleden tegen mijn vrouw. Ik wilde niet net uit de luiers zijn, net weer gewend aan mijn ’vrijheid’, en dan weer opnieuw de luiers en de gebroken nachten in. En zo komt het dat we nu drie kinderen hebben, 7, net 5 en bijna 4 jaar oud.

En zo komt het ook dat we nu al jaren achtereen #nachtouders zijn. Onze kinderen zijn alle drie niet echt goede slapers. Regelmatig worden we ’s ochtends wakker bij één van de kleintjes op de kamer, of met drie kleintjes verspreid over ons bed. Een nacht doorslapen kan alleen als we alle kinderen uit logeren brengen. Inmiddels zijn we uit de luiers en hopelijk krijgen we binnenkort ook eindelijk onze nachtrust weer terug.  Lees meer

Drie kinderen geleden…

drie kinderen geleden

Vroeger, drie kinderen geleden, had ik een systeem dat altijd werkte. Waar we ook heen gingen, ik had maar drie dingen nodig. Mijn sleutelbos, mijn portemonnee & mijn telefoon. Om te controleren of ik alles bij me had, hoefde ik alleen even op mijn broekzakken te kloppen.

Als we tegenwoordig de deur uit gaan, gaat het als volgt.

Ik begin mezelf vragen te stellen. Heb ik voldoende luiers voor 2 kinderen bij me? En luierdoekjes. Waar gaan we heen? Oh, ze kunnen er vies worden? Laat ik dan ook nog maar een extra setje kleding meenemen. Hoe lang blijven we weg? Een thermometer, potjes en nog maar een extra pak luierdoekjes. De hond, misschien wat brokken en niet te vergeten de poepzakjes. Een speen voor de peuter, check! Misschien willen de kinderen nog wat speelgoed mee? “Ok, jongens, hier hebben jullie je rugzakjes, stop er maar wat speelgoed in.”

Als we alles verzameld hebben, gaan we de kinderen helpen hun schoenen en jassen aan te doen. Er is er altijd eentje die op onverklaarbare wijze zijn sokken heeft laten verdwijnen. Hans Klok kan hier nog wat van leren. Goed, een nieuw paar sokken halen en de schoenen kunnen aan. Net als de kinderen hun schoenen en jassen aan hebben, bedenk ik me dat we toch wel drie kwartier in de auto zullen zitten. De kleuter moet toch eerst nog maar even naar de wc. Ondertussen trekt de peuter zijn jas en schoenen natuurlijk weer uit. Het zal ook niet hé? Uiteindelijk zijn we klaar om te gaan. Moet er nog een buggy mee? Nee, vandaag niet?

Ok, we gaan de deur uit. Waar staat de auto? Oh, aan de overkant. “Stop! Eerst kijken voor je oversteekt!”, roep ik uit automatisme nog net op tijd. Alle spullen worden in de achterbak geladen, we hijsen de kinderen in de kinderzitjes en we kunnen gaan.

Ik start de motor en voel dat ik iets vergeten ben. Ik begin op mijn broekzakken te kloppen en inderdaad…

Afbeelding: Shutterstock/blessings

Wat je niet wist… De supermarkt!

Er zijn héél veel dingen die je van te voren niet weet als je ergens aan begint. Dat is maar goed ook, want anders zou je er ook niet aan beginnen. En zo begin ik nu aan een reeks ‘Wat je niet wist’. Achteraf kan ik zeggen of ik er aan had moeten beginnen, of niet. We zullen zien.

Voor je aan kinderen begon, wist je niet wat er zou gebeuren als je met drie kleintjes naar de supermarkt moet.

Je bent gewend om even snel na je werk een boodschapje te doen. Even het avondeten, een toetje en nog wat lekkers voor bij de film ’s avonds. Maar als je kleintjes krijgt, dan gaat dat anders. Dan ga je niet meer even snel een boodschapje doen. Nee, dan wordt dat een hele uitdaging waar je steeds meer en meer tegenop gaat zien. Even een boodschapje doen is dan vergelijkbaar met twee uur sporten na zes weken vakantie met (veel) wijn en (veel) stokbrood. Dit is wat er gebeurt, als je met drie kleintjes naar de supermarkt moet:

Als je met drie kleintjes de supermarkt in loopt, willen ze alle drie een eigen karretje of mandje. ‘Ach waarom niet?’, denk je de eerste keer nog. Tijdens je vlugge boodschap-rondje kom je er bij de kassa achter dat je kleintjes, na een aantal schappen te hebben geruïneerd ook nog van alles in hun karretje gemikt hebben. Boodschappen die jij niet op je lijstje had staan. ‘Volgende keer gaan ze alle drie in de grote kar…’

Uiteindelijk vergeet je dit en denk je een aantal maanden later een leuke moeder te zijn door je kleintjes allemaal een eigen karretje te geven. Inmiddels weten ze het snoepschap met hun ogen dicht te vinden en nog botsen ze tegen alles en iedereen aan omdat ze er alle drie als eerste willen zijn. Dit is een gevalletje ‘dit had ik kunnen weten’. Snel door dus.

De volgende keer denk je ‘mijn kleintjes kunnen wel een karretje delen’. Ze gunnen elkaar namelijk alles en hebben nooit ruzie (ahum) en dan hoeven ze ook geen wedstrijdje te doen, want er is maar één kar. Helaas kunnen ze toch iets minder goed delen dan je had gedacht. Ze kunnen wél heel erg hard gillen. Zo hard, dat het winkelend publiek er stil van wordt. Vervolgens dweilt er ook nog één de vloer met zijn tranen en trui, omdat hij vond dat het zijn beurt was om het karretje te duwen. Als je, na een half uur, met hartkloppingen en klotsende oksels de vijf boodschapjes bij de kassa hebt afgerekend, beloof je jezelf ‘dit nooit meer’.

in de supermarkt

Vanaf nu wordt het boodschappen doen een uitje, voor jou, ALLEEN, de kleintjes blijven thuis. Bijna net als vroeger.