Een halfzus, dus niet helemaal

Ik ben een gescheiden moeder. Dat geeft heel veel vooroordelen. Sommige misschien wel een beetje terecht, maar vele zijn volkomen onterecht. Je zou dan kunnen denken, waarom zou ik mij daar iets van aantrekken? Maar ik ben een mens, dus ik trek me dingen die anderen zeggen wel aan. Het raakt me. Mensen vinden nu eenmaal altijd iets van een ander. En sommige mensen zijn ook best vriendelijk en bedoelen het goed. Met die gedachte wist ik een manier te vinden om er goed mee om te gaan. Totdat ik onlangs beviel van mijn tweede kind. Mijn kindje van mijn nieuwe partner. 

Lees meer
kind korte broek winter

Ik ben dus zo’n moeder van een kind in een korte broek. Ook in de winter!

Afgelopen week scrolde ik langs een nieuwsbericht over een kind in een korte broek. Aan de reacties te zien is dat voor de meeste mensen op zijn zachtst gezegd ‘bijzonder’, voor mij is dat ‘gewoon mijn kind’. Nee, niet van het kind in het nieuwsbericht, maar ik ben dus ook zo’n moeder van een kind in een korte broek. Sterker nog, hij is nog maar net gewisseld van sandalen naar dichte schoenen!

Ook in de winter

Er zijn van die momenten in het leven waarop je jezelf afvraagt: “Heb ik het nu echt goed gedaan?” Voor mij is zo’n moment elke keer als ik naar buiten kijk en mijn zoon zie rondhuppelen in zijn korte broek, ongeacht het seizoen. Ook in de winter! Wanneer de rest van de wereld zich heeft gehuld in lagen dikke kleding, sjaals en mutsen, trotseert mijn zoon moedig de kou met blote benen.

Ik moet toegeven, ik ben niet het type moeder dat met haar kinderen continu in discussie gaat. Noem het slap ouderschap, noem het pampergeneratie, maar op een gegeven moment moeten ze het zelf maar weten. En ik vind het ook wel mooi als ze aan zelfexpressie doen en van het stimuleren van onafhankelijkheid ben ik ook zeker niet vies. Maar eerlijk? Als ik hem in zijn korte broek buiten zie, kan ik niet anders dan me afvragen: waarom?

Ik heb hem talloze keren gevraagd waarom hij zo gehecht is aan zijn korte broeken, zelfs als de temperaturen onder het vriespunt duiken. Zijn antwoord is altijd hetzelfde: “Het zit gewoon lekker, mama!” Hij is nu eenmaal vastberaden, hij gaat zijn eigen weg, ongeacht de omstandigheden én ongeacht wat een ander daarvan vindt.

Broekenrebellen

In de winter lijkt het altijd alsof ik de enige moeder ben die haar kind niet in een dikke laag winterkleding kan hullen. Terwijl andere ouders bezorgde blikken naar mijn zoon toewerpen, probeer ik mezelf gerust te stellen met de gedachte dat hij vast wel weet wat hij doet. Maar stiekem ben ik toch ook wel blij met zo’n nieuwsbericht, want zie je wel! Er zijn nog meer van die broekenrebellen op deze wereld!

Het leven is te kort, niet zijn broek

Dus, terwijl de meeste andere moeders misschien bezig zijn met het bijvullen van de voorraad dikke sokken en thermoleggings, accepteer ik het feit dat mijn zoon altijd in zijn korte broek zal rondlopen. Wie weet, misschien is er wel een diepere wijsheid in zijn onbevreesde houding tegenover de winterkou. Misschien herinnert hij ons eraan dat het leven te kort is om je druk te maken over de kleine dingen. Oftewel, het leven is te kort, niet zijn broek.


kind korte broek winter

Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

kind surprise maken

Kind mag een surprise maken, leuk!

Sinds twee jaar behoor ik tot de moeders met een kind die een Sinterklaas surprise moet maken voor school. De mooie tijd met Sinterklaasliedjes en speculaas-geuren is voorbij. Ik leef nu namelijk in een tijd waarin mijn huis zich vult met de geur van lijm, verf en een vleugje wanhoop. De beste bedoelingen van surprises zijn hier ver te zoeken. We proberen onze creativiteit de vrije loop te laten, maar uiteindelijk beland ik al twee jaar in een knutselgevecht waarin de term ‘gezelligheid’ ver te zoeken is.

Als moeder van kinderen zonder knutseltalent kan ik je vertellen dat de stress begint zodra het briefje met de lootjes de huiskamer binnenvliegt. Mijn kinderen kijken me hoopvol aan, en ik glimlach terug, wetende dat ik binnenkort mijn creativiteit weer moet aanboren. De opdracht lijkt simpel: maak een surprise. De uitvoering is echter verre van simpel.

Sommige kinderen lijken geboren te zijn met een knutselgen. Hun surprises zijn ware kunstwerken. En dan zijn er kinderen die hun creativiteit uiten in een simpel, beschilderd kartonnen doosje. Van dat laatste heb ik dus een paar exemplaren gebaard. En tja, de appel valt niet ver van de boom, ik weet namelijk exact waar dat creatieve talent vandaan komt….

Misschien is het het schuldgevoel dat ik me daarom zo inzet om een surprise te maken voor mijn kinderen. Ja je raadt het al! Een kind mag een surprise maken, maar uiteindelijk zit ik, de moeder, de hele woensdagmiddag te knutselen om een surprise in elkaar te flansen. De uren die ik besteed aan het uitvogelen hoe ik een kartonnen doos omtover tot een realistisch ogende dinosaurus is van de zotte. Het is alsof ik meedoe aan een aflevering van super-surprise en ik kan je vertellen dat de druk hoog is. Ik hoor het namelijk al over het schoolplein galmen ‘ah wat zielig voor het kind die een beschilderde kartonnen doos krijgt’.

Dat verdriet wil ik niet op m’n geweten hebben, maar ondertussen denk ik ook ‘hallo, was het niet de bedoeling dat de kinderen een surprise gingen maken?’. Misschien moeten we gewoon erkennen dat niet alle ouders kinderen geboren knutselkampioenen zijn. En misschien moeten we juist de creativiteit van onze kinderen vieren, ongeacht de vorm waarin deze zich manifesteert. Een simpel doosje kan net zo waardevol zijn als een kunstwerk met bewegende delen.

Wat zou het voor mij fijn zijn om te leven in een wereld waarin de waarde van een surprise niet wordt bepaald door de hoeveelheid tijd die een moeder eraan heeft besteed, maar door de glimlach op het gezicht van het kind dat het in ontvangst neemt en mag uitpakken.

Maar helaas… En dus pak ik vanmiddag de kwasten en de lijm er maar weer bij, want mijn kind mag een surprise maken, leuk!


Afbeelding: Shutterstock

Kind van een loedermoeder

Ken je het spreekwoord ‘de appel valt niet ver van de boom’? Wel, de betekenis van dit spreekwoord wordt mij regelmatig duidelijk gemaakt door mijn eigen bloedjes. Hetzelfde geldt voor het gezegde ‘een spiegel voorhouden’. Dankzij het moederschap begrijp ik opeens waar die spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen voor zijn, wat ze inhouden en waarom ze ooit bedacht zijn. 

Lees meer
balans

Balans tussen het moederschap en werken

Om meteen maar met de deur in huis te vallen, ik ben hier niet om te vertellen dat een werkende moeder het veel zwaarder heeft dan een thuisblijfmoeder. Dat is namelijk een eindeloze discussie zonder goed antwoord. Iedere moeder en ieder gezin heeft zijn eigen uitdagingen. En dit is mijn uitdaging. Ik vind het namelijk soms best lastig om balans te vinden tussen het moederschap en werken. Moeder en werknemer, twee rollen die ik heel graag uitoefen. 

Lees meer

Het enig kind hokje

Welkom in het enig kind hokje, vol met enige kinderen. Daar waar de vraag, ‘wanneer komt er een tweede’, niet gesteld wordt. Daar waar je mag klagen over hoe druk het leven met één, ja één kind kan zijn. Daar waar niemand eenzaam en alleen door het leven gaat. 

Lees meer

Ze ratelen maar door en door en door…

Gisteren had ik een koffiedate in een stad verderop. Aangezien ik geen auto heb, ben ik aangewezen op het openbaar vervoer. Ambitieus en vol vertrouwen nam ik mijn drie kleintjes mee op sleeptouw. Ik dacht bij mezelf ‘dit kan ik, ik ben een goede moeder. En bovendien als we niet thuis zijn, wordt het ook geen bende in huis’.

Ik weet het, ik ben een denker. Hoewel ik even de hond vergeten was, die een leuk rieten mandje naar de filistijnen heeft geholpen. Ander verhaal.

Hoe dan ook, we gingen met de bus naar Haarlem. Naar een leuk koffietentje waar ik met een heerlijk bakkie kon genieten van een goed gesprek en waar de kleintjes ondertussen konden spelen in de gigantische speelhoek.

We hadden een fijne middag maar aan alle leuke dingen komt een einde en zo gingen we weer richting huis. In de bus op de weg naar huis realiseerde ik mij iets. Iets wat ik theoretisch al heel lang wist, maar wat je één keer in de zoveel tijd in de praktijk ervaart: mijn kinderen ratelen maar door en door en door… Die kleine bekkies stoppen nooit, nooit, maar dan ook NOOIT met praten. 

Ja, als ze iemand een beleefd antwoord moeten geven, dan kunnen ze opeens doen alsof ik ze nooit heb leren praten.

Maar buiten dat is het altijd een stortvloed van woorden die er op mij afgevuurd wordt.

“Mama, Brams opa is Sinterklaas. Wel jammer voor Bram, dan ziet hij hem maar één keer per jaar.”

“Mama, wat gaan we eigenlijk doen?”

“Mama, ik heb honger.”

“Mama, wie zijn al deze mensen in de bus?”

“Mama, wat is dat geluidje?”

“Mama, wat gaan we doen?”

“Mama, mijn onderbroek zit niet lekker.”

“Mama, hoe groot is de zon eigenlijk. Hij is groter dan de wereld. Wie is er groter dan de wereld? Zijn wij groter dan de wereld? Papa is groter dan de wereld.”

“Mama, ik moet plassen.”

“Mama, ik denk dat die meneer nieuwe schoenen moet kopen.”

“Mama, waar gaan al deze mensen naartoe?”

“Mama, waarom weet je dat niet?”

En door en door en door en door en door… En ook thuis gaat het door.

Mijn hemel! Echt stop even met praten! Even-niet-praten. Één minuutje. Kan dat?

Nee dat kan niet. Ze zijn meedogenloos. Ze nemen niet eens de tijd om adem te halen. Het praat alleen maar. Of jankt. Of piept. Of zingt. Maar er is al-tijd geluid.

Ik vind het gezellig om met ze te kletsen. Ik vind het leuk om met ze te kletsen. Ik hoor graag wat ze te zeggen hebben. Maar na driehonderd keer “Mama, wat gaan we doen?” of  “Mama, waarom weet je dat niet?” en “Mama, ik moet plassen / ik heb honger” ben ik moe van het luisten naar al dat gepraat en worden míj́n antwoorden steeds korter.

Ik wou dat ik het talent van de man had. Hij kan naast ze zitten en letterlijk het geluid het ene oor in en het andere oor weer uit laten glijden. En ik heb het geprobeerd. Het negeren. En dat bracht mij in de volgende situatie. Met de peuter. Ja echt, met de peuter.

“Mama, mama, mama, mama, mama, mama”

“Mama, hoor je me niet ofzo?”

“Jawel, maar ik probeer je te negeren”

“Kun je me dan even hier komen negeren?”

Dus.

Ik weet het, als mijn kinderen het huis uit zijn zal ik het geratel missen.

Zal het echt?


Afbeelding pratende meisjes: Shutterstock
Update 2015/2023

Broodtrommelbriefjes en goede moeders

Aan het begin van het schooljaar had ik het me nog zo voorgenomen. Ik ga elke week een briefje met een lieve tekst in de broodtrommel van mijn oudste dochter stoppen. Gewoon leuk, een verrassing speciaal voor haar. Misschien een oppepper of een fijne herinnering voor later. Hoe dan ook, het zou me echt een goede moeder maken. 

Inmiddels was het alweer bijna herfstvakantie en je raadt het al, er waren nog geen lieve broodtrommelbriefjes in het trommeltje van mijn dochter beland. Muts dat ik ben, hoe moeilijk kan het zijn? Vandaag ga ik het écht doen! En dus gebeurde het een week voor de herfstvakantie. Ik scheurde een papiertje uit een kladblok, geen kekke broodtrommelbriefjes hier het gaat tenslotte om het idee toch? En ik schreef een lieve tekst. 

Lees meer

Gezinnen met vier kinderen zijn het gelukkigst

Ik stuitte op een artikel: Gezinnen met vier kinderen zijn het gelukkigst. Ik dacht even dat het een kop van De Speld was en dus niet serieus genomen moest worden. Maar het is geen grap, het zijn feitelijke resultaten van een langdurig (vijf jaar) onderzoek, uitgevoerd aan de Edith Cowan University in Australië.

Stress!

Ik ken gezinnen met één kind die klagen over al het werk en stress. Twee kinderen, nog meer werk en stress en ikzelf met een gezin van drie kinderen, kan alleen maar denken aan de chaos en herrie (en natuurlijk aan die lieve vertederende koppies) die drie kleintjes kunnen veroorzaken. Dus hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat gezinnen met vier kinderen het gelukkigst zijn? 

Lees meer

Even bij ze liggen tot ze slapen

Ik heb úren en úren naast mijn kinderen gelegen in de hoop dat ze snel in slaap zouden vallen, wat meestal resulteerde in een slapende moeder en een wakker kind.

Ik heb gedaan alsof ik sliep, in de hoop dat mijn kleintje sneller in slaap zou vallen. Ik heb gekriebeld tot ik een lamme arm had. Ik heb genegeerd en op mijn telefoon gekeken voor vermaak. Ik heb mezelf opgevreten en mezelf voor gek verklaard. Waarom blijf ik hier wachten tot ze in slaap vallen? ‘Normale kinderen’ kunnen toch ook gewoon zelf in slaap vallen? Wat doe ik hier?  Lees meer