
Dit artikel is geschreven in samenwerking met HEMA
Wat je écht nodig hebt in de eerste maanden
De geboorte van een baby gaat vaak samen met tassen vol cadeaus, stapels kleding in allerlei maten en een wieg vol labeltjes die er nog aanhangen. Toch grijpen veel ouders in de praktijk steeds naar dezelfde paar setjes. De rest blijft bijna ongedragen in de kast liggen. Het scheelt tijd, geld en frustratie als je vooraf een beetje uitzoekt wat je kindje écht nodig heeft.
Voor de meeste pasgeboren baby’s draait het om laagjes, comfort en gemak bij het verschonen. Denk aan zachte rompers, een paar fijne boxpakjes, broekjes met een zachte tailleband en een warm vestje of overslagtruitje. In een basisgarderobe horen ook sokjes en eventueel een mutsje, zeker als je baby in de koudere maanden wordt geboren. Grote, ingewikkelde outfits zien er leuk uit op een foto, maar liggen vaak vooral in de weg als je drie keer per dag een poepluier tot in de nek moet schoonmaken.
Veel ouders vinden het handig om een klein stapeltje neutrale setjes te hebben, die je makkelijk onderling kunt combineren. In een drukke kraamweek is het fijn als je niet hoeft na te denken over “wat past er bij elkaar”, maar gewoon in één greep een complete outfit uit de kast trekt. In zo’n basispakket passen zowel rustige kleuren als een paar vrolijke prints die bij jullie gezin passen, precies zoals je ook in een goede collectie baby kleding terugziet.
Comfort eerst: waar je op kunt letten
Een baby ligt, slaapt en wordt verschoond op momenten dat jij misschien liever koffie drinkt. Dan is comfortabele kleding met slimme details echt goud waard. Zachte stoffen zoals katoen of katoen met een beetje stretch zorgen ervoor dat je baby vrij kan bewegen en dat jij kleding makkelijk aan en uit krijgt. Let op naden die niet irriteren, zachte boordjes en drukknoopjes die niet koud aanvoelen op de huid.
Ook de pasvorm speelt een grote rol. Te wijde kleding kruipt snel op, waardoor een romper als een rolletje onder de oksels kan eindigen. Te strak zit natuurlijk ook niet prettig en kan afdrukken in de huid geven. Handig is om bij elk nieuw setje even te checken of je met gemak twee vingers tussen huid en boord kunt steken. Past dat niet, dan is het tijd om het label “te klein” te verklaren, hoe jammer je een favoriet printje ook vindt.
Praktische details maken het dagelijks aankleden veel minder gedoe. Overslagrompers en boxpakjes met drukknoopjes langs de pijpjes schelen een hoop getil bij het verschonen. Ook kleding met een wijde halsopening of schouderdrukkers is fijn, waardoor je niet met het hoofdje hoeft te worstelen. Veel ouders ontwikkelen na een paar weken een duidelijke voorkeur voor een bepaald type sluiting en grijpen daarna bijna automatisch naar dezelfde kledingstukken.
Maten: van kleine prematuur tot flinke baby
Wie voor het eerst een stapel labels met maatnummers in handen heeft, kan er behoorlijk van in de war raken. Maat 44, 50, 56… en dan staat er ook nog eens “0–1 maand” of “1–2 maanden” bij. De waarheid is dat geen enkele baby zich precies aan die maattabel houdt. Sommige baby’s passen bij de geboorte al direct in maat 56 of 62, terwijl andere juist nog wat langer in kleinere maten blijven.
Voor een gemiddeld kindje wordt vaak geadviseerd om een paar setjes in maat 50 en 56 klaar te leggen. Ben je zwanger van een meerling of is je baby aangekondigd als erg klein, dan kan kleinere kleding heel waardevol zijn. Ouders die met een prematuur of klein geboren baby te maken krijgen, ontdekken vaak pas achteraf hoe fijn het is als kleding echt goed aansluit, zodat luiers beter blijven zitten en je kindje minder “verdrinkt” in de stof.
Speciaal voor die allerkleinsten is er babykleding maat 44. Hiermee sluit de kleding beter aan op het kleine lijfje en blijft je baby beter op temperatuur. Ook voor voldragen maar slanke baby’s die gewoon net onder de standaardmaten vallen, kan dit een uitkomst zijn. Het belangrijkste is dat je kijkt naar je kind in plaats van blind op de leeftijdsindicatie op het label te vertrouwen.
Hoeveel heb je écht nodig per maat?
De ene ouder draait zonder moeite dagelijks een was, terwijl de ander een hekel heeft aan eindeloze stapels wasgoed. Hoeveel kleding je per maat nodig hebt, hangt daar sterk mee samen. Grofweg kun je denken aan vijf tot zeven rompers per maat, zeker in de eerste maanden waarin een spuugvlaag of poepexplosie nooit ver weg is. Voor boxpakjes en setjes is drie tot vijf vaak al voldoende.
Daarnaast is het handig een paar “reserve-outfits” in de luiertas te bewaren. Een simpel rompertje en een comfortabel broekje zijn dan meer dan genoeg. Veel ouders leggen in de box of onder de kinderwagen standaard een extra truitje neer. Zo ben je voorbereid op plotselinge temperatuurwisselingen of een natte mouw na een enthousiaste plenspartij met water of speeksel.
Probeer per maat niet te veel vooruit te kopen, hoe leuk het ook is om los te gaan op mini-outfits. Baby’s groeien soms in een paar weken door een hele maat heen, waardoor sommige kleding slechts één keer of zelfs helemaal niet gedragen wordt. Een kleine, goed doordachte garderobe blijkt in de praktijk vaak veel handiger dan een overvolle kast waarin je het overzicht verliest.
Duurzame keuzes en tweedehands schatten
Babykleding wordt meestal niet lang gedragen, maar wel vaak gewassen. Dat maakt het extra interessant om stil te staan bij duurzamere keuzes. Katoen met een keurmerk, stevige stoffen die mooi blijven in de was en tijdloze modellen kun je makkelijk bewaren voor een volgend kind of doorgeven aan vrienden en familie. Zo krijgt een favoriet rompertje soms een heel leven lang nieuwe babybuikjes om zich heen.
Tweedehands kleding is voor veel gezinnen een uitkomst. Via vrienden, familie of ruilgroepen komen er vaak tassen vol bijna-nieuwe setjes je huiskamer binnen. Door goed te sorteren op maat en seizoen kun je zo een groot deel van de garderobe aanvullen. Even alles wassen met een mild wasmiddel en je hebt een stapel kleding die klaar is voor gebruik, zonder dat je er veel geld aan kwijt bent.
Ook handig: bewaar een kleine doos met de mooiste of meest praktische items die je zelf niet meer nodig hebt. Die doos kun je als compleet pakketje weer doorgeven aan iemand anders die net een baby krijgt. Zo gaat er een klein rondreizend “babykledingpakket” langs verschillende huishoudens en haal je het maximale uit ieder kledingstuk.
Je eigen stijl vinden als ouder
Waar de één zweert bij rustige aardetinten en minimalistische printjes, wordt de ander blij van kleurtjes en fantasiedieren. Er is geen goed of fout, zolang je baby er comfortabel bij ligt. Veel ouders merken dat hun smaak in de loop van het eerste jaar een beetje verschuift. Je ontdekt welke kleuren vlekbestendig zijn, welke stoffen mooi blijven en welke modellen in het dagelijks leven simpelweg het fijnst zijn.
Laat je niet gek maken door verwachtingen van buitenaf. De kraamverzorgende die fan is van overslagrompers, de oma die het liefst kraagjes ziet, de buurvrouw die zweert bij wol… je mag hun tips meenemen, maar uiteindelijk kies je wat bij jouw gezin past. Met een paar bewuste keuzes, wat basiskennis over maten en een kast vol comfortabele stoffen wordt aankleden een rustig moment op de dag in plaats van een worstelpartij bij het commodekussen.
Uitgelichte afbeelding: Shutterstock