Het leven wordt steeds makkelijker naar mate de kleintjes groter worden…

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden… Wie heeft deze uitspraak in hemelsnaam bedacht?

De babyspekbeentjes en het pamperkontje op je heupen. De spekarmpjes om je nek. Hoe heerlijk, hoe fijn! Het gebrabbel waar je niks van maken kunt. De verrassende blikken en de nieuwsgierigheid als er een maaltijd voorgeschoteld wordt en vervolgens door je haren wordt gesmeerd. De afhankelijkheid van jou. Van jouw kunnen, jouw handelen.

Het komt nooit meer terug.

Natuurlijk zijn mijn kleintjes nog afhankelijk. Natuurlijk wordt het avondeten nog steeds af en toe in mijn haren gegooid. Natuurlijk zeggen ze dingen waar ik niets van maken kan en natuurlijk krijg ik nog onverwachte knuffels die uit hun tenen komen.

Maar wordt het leven steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah. 

Een middagslaapje, oftewel een uurtje stilte in de middag, dat zit er niet meer in. De was met babykleertjes was schattig om te wassen. Maar inmiddels puilt de wasmand zo uit, dat het verre van schattig is. Kreeg je vroeger de vraag ‘Mama, waarom ga je naar de wc?’. Nu komen ze met vragen als ‘Waarom geven mannen geen kusjes aan mannen en wel aan vrouwen?‘ of ‘Waar staat hectometerpaaltje 1?‘ En jawel hoor, ook aan de vraag ‘Hoe komt er een baby in je buik?’ is geen ontkomen meer.

En oké, ik geef het toe. Het is een verheerlijking om van de luiers af te zijn. Maar hoe schattig was de babypoep in vergelijking met de bolussen die ze nu af en toe draaien met een geur waar je U tegen zegt. En hun eigen kont afvegen? Ho maar! Je zou het eigenlijk ook niet moeten willen in sommige gevallen…

Ik weet nog zo goed dat ik, toen ik net moeder werd, voor even naar de supermarkt gaan een hele ochtend uittrok. Kind in de maxicosi, maxicosi in de auto, alleen dat al was een dagtaak. En dan was ik nog geeneens vertrokken. Je zou denken dat het nu allemaal lekker vlot gaat… Op het moment dat ik de kleintjes zover heb gekregen hun schoenen aan te doen, moet de eerste alweer plassen en om de één of andere reden kan dat niet met schoenen aan. Alles weer uit dus. Als ik de driejarige in haar stoel wil hijsen, is zij het daar totaal niet mee eens en om de één of andere reden, moet haar weg naar de auto weer helemaal opnieuw. Vanaf de voordeur ja! Heb ik ze allemaal in de auto? Dan is de middelste zijn tas (die hij eigenlijk helemaal niet nodig heeft) vergeten. Oh man, waar is die tijd toen ik snel een maxicosi de auto in mikte om vervolgens geluidloos naar de supermarkt te rijden?

Het moment dat je kleintje voor het eerst ‘mama’ zegt. Wat een eer, wat een verrukkelijkheid dat een klein mensje dat tegen jou zegt. Nu vraag ik me soms af waarom ik überhaupt die kleintjes heb leren praten. En denk je dat een driftbui van een tweejarige niet te handelen is? Dan heb je een 7-jarige zijn zinnen nog nooit zien verliezen… Oké, ze gaan niet zo snel meer op de supermarktvloer liggen stampvoeten, maar de woorden ‘Mama, ik haat je’ moet je inmiddels wel kunnen incasseren.

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah.

Afbeelding: Shutterstock

Ruim je stront op!

Ik behoor nu een half jaar tot de hondenbezitters. Had je mij dat een jaar geleden gezegd, dan had ik je knetterhard uitgelachen. Maar zou het hondje ons nu onverwachts verlaten, dan zou ik knetterhard gaan huilen. En nu ik dus een hondenbezitter ben, begrijp ik de andere hondenbezitters ook steeds een beetje meer.

Ik begrijp dus dat je je hecht aan zo een beestje en dat het onderdeel wordt van je gezin. Ik begrijp dat je het niet kunt voorstellen dat mensen en kinderen bang zijn voor je trouwe viervoeter. Ik begrijp zélfs dat je kunt zeggen: ‘Hij doet niets hoor.’ Iets waar ik me voorheen pissig om kon maken, want hoezo doet dat beest niks? Je zult het (nog) niet uit mijn mond horen hoor, want zij doet wel degelijk nog wat. Ze springt overal nog tegenaan en kan je zomaar opeens ongewenst gaan likken.

Ik bedoel maar…

Maar ik weet ook, dat ze lief is, met je wil spelen en geen vlieg kwaad doet.

Toch is er iets wat ik niet begrijp aan (sommige, laat ik ze niet allemaal over één kam scheren) andere hondenbezitters. Ik vind het zelfs hooguit irritant, want ik wil er niet mee geassocieerd worden. Ik begrijp niet dat ze de stront van hun eigen hond niet opruimen. Maar gewoon daar laten liggen, soms zelfs midden op de stoep. MIDDEN OP DE STOEP! Vóór het schoolplein notabene nog wel!

Maar ook in het gras vind ik het uiterst vervelend. Kinderen spelen namelijk heel vaak in gras. Ze plukken er bloemetjes of maken er een radslag met alle gevolgen van dien. En daarbij poept mijn hond ook in het gras. Als ik dus die drol probeer op te rapen, moet ik eerst als een soort survivaller door het gras ploeteren en balanceren om die drol van mijn hond te kunnen pakken.

Ik schaam mij, ik schaam mij diep dat er zoveel drollen in het openbaar liggen. Daarom loop ik ook maar al te graag met mijn zichtbare poepzakhouder, zodat ik niet aangesproken kan worden op al die dampende drollen. Want serieus, hoe moeilijk is het nou om hem daar even weg te pakken en in de hondenbak, die op vrijwel elke hoek van de straat staat, te mikken?

Dus bij deze, ruim je stront op!

Afbeelding: Shutterstock

Kansloze dreigementen, waarom doe ik dat toch?

Ik ben een moeder en ik maak fouten. Hoe graag ik ook alles perfect zou willen doen, mijn kleintjes laten opgroeien in harmonie zonder te straffen, zonder mijn irritatie op hen te uiten en zonder te schreeuwen. Echt, ik zou het willen. Maar het lukt niet.

Sterker nog, af en toe laat ik mijn kansloze dreigementen op ze los. Dreigementen waarvan ik weet dat ik ze toch niet waar zal maken. Dreigementen die zomaar barstjes kunnen geven in hun vertrouwen in mij. Ik weet dat het kansloos is. En toch doe ik het.

Ik zal eens een voorbeeld geven van zo een kansloos dreigement; ‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’ 

In de supermarkt, in de woonkamer, midden op straat, in de dierentuin, in het zwembad, op het speelpleintje, in de auto, of waar ook mijn kleintje opeens besluit dwars te gaan doen, zijn kont tegen de krib te gooien.

Soms heb ik tijd, geduld, de energie om het op een redelijke manier op te lossen.

Maar soms ook niet. Soms ontbreken alle elementen om die op een redelijke manier toe te passen. En dan floept het zo uit mijn mond. En heel af en toe zelfs uit mijn tenen.

‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’ 

Resultaat? Een kleintje die nog harder gaat blèren. Omdat hij nu te dealen heeft met een boze moeder. Omdat hij serieus geen stap verder meer wil zetten. En misschien wel omdat hij bang is. Bang om achtergelaten te worden. Uiteindelijk rent hij achter me aan en zitten we het volgende half uur gezamenlijk met een chagrijnige porem uit het raam te kijken. Ik met een beetje schuldgevoel. Hij met een beetje angst.

Natuurlijk meen ik het niet. Ik zou mijn kleintje nooit ergens achterlaten. Dat weet hij. Maar toch checkt hij het ’s avonds voor het slapen gaan nog even.

“Mama, je gaat toch niet weg?”
“Nee natuurlijk niet schatje, ik zou je toch nooit alleen laten!?”

Ahum. Opeens besef ik het me.

Stomme kansloze dreigementen…


dreigementen pinterest

Afbeelding: Shutterstock

Boys will be boys, inclusief de piemels en de scheten

boys will be boys

Na een weekje op de camping te hebben gebivakkeerd, met de kleintjes en de vriendjes, werd ik er weer even aan herinnerd hoe het ook alweer zat met jongens. Kamperen is toch een beetje back to basic, iets wat jongens graag willen, en ook mijn kleine man bevalt dat maar al te goed. Wat mij betreft overigens helemaal geen probleem, ik ben namelijk ook best wel in mijn element tijdens het kamperen. Geen make-up op mijn snoet. Geen high heels, maar rondbanjeren op mijn kaplaarzen. En elke avond aan de barbecue een halve koe naar binnen werken. Misschien schuilt er diep van binnen ook wel een beetje een kerel in mij.  Lees meer

Gewoonlijke chaos

Is het bij jullie wel eens rustig? Bij mij thuis niet. Een gewone rustige werkweek in mijn gezinsleven lijkt niet te lukken, mijn leven is een gewoonlijke chaos. En terwijl ik dit schrijf bedenk ik dat dit voor een groot deel aan mezelf ligt.

Ik schets een “gewone” werk- schooldag. Het begint op het moment dat de wekker gaat, 7 uur, een lastig moment maar oké. Ik hijs mezelf uit bed en loop als eerste naar de kamer van mijn puber, hier volgt een hele klus om haar wakker te krijgen. Na het eindeloos irritante geluid van haar eigen wekker die ze nooit hoort, roep ik en probeer haar wakker te schudden. Het laatste middel is de dekens van haar af trekken, eindelijk een teken van leven. Bij de kleuter is het iedere dag anders, soms wordt hij wakker van de geluiden van de puber, soms uit zichzelf. Maar als ik hem wakker moet maken, is het geen vrolijke noot.

Na het langzaam wakker worden volgt medicatie, ontbijt, douchen, aankleden, stress, make-uppen, haren, chaos en lunchpakketten. Denk hierbij aan een kleuter die zichzelf nog niet aankleedt en een puber die een kast vol kleding heeft, maar dagelijks zuchtend en stampvoetend door het huis loopt, omdat ze “niets” heeft om aan te trekken. Het standaard rijtje lukt niet dagelijks. Mijn puber bedenkt ’s ochtends ook wel eens dat ze haar schooltas nog moet inpakken en tussen alle haast door roepen natuurlijk Instagram en de nodige chat apps.

Met een beetje geluk gaan we op tijd de deur uit. Iedere dag is het weer een strijd tegen de klok.

Kids op school, ik race naar mijn werk. Op tijd? Op het nippertje of net niet. Eindelijk, computer aan, cappuccino erbij. Mijn werkdag kan beginnen en duurt tot 5 uur. Einde werkdag, richting huis maar eerst langs de plaatselijke supermarkt voor de dagelijkse boodschappen. Ik ben zeer goed in plannen, maar zeer slecht in het bedenken wat we morgen gaan eten. Eenmaal thuis is de kleuter op stuiterbal niveau, de partner op zijn vaste stek, dochter op haar kamer of nog niet thuis. Maar het koken kan beginnen en met een beetje mazzel heb ik gehaald wat iedereen graag wil.

Diner time! Sinds mijn kleuter ziek is geweest, is de structuur in dit gezin ver te zoeken, voor zover het er was. Maar we doen ons best dit terug te vinden. Gezamenlijk eten is iedere dag een uitdaging. In dit gezin eet niet iedereen altijd wat de pot schaft, maar ik probeer een ieder te geven wat ze lekker vinden. Ook dit is een lering die ik heb getrokken tijdens de ziekte van mijn kleuter. Na het eten is iedere dag anders. Doordeweeks volgen 2 dansavonden van de puber inclusief ik als taxi, heeft de partner 2 clubavonden, heeft de kleuter (thank God) nog niets en heb ik minstens 1 vriendinnenavond en probeer ik 1 sportavond te hebben.

Ergens is er rust, na de gewoonlijke chaos. Dan plof ook ik op de bank, ligt de kleuter op bed en zit de puber op haar kamer series te kijken of op haar chat apps.

Balans is mijn manier van leven, maar chaos houdt mijn motor draaiend.

Terwijl ik op de bank zit probeer ik de Zenmodus te vinden. Ik schrijf aan mijn column, of lees wat, ik app met wat vriendinnen, kijk tv en check mijn Facebook.

Ik kijk naar de klok, het is tijd en moet vroeg op. Ik zet de wekker en weet nu al dat ik baal van dat geluid.

Weer een dag met de gewoonlijke chaos.

Liefs, Diana

Lief meisje van drie

meisje van drie

Er gaat een scheut door mijn lijf. De gedachte, het idee. Dit wil ik niet, dit mag nog niet, dit kán nog helemaal niet. Jij bent mijn baby, jij blijft voor altijd klein.

En daar is de realiteit. Je bent een meisje van drie. Niet zomaar een meisje van drie. Maar mijn meisje van drie.

Tranen biggelen over mijn wangen. Niet omdat ik treur dat je drie bent, groot bent, mijn baby niet meer bent. Nee, lief meisje van drie. Ik ben blij. Blij dat jij drie mag zijn, mijn peuter mag zijn, mijn baby niet voor altijd hoeft te zijn.

Lief meisje van drie. Jouw korte leventje ging tot nu toe niet over rozen. Jij hebt al moeten vechten. Vechten voor wat het waard is. En wat is het leven veel waard als ik jouw twinkelende oogjes zie en je mooie stemmetje hoor.

Lief, bijzonder, niet meer uit mijn leven weg te denken, meisje van drie. Jouw tekenfilmstemmetje, zo vertederend dat het mijn hart doet smelten. Jij, met je mooie blonde lokken die vlechtjes en staartjes mogen zijn. Jij met je twinkelende oogjes die af en toe blikken geeft alsof er een oude ziel naar je kijkt, alsof je de geheimen van het leven weet en tegelijkertijd zo onschuldig, zo puur.

Wat ben ik dankbaar lief meisje van drie. Dankbaar dat jij er mag zijn. Dankbaar dat jij de wereld kleur geeft. Dankbaar dat jij mij ‘mama’ noemt.

Deze is voor jou, lief meisje van drie.

derde-zwangerschap

Een derde? Zou je dat nou wel doen?

Ik merk dat er door mensen om mij heen regelmatig wordt gedacht aan een derde. Een goed antwoord op de vraag ‘is het verstandig om nog voor een derde kind te gaan?’ is er niet. Ik kan je alleen wat ervaringen geven over het hebben van drie kleintjes.

Ik heb er namelijk drie. En ik zou ze alle drie, stuk voor stuk niet meer willen missen. En dat zeg ik niet alleen maar omdat ik er geen één meer terug kán stoppen. Bovendien als ik dat zou kunnen doen, zou ik niet wéten welke ik terug in de doos zou stoppen.

Nee. Dat is omdat ik op alle drie trots ben, van ze hou en het voelt compleet.

Maar ze zijn er dus. Alle drie. 24 uur per dag. 7 dagen per week. Om gek van te worden. En dat is waar de volgende vraag vandaan komt. Een derde? Zou je dat nou wel doen?

Je zou het kunnen doen als je… 

Lees meer

Een hondenleven! De overeenkomsten met een kleintje.

Na twaalf weken weet ik het zeker. Een puppy opvoeden heeft verrekte veel overeenkomsten met het opvoeden van een kind. Er gaat ten eerste net zoveel energie, frustratie en geduld in zitten. Maar daarnaast moet je net als bij je kleintje, ook bij een puppy je trukendoos opentrekken om je opvoedkunsten tevoorschijn te toveren.

Overeenkomsten? Jazeker! Let maar op.

Voordat een kleintje zindelijk is piest en poept het overal, een puppy doet dat ook. Eén klein verschilletje, een baby heeft een luier om, een puppy niet. Daar ren je met een poepzakje achteraan.

In het begin slaapt een kleintje veel. Een puppy ook. Nog een klein verschilletje; een puppy gaat gewoon liggen en slapen, een mensenkind heeft daar over het algemeen iets meer moeite mee.

slapen-pup

Zodra een kleintje de wereld gaat ontdekken, loopt het constant weg. Een puppy ontdekt ook de wereld volop en rent ook weg. Meestal komt een kleintje toch weer bij je terug als je hem roept. Na een beetje training, een puppy ook.

Een kind lijkt soms onverzadigbaar en eet alles wat los en vast zit. Een puppy nog meer.

Als een kleintje met een soortgenoot speelt, heeft hij geen aandacht meer voor jou. Als een puppy met een soortgenoot speelt, kun je roepen wat je wilt, maar dan is de aandacht als sneeuw voor de zon verdwenen.

vriendjes

Een kleintje moet overal even aan likken. Een puppy ook.

Kleintjes hebben een aantrekkingskracht op sommige mensen, alsof ze ernaartoe gezogen worden. Dit geldt ook voor puppy’s.

Een kleintje heeft zo nu en dan een bad nodig. Zoals je ziet, een puppy ook.

zwarte-pup

Een kleintje kan zijn puppy-ogen opzetten en krijgt dan meestal na tien keer nee zeggen toch een ja. Een puppy ook.

Nee hoor, ze mag niet op de bank.
Nee, nee, niet op de bank.
Lily, ga van de bank af!
LILY!
Ach, what the heck.

Om een kleintje kun je ongelofelijk hard lachen, zonder dat hij doorheeft dat hij grappig is. Geldt ook voor een puppy.

pup-oren

Kleintjes kunnen ongegeneerd scheten laten met een geur alsof ze een halve shoarma-tent naar binnen hebben gewerkt. Een puppy daar de schuld van geven is makkelijk, maar ze doen dat ook.

Een kleintje zoekt genegenheid en geborgenheid en wil het liefst 24/7 bij je zijn. Een puppy ook.

knuffel-pup

 

 

Verzetten heeft geen zin

Ik ben 33 jaar, moeder van 2 kleintjes, 9 jaar getrouwd, en werk 3 dagen per week. Ik houd van gezellige mensen om mij heen, familie, vrienden. Ik drink een wijntje in het weekend, als het mooi weer is ga ik hardlopen, ik hou van shoppen, uit eten gaan en wandelen in het bos met mijn gezin en nu… koop ik een caravan!

Wat! Ja je leest het goed, we kopen een caravan. Is dat niet heel burgerlijk? Waar is het mis gegaan? Is het begonnen bij een normale jeugd in een normaal dorp, mijn schoolloopbaan die ik net onder gemiddeld toch geheel volgens het boekje deed. Of bij het burgerlijk huwelijk met de liefde van mijn leven, het kopen van een normaal burgerlijk huis met tuin in kindvriendelijke woonwijk, het krijgen van 2 kinderen, een jongetje en een meisje, wat dan ook weer de ultieme burgerlijke droom is. Of ging het mis op het moment dat wij ons beseften dat het cliché over vakantie waar is: “als de kinderen zich vermaken hebben de ouders pas echt vakantie.”

Maar ja, wat is burgerlijk eigenlijk en is het een kwaad dat je uit de weg moet gaan? De grote groep middenklas Nederlanders heeft het al voor ons uitgedacht. Het is ideaal: het huis, de kids de vakantie. Het gros van de burgerlijke bevolking doet het zo, dus als het voor hun werkt, werkt het voor ons waarschijnlijk ook.

Nee, buiten de lijntjes is het niet! We hebben ons er in gedachten nog tegen verzet, maar in werkelijkheid was het voorbestemd. Burgerlijkheid; we moeten er uiteindelijk allemaal aan geloven. En ik geniet nu al van het mooie plaatje; de kids ravotten overdag op een camping, we gaan ’s avonds lekker uit eten en shoppen in Franse stadjes en dit met onze lieve vrienden.

We hebben onze caravan het afgelopen weekend opgehaald. En trots dat ik ben. Echt, ik geniet van alle voorpret. Ik ga de gordijnen vervangen en zoek nu het internet al af naar leuk camping servies. Ik kan niet wachten tot het eerste mooie weekend, dan zetten we ons 2e huisje op in het bos.

Proost op het leven en de burgerlijkheid!

Een hondenleven! Week 10

Ahhh, jullie hebben een week van het hondenleven gemist he? Ze was en is er nog wel hoor en hoe! Groter dan ooit, actiever dan ooit en liever dan ooit. Lily groeit en leert snel. En wij ook. Zo leren wij dat we in onze consequente aanpak weer eens volledig gefaald hebben. Lily heeft dus een plekje op de bank bemachtigd. Maar ik kan ook met trots zeggen dat ik al zeker een week geen drol in de woonkamer gevonden heb! Ze is er nog niet (zindelijk), maar vooruitgang zit er zeker in.

lily-oven

Vanaf de dag dat Lily bij ons is, kruipt ze onder de oven. Ze heeft zelfs de onderkant van de koelkast een keer bereikt…

lily-glijbaan

Lily is een prima speelkameraadje die nergens voor terugdeinst, maar de speelplank vindt ze toch te spannend.

lily-elmo

En ook Elmo ziet ze niet als leuk speelvriendje. Maar als een rood gewaad dat ze verslinden moet.

lil-bank

Zoals ik al zei, het plekje op de bank…

liy

Wie laat wie uit?

bo-lil

Dikke pret zo een pup. Hoewel Lily daar anders over denkt zo te zien…

lily-sneeuw

En Lily in de sneeuw. Huppel de huppel, totdat je begint aan een sneeuwpop. Dan gaat ze als een malle door het sneeuw met als doel de bal zo snel mogelijk geen bal meer laten zijn.