Het naar-bed-breng-ritueel (volgens mijn kinderen)

Als allereerste wil ik even zeggen dat ik diep, diep respect heb voor alle alleenstaande moeders (en vaders) die elke avond hun kleintjes naar bed moeten brengen. Alleen.

Want drie kleintjes naar bed brengen in je eentje, het is gewoon bijna niet te doen.

Het begint al bij de aankondiging, het moment waarop ik mijn kleintjes vertel dat het bedtijd is. Hoe kan ik ze zoiets vreselijks aandoen? Elke avond weer. Het is het alsof ik ze vertel dat ze nooit meer een feestje mogen geven of dat Sinterklaas niet bestaat. Maar feitelijk zeg ik alleen maar dat het weer tijd is om lekker te gaan slapen.

Als ik mijn kleintje aan het woord zou laten over hoe het naar-bed-breng-ritueel zou gaan, dan zou ze ongeveer het volgende zeggen.

Kleintje aan het woord

We moeten eerst helemaal zelf naar boven lopen, niemand die ons wil tillen. Belachelijk, want we zijn zo mooeeee! Dan zet mama ons onder de douche, waar we niet eens alle flessen shampoo leeg mogen knijpen. Vervolgens mag mama wel in die fles knijpen en smeert ze het nog over onze hoofdjes ook. Het prikt niet, beweert ze. Ze heeft zelf zeker nog nooit dat spul met ogen open onder de douche uitgespoeld.

Als we dan eindelijk lekker onder de douche staan, moeten we er alweer uit! Meteen afdrogen en pyjama’s aan. Het liefst rennen we nog even rond in onze blote kont, maar dat vind mama ook al geen goed idee. Pyjama’s aan dus. We willen het niet zelf doen, we zijn te moooeeee!!

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

“PLASSEN EN TANDENPOETSEN!”, roept mama dan. We horen haar wel, maar we luisteren gewoon liever niet. Ik heb het namelijk veel te druk met het treiteren van mijn broertje. Die hapt zo lekker op alles wat ik zeg. Plassen en Tandenpoetsen NU! Oké, het is menens. Braaf hobbelen we naar de badkamer, waar ik als eerste roep “Ik eerst!”. “Nee, ik eerst!”, roept mijn broertje dan. Maar mijn zusje vindt dat zij als eerste aan de beurt is.

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Mwaaah, mwhaaaaa! Opeens hebben we ontzettende drang om het op een gillen te zetten. Alle drie. Mama maakt overigens gewoon gebruik van de mondjes die wijd open staan en poetst onze tandjes. Ho, wacht even. Niet de bedoeling dat het gemakkelijk gaat. Alle drie klappen we onze kiezen op elkaar en klemmen de tandenborstel…

Tjonge, mama kan ook nergens om lachen.

Oké, oké, we gaan naar bed. Maar eerst rennen we nog even die kamer in en verstoppen we achter het gordijn. Grappig grapje toch?

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Okéokéoké, nu gaan we echt naar bed.

We kiezen een boekje. Of eigenlijk kiezen we alle drie een boekje. Mijn zusje is duidelijk; die roept 98 keer “Nijntje viert feest!”. Ik vind het persoonlijk nog even nodig om te gaan blèren. Gewoon omdat ik moe ben en een hekel aan Nijntje heb. Logisch toch?

Door al het geblèr heeft mama geen zin meer om voor te lezen. Lekker dan…

We liggen hoor! Opeens bedenken we dat we alle drie nog moeten plassen… Mama zegt natuurlijk geen nee, die heeft namelijk geen zin om drie keer per week een pisbed te moeten verschonen. Ik ken haar wel een beetje.

En zo staan we alle drie weer voor de piespot te duwen. Ik was eerst, nee ik was eerst en ja hoor, natuurlijk gaat mijn broertje uitgebreid zitten poepen. “Ga beneden naar de wc dan!”, roept mama. Maar we willen niet naar beneden, want we zijn mooooeeeee! Het poepen bleek vals alarm. 

We liggen weer in bed.

“Mama, wil je bij me liggen?”
“Nee, mama wil je bij mij liggen?”
“Néé, mama je moet bij mij liggen!”

Mama gaat op de gang zitten.

Ik ben vergeten mijn handen te wassen! Nee, dat is heel erg, heel onhygiënisch! Ik móét nog even mijn handen wassen. Mijn zusje vindt het ook heel onhygiënisch en móét ook nog even haar handen wassen.

Mijn broertje vraagt zich nog even af wanneer we gaan avondeten en is diep teleurgesteld als blijkt dat de aardappelen met spinazie het avondeten waren.

Mama zegt nu met een dringende toon dat we écht moeten gaan slapen, anders wordt ze knettergek. Ik denk bij mezelf ‘dat is ze allang’, maar ik weet dat het verstandiger is om dat niet hardop te zeggen.

Het wordt stil in de kamers van mijn broertje en zusje. Ik probeer het nog één keer: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze geeft geen antwoord. Nou, nog één keertje dan: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze kan het niet meer aan en komt bij me liggen! Yes! “Kriebel je nog even op mijn rug?” Yes! 

GAAP, ik ben zo mooeeee…. zzzzz

Afbeelding kinderen in bed: Shutterstock

5 irritante feitjes voor elke (jonge) ouder

Voor je aan kinderen begon hoorde je wel het één en ander over het ouderschap, maar eigenlijk drong dat nooit echt door. Je natuurlijke oerinstinct negeerde al het negatieve en alleen de rozengeur en maneschijn was wat je voor je zag. Maar als dat kleintje er eenmaal is, dan is er geen weg meer terug. Dan zijn daar toch bepaalde dingen die je irriteren. Bijvoorbeeld dat slaapgebrek. Dat is irritant. Of die jaarlijks terugkerende Pieten discussie. Ook behoorlijk irritant. Het zijn welbekende irritante feitjes. Maar er zijn nog meer irritante feitjes die elke ouder leert kennen dankzij het ouderschap…

Feitje 1. De wereld draait door als je kleintje (eindelijk) een middagdutje doet

Waarom, oh waarom komt de pakketbezorger toch altijd op het moment dat je kleintje net (na een hevige strijd) in slaap gevallen is? Het lijkt zelfs wel alsof het volume van de bel twintig keer zo hard staat als hij erop drukt. En waarom hebben de vliegtuigen, altijd op het moment van het middagdutje, opeens een koers, zo laag mogelijk over jouw dak? Om nog maar te zwijgen over alle hulpdiensten die plots een route langs jouw huis lijken te hebben.

Feitje 2. Je krijgt altijd ongevraagde adviezen

Ik weet het, de adviezen zijn allemaal goed bedoeld. Maar dat maakt ze niet minder irritant. Voorbeeldje: ‘Zorg goed voor jezelf! Want hoe kun je voor een kleintje zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt?’. Leuk en aardig allemaal, maar maak ondertussen dan maar even het avondeten, doe mijn kleintje maar even in bad, geef het meteen even de borst en zorg dat het in zijn eigen bedje slaapt. Dan zorg ik wel even voor mezelf…

Feitje 3. Je kleintje heeft een eigen mening

Ja ik weet het, dat is een zéér goede eigenschap. Maar niet als jij even snel een boodschap wil doen en je kleintje niet. Of als je je kleintje ’s morgens wil aankleden met je nieuw gekochte leuke jurkje, maar zij liever dat spuuglelijke Hello Kitty shirt aan trekt.

Feitje 4. Het is noodzakelijk om áltijd alert te zijn op plastic speelgoed dat over de vloer slingert

En het maakt niet uit hoe oud ze zijn, er ligt altijd wel ergens een lego blokje, een Barbie schoentje of een ander godvergeten plastic stuk speelgoed dat jouw blote voetzool (midden in de nacht) weet te vinden.

Feitje 5. Er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten

Is het niet omdat je kleintje aan één stuk door ratelt en geen moment z’n kwebbel meer kan houden, dan is het wel om de meest genante opmerkingen die een kleintje maakt waar andere mensen bij zijn. Bijvoorbeeld als je kleintje op het (openbare) toilet opmerkt dat zijn vader een staart aan de voorkant heeft. Of als je kleintje in de supermarkt opmerkt dat die ene mevrouw een baby krijgt… Not! Of als je met je kleintje in de lift staat en je kleintje zich hardop afvraagt wie die gekke enge meneer is? Of als… Nou ja, er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten.

Afbeelding jong gezin: Shutterstock

De eerste schooldag en de andere moeders

Het ‘echte leven’ gaat weer beginnen, de kleintjes gaan weer naar school. Niet alleen de kleintjes, ook wij mama’s (en papa’s) moeten weer wennen aan het schoolleven. Simpelweg omdat, ook al neem ik mezelf al een week voor om alvast weer in het schoolritme te komen, ik tot de laatste vakantiedag in de vakantiemodus sta. Ik heb wel zo een ideaal beeld voor me om mijn kleintjes in alle rust op hun eerste schooldag naar school te brengen, maar helaas…

En ook al breng ik nu mijn kleintjes al een paar jaartjes naar school, ik blijf mezelf telkens weer een nieuweling voelen. Het moment waarop ik weer voor die eerste keer van het schooljaar op het schoolplein stap, is gewoon een beetje ongemakkelijk. Toch weet ik inmiddels wel een beetje wat ik verwachten kan en dat zijn een aantal verschillende ‘soorten moeders’.

1. De fotografen

‘Kijk eens naar mij! Zeg KAAAAAAS!’ De moeder met haar telefoon of camera in haar hand omdat ze van plan is om van elke stap een foto te maken. Ze duwt de andere mensen een beetje opzij omdat haar kroost wel volledig op ’the picture’ moet. Een foto bij het hek, een foto bij de deur, een foto bij de luizenzak, een foto van het wegzetten van de beker, een foto van het gedag zeggen met de juf, een foto bij het tafeltje, een foto van het zwaaien. 10 Minuten later zijn de foto’s te bekijken op Facebook.
Zeer confronterend overigens, omdat ik me, bij het bekijken van de foto’s op Facebook, realiseer dat ik ook wel even een fotootje had kunnen maken… 

2. De huilies

Op deze moeders ben ik eigenlijk wel een beetje jaloers. Ze zijn namelijk zó verdrietig dat de leuke zomervakantie voorbij is, dat ze het niet droog kunnen houden.

3. De klassemoeder

Deze moeders zijn schaars, maar als er eentje is, dan staat ze daar met een brede glimlach en met een lijst in haar hand om vrijwilligers te werven voor de luizenpluis, de schoonmaak-ochtenden en andere vervelende klusjes.
Door mijn gebrek aan assertiviteit en ‘nee’ kunnen zeggen, probeer ik deze moeder zoveel mogelijk te ontwijken.

4. De Popiejopies, oftewel de ‘op de vroege ochtend er gelikt uitziende moeders’

Ja, het lijkt de middelbare school wel, maar ze bestaan nog steeds! Van die groepjes die ‘het’ gewoon hebben. Er op maandagochtend uitzien alsof ze zo bij de styliste vandaan komen. En dan zien ze er ook nog altijd zo gelukkig uit. Of schijn bedriegt? Daar kom je nooit achter, je komt er bij zo een groepje namelijk niet tussen.

5. De afzetter

Deze moeder zie je niet, of in ieder geval zie je haar enkel zwaaiend vanuit de auto. Ze zet haar kinderen namelijk alleen maar af en scheurt vervolgens zo snel mogelijk naar haar werk om daar waarschijnlijk een vreugdedansje te doen en de champagne te laten ploppen omdat de schoolvakantie weer voorbij is.

6. De wanhopige moeder die eruit ziet alsof ze wel een weekje vakantie gebruiken kan

Deze moeder heeft een leger aan kinderen (allemaal in een andere klas) en het lukt haar maar niet om de kleintjes op een normale manier, rustig en op tijd op de eerste schooldag in de klas te krijgen. Ze is blij dat de vakantie weer voorbij is, zodat de kinderen weer vermaakt en ‘opgevoed’ worden op school, maar heeft er daarentegen ook zo de pest in dat elke ochtend weer een race tegen de klok is.

Yep, that’s me…


Afbeelding: Shutterstock

Hoe regel je een girls-night-out met het thuisfront?

Voordat ik kinderen kreeg had ik geen idee dat ik mezelf zo goed kon wegcijferen. Ik kom namelijk vrijwel nooit op de eerste plaats te staan. De kinderen staan op de eerste plaats, over het algemeen de man op de tweede en daarachter aan komt (als ik geluk heb) ik, de moeder. Soms is het weleens een innerlijke strijd. Want ik wil ook weleens geen moeder zijn. Niet continu aan de kleintjes denken. Maar de gedachte alleen al geeft me een schuldgevoel. En dat schuldgevoel verdwijnt als ik de kleintjes weer op hun troon zet.

Maakt het me een fantastische moeder? Geen idee. Het maakt me in ieder geval een waardeloze ik. Het is tijd voor verandering. Tijd voor een ‘girls-night-out’! Tijd voor een avond in mijn broek pissen van het lachen. Tijd voor een onbetaalbare avond met mijn bff’s.

En nu is de vraag, hoe gaan we zo een nachtje weg organiseren zonder dat het thuisfront ten ondergaat aan dit moederloze weekend?

Maak een draaiboek

Wil de man graag instructies betreft het reilen en zeilen binnen het gezin? Maak een minuut tot minuut schema. Een stappenplan. Leg stapeltjes kleding klaar. Plak hier en daar een post-it met eventuele adviezen en waarschuwingen als: ‘Vraag van te voren hoe de peuter haar brood gesneden wil hebben! Niet goed gedaan? Doe het opnieuw!’

Hij is geen idioot

Oke, je moet hem misschien niet gaan vragen om biologische, verantwoorde maaltijden te gaan bereiden. De kans is groot dat het een puinhoop wordt in huis, als dat het al niet was. En je kleintjes lopen er misschien bij alsof ze zo bij een carnavalsoptocht kunnen aansluiten. Maar hij is de vader en hij kan het prima in zijn eentje handelen.

En anders belt hij zijn moeder.

Hij belt zijn moeder.

Dus, weg met het schuldgevoel en boeken dat nachtje weg met de meiden! Het zal iedereen goed doen.


Afbeelding: Shutterstock

gezin zomer

Hittegolf! Wat te doen?

O yeah! Eindelijk krijgen we dat warme kleffe weer waar we al het hele voorjaar op wachten! Volgens betrouwbare bronnen is er een hittegolf op komst! Als het zover is mensen, wil ik geen geklaag en gezeur over ‘meteen zo heet in Nederland’ en ‘een buitje voor de plantjes kan geen kwaad’. Nee, een hittegolf! Wat te doen? We gaan er het beste van maken en met deze tips moet dat goed komen.

– Vul het kinderbadje met water en zet de glijbaan erin. Zo simpel kan uren vermaak zijn.

glijbaan

– Dat kon je natuurlijk zelf ook wel verzinnen. Heb je hier weleens aan gedacht? Maak een gigantisch buiten-waterbed. Ik kwam dit hier tegen. Met een groot stuk plasticfolie en een rol duct tape kun je een groot waterbed maken en vervolgens is het wachten op de eerste lek. Ik ga het volgende week uitproberen, dus wil je weten of het werkt? Houd me dan in de gaten!

waterblob3

Afbeelding: clumsycrafter.com

– Of maak een waterballon piñata. Het is weer eens wat anders dan waterballonnetje gooien en het is gegarandeerd een succesvolle activiteit.

 waterballonpinata

Afbeelding: flickr.com

– Maak ijs. Hoe? Google is you’re best friend!

ZOKU-ijsjes-600x400

gimmii.nl

– Zet ouderwets de tuinslang aan. Gegarandeerd gegil…

tuinslang

– Maak een groene zeepbaan. Groot stuk plastic, een fles groene zeep en glijden maar!

zeepbaan

– Maak een opblaasbad fontein! Ja serieus, check het hier.

fontein

Afbeelding: thehairpin.com

– Heb je een zandbak in de buurt? Bouw een zandkasteel, graaf grachten en meren en vul deze uiteraard met water. Oké, het zal uiteindelijk één grote modderzooi worden, maar kleintjes vinden het fantastisch!

sandburg-224124_640

– Heb jij nog geniale tips om de hittegolf samen met je kleintjes door te komen?

Logeren bij het Betere BoerenBed – Hoeve Meijer

Ik heb een droom. Ik droom van een charmant boerderijtje met een geitje en een fijn stukje grond. Ik zit dan in het zonnetje te genieten van een kopje koffie en kijk naar mijn spelende kleintjes. Ze vermaken zich de hele dag met skelters, de kippen en de natuur. Alles is vredig. De man stookt relaxt een vuurtje en bereidt de bbq voor. En ook de hond is helemaal in haar nopjes.

Vorig weekend werd deze droom een beetje werkelijkheid. Het Betere BoerenBed, Hoeve Meijer liet ons een beetje van het boerenleven proeven. En net als in mijn droom zat ik met een kopje koffie in het zonnetje. De kleintjes kwamen ’s morgens aanzetten met een vers eitje(zelf geraapt!) en waren de rest dag aan het ravotten, springen en spelen. En natuurlijk hielpen ze af en toe de boer. En de man? Die kon zijn geluk niet op met een kuub hout en een potkachel.

boerderij-safaritent

De boer helpen

Lees meer

Ik heb geen uitzonderlijk bijzondere wereldburgers op de wereld gezet. Het zijn gewoon kinderen.

Laat ik voorop stellen dat ik mijn kleintjes, net als iedere moeder, de knapste, slimste en leukste kinderen van de hele wereld vind. Maar zijn ze bijzonder en uitzonderlijk? Neh.

Mijn kleintjes zijn gemiddeld. In alles. En ik vind dat prima.

Zoals ik al ongeveer zei, voor mij zijn ze heel bijzonder. Maar ze zijn niet uitzonderlijk in iets bijzonders.

Nee, ze zijn niet bijzonder getalenteerd. Ze zijn gemiddeld op school. Ze halen het niveau, maar moeten er wel wat voor doen. Ze kunnen lekker sporten, maar voor een koprol op een rekstok moet een aantal keer geoefend worden. Ze kunnen in mijn oren leuk zingen, maar ik kan mij voorstellen dat een buitenstaander liever heeft dat ze daarmee stoppen.

Ze halen niet uitzonderlijk snel hun zwemdiploma. Ze kunnen niet uitzonderlijk vroeg hun naam schrijven. Ze kunnen wel bijzonder veel herrie maken, maar ik weet dat meerdere kinderen dat kunnen. Zo uitzonderlijk is dat dus ook weer niet.

En hoe uitzonderlijk ik ze ook vind, ze doen gewoon mee met de middenmoot.

En ja, ik vind ze bijzonder grappig. Ik kan lachen om de simpelste grapjes die ze maken. Ik kan uren naar hun schoonheid kijken en me er vooral over verwonderen dat die wezentjes uit mij voortgekomen zijn. Hoe bijzonder!

En ik heb het gedacht hoor… Ik weet nog goed dat mijn eerste met twee maanden drie keer omrolde, van buik naar rug. Ik had een uitzonderlijk, bijzonder kind gebaard! Een motorisch genie. Uiteraard bleef het bij die ene keer en heeft ze vervolgens maanden op haar buik of rug gelegen, zonder enkele drang om om te rollen. Of toen mijn tweede met acht maanden achter een poppenwagentje aanliep. Hoe snel! Uiteindelijk bleek dat geen enkele versnelling te geven in het loslopen.

De eerste jaren van het ouderschap is een mijnenveld. Wie zegt er zijn eerste woordje? Wie loopt er als eerst? Wie is er als eerste zindelijk? Wie slaapt er als eerste door? Wie kunnen we alvast inschrijven voor de universiteit?

En ik zal niet liegen. Ik zou graag willen dat mijn kleintjes later gemakkelijk een HBO’tje halen. Maar ik ga ook steeds meer inzien dat ‘gelukkig zijn en plezier hebben in wat je doet’ veel, maar dan ook veel belangrijker is dan uitzonderlijk zijn.

Ik heb geen uitzonderlijk bijzondere wereldburgers op de wereld gezet. Het zijn gewoon kinderen. Maar deze kinderen maken mijn wereld wel uitzonderlijk bijzonder.

Ik krijg niks meer te horen

Ik: ‘Wat heb je vandaag gedaan op school?’
Hij: ‘Weet ik niet meer…’
Ik: ‘Heb je lekker gespeeld met je vriendjes?’
Hij: ‘Hmm hmm’
Ik: ‘Heb je nog wat geleerd?’
Hij: ‘Weet ik niet’
Ik: ‘Maar het was wel leuk?’
Hij: ‘Ik denk het…’

Zo gaan ongeveer de conversaties tussen mij en mijn kleuter na schooltijd. Hoe graag ik soms ook wil dat hij voor even z’n klep dichthoudt, over school komt er verrassend weinig uit. Ik moet heel diep graven en een beetje voorkennis hebben om te weten te komen wat hij die dag op school zoal beleefd heeft.

Uiteraard vind ik dat jammer. Ik hoef heus niet minuut tot minuut te horen wat hij uitgespookt heeft, maar iets meer dan ‘Weet ik niet meer’ zou toch fijn zijn.

En zo kwam het dat ik Slaapklets voor kleuters (van Gezinnig) heb geïntroduceerd aan mijn kleuter. Een opvolger van de gewone Slaapklets, maar dan voor kinderen die nog niet kunnen lezen. Met behulp van plaatjes en vragen kun je samen met je kleintje de dag doornemen. Maar in het boekje staan ook leuke opdrachtjes en spelletjes om samen voor het slapen nog even lol te hebben.

Helaas kwam er ondanks het briljante concept, in eerste instantie nog steeds vrij weinig informatie los uit mijn kleuter. Bij de plaatjes, zoals buiten spelen, binnen spelen of tekenen/knutselen staat een blij gezichtje en een niet zo blij gezichtje. Oftewel, was het leuk of niet leuk? Daar kon hij dan nog wel antwoord op geven, leuk of niet leuk. Maar zodra ik weer door ging vragen over wat er dan precies leuk aan was, of niet leuk, kreeg ik weer zijn standaard antwoord ‘weet ik niet’.

Maar in het boekje staan dus ook wat leuke opdrachtjes. Zoals ‘Raak het plafond’, waar je het plafond van het slaapkamertje moet aanraken, bijvoorbeeld met een knuffel. En ook met suggesties om over te kletsen, bijvoorbeeld ‘Welke kleur is jouw plafond?’ en ‘Welke kleur zou jij mooi vinden voor jouw plafond?’ En pardoes komt hij met een opmerking over wat de lievelingskleur van zijn vriendje is.

Een ander spelletje; Overheen en onderdoor. Klim over mama heen, kruip onder mama door, enzovoorts. En ja hoor, de kleine man begint te kwebbelen over zijn gymlesje eerder op de dag.

Nog zo één; Teken samen een gek monstertje. Hoe simpel kan het zijn? Ik de vorm, hij de ogen. Ik de oren, hij de mond… Je raadt het al. Ik krijg een heel verhaal te horen over een tekening die hij in zijn klasje gemaakt heeft en nu aan de lijn hangt.

slaapklets

Slaapklets voor kleuters dus… Ook al missen sommige bladzijdes hun doel, het is zeker een leuk boekje met absoluut leuke ideetjes die je kleintje zo nu en dan een beetje aan het praten krijgen. En belangrijker nog, een leuk boekje om samen de dag mee af te sluiten.

En tja, soms moet je het maar gewoon doen met ‘Weet ik niet meer…’

 

Het boek – Slaapklets voor kleuters – bestel je hier voor € 14,95

Het leven wordt steeds makkelijker naar mate de kleintjes groter worden…

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden… Wie heeft deze uitspraak in hemelsnaam bedacht?

De babyspekbeentjes en het pamperkontje op je heupen. De spekarmpjes om je nek. Hoe heerlijk, hoe fijn! Het gebrabbel waar je niks van maken kunt. De verrassende blikken en de nieuwsgierigheid als er een maaltijd voorgeschoteld wordt en vervolgens door je haren wordt gesmeerd. De afhankelijkheid van jou. Van jouw kunnen, jouw handelen.

Het komt nooit meer terug.

Natuurlijk zijn mijn kleintjes nog afhankelijk. Natuurlijk wordt het avondeten nog steeds af en toe in mijn haren gegooid. Natuurlijk zeggen ze dingen waar ik niets van maken kan en natuurlijk krijg ik nog onverwachte knuffels die uit hun tenen komen.

Maar wordt het leven steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah. 

Een middagslaapje, oftewel een uurtje stilte in de middag, dat zit er niet meer in. De was met babykleertjes was schattig om te wassen. Maar inmiddels puilt de wasmand zo uit, dat het verre van schattig is. Kreeg je vroeger de vraag ‘Mama, waarom ga je naar de wc?’. Nu komen ze met vragen als ‘Waarom geven mannen geen kusjes aan mannen en wel aan vrouwen?‘ of ‘Waar staat hectometerpaaltje 1?‘ En jawel hoor, ook aan de vraag ‘Hoe komt er een baby in je buik?’ is geen ontkomen meer.

En oké, ik geef het toe. Het is een verheerlijking om van de luiers af te zijn. Maar hoe schattig was de babypoep in vergelijking met de bolussen die ze nu af en toe draaien met een geur waar je U tegen zegt. En hun eigen kont afvegen? Ho maar! Je zou het eigenlijk ook niet moeten willen in sommige gevallen…

Ik weet nog zo goed dat ik, toen ik net moeder werd, voor even naar de supermarkt gaan een hele ochtend uittrok. Kind in de maxicosi, maxicosi in de auto, alleen dat al was een dagtaak. En dan was ik nog geeneens vertrokken. Je zou denken dat het nu allemaal lekker vlot gaat… Op het moment dat ik de kleintjes zover heb gekregen hun schoenen aan te doen, moet de eerste alweer plassen en om de één of andere reden kan dat niet met schoenen aan. Alles weer uit dus. Als ik de driejarige in haar stoel wil hijsen, is zij het daar totaal niet mee eens en om de één of andere reden, moet haar weg naar de auto weer helemaal opnieuw. Vanaf de voordeur ja! Heb ik ze allemaal in de auto? Dan is de middelste zijn tas (die hij eigenlijk helemaal niet nodig heeft) vergeten. Oh man, waar is die tijd toen ik snel een maxicosi de auto in mikte om vervolgens geluidloos naar de supermarkt te rijden?

Het moment dat je kleintje voor het eerst ‘mama’ zegt. Wat een eer, wat een verrukkelijkheid dat een klein mensje dat tegen jou zegt. Nu vraag ik me soms af waarom ik überhaupt die kleintjes heb leren praten. En denk je dat een driftbui van een tweejarige niet te handelen is? Dan heb je een 7-jarige zijn zinnen nog nooit zien verliezen… Oké, ze gaan niet zo snel meer op de supermarktvloer liggen stampvoeten, maar de woorden ‘Mama, ik haat je’ moet je inmiddels wel kunnen incasseren.

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah.

Afbeelding: Shutterstock

Ruim je stront op!

Ik behoor nu een half jaar tot de hondenbezitters. Had je mij dat een jaar geleden gezegd, dan had ik je knetterhard uitgelachen. Maar zou het hondje ons nu onverwachts verlaten, dan zou ik knetterhard gaan huilen. En nu ik dus een hondenbezitter ben, begrijp ik de andere hondenbezitters ook steeds een beetje meer.

Ik begrijp dus dat je je hecht aan zo een beestje en dat het onderdeel wordt van je gezin. Ik begrijp dat je het niet kunt voorstellen dat mensen en kinderen bang zijn voor je trouwe viervoeter. Ik begrijp zélfs dat je kunt zeggen: ‘Hij doet niets hoor.’ Iets waar ik me voorheen pissig om kon maken, want hoezo doet dat beest niks? Je zult het (nog) niet uit mijn mond horen hoor, want zij doet wel degelijk nog wat. Ze springt overal nog tegenaan en kan je zomaar opeens ongewenst gaan likken.

Ik bedoel maar…

Maar ik weet ook, dat ze lief is, met je wil spelen en geen vlieg kwaad doet.

Toch is er iets wat ik niet begrijp aan (sommige, laat ik ze niet allemaal over één kam scheren) andere hondenbezitters. Ik vind het zelfs hooguit irritant, want ik wil er niet mee geassocieerd worden. Ik begrijp niet dat ze de stront van hun eigen hond niet opruimen. Maar gewoon daar laten liggen, soms zelfs midden op de stoep. MIDDEN OP DE STOEP! Vóór het schoolplein notabene nog wel!

Maar ook in het gras vind ik het uiterst vervelend. Kinderen spelen namelijk heel vaak in gras. Ze plukken er bloemetjes of maken er een radslag met alle gevolgen van dien. En daarbij poept mijn hond ook in het gras. Als ik dus die drol probeer op te rapen, moet ik eerst als een soort survivaller door het gras ploeteren en balanceren om die drol van mijn hond te kunnen pakken.

Ik schaam mij, ik schaam mij diep dat er zoveel drollen in het openbaar liggen. Daarom loop ik ook maar al te graag met mijn zichtbare poepzakhouder, zodat ik niet aangesproken kan worden op al die dampende drollen. Want serieus, hoe moeilijk is het nou om hem daar even weg te pakken en in de hondenbak, die op vrijwel elke hoek van de straat staat, te mikken?

Dus bij deze, ruim je stront op!

Afbeelding: Shutterstock