Angstvallige overeenkomsten tussen een tattoo en een kleintje – deel 2

In het verleden, eigenlijk al vanaf mijn pubertijd, heb ik er vaak over nagedacht. Ik wist het, ik wil het! Het volgende moment besefte ik mij dat ik er de rest van mijn leven aan vast zou zitten en veranderde nooit meer van gedachten.

80% van de mensen met een tattoo krijgt spijt.

Ik ben nog steeds blij dat ik het gedaan heb. Zoals ik mezelf nu zie, past het helemaal bij mij.

Eigenlijk kun je het nemen van een tattoo prima vergelijken met het krijgen van een kleintje. Er komt een dag dat je besluit en voelt, ik ga ervoor, of niet.

Hier zijn 9 angstvallige overeenkomsten tussen het nemen van een tatoeage en het krijgen van een kleintje.

– Een tatoeage is voor altijd. Een kleintje ook. Behalve dat je een tatoeage weg kan laten halen. Is voor mij geen denken aan. Ik hou zo van allebei!

– Zien mensen zo’n rijkelijk gevulde sleeve? Dan behoor je tot de groep “ASO”. Zien mensen je borstvoeding geven, dan zal je wel tot de borstvoeding- en bakfietsmaffia behoren. Mensen zullen hun oordeel klaar hebben. Ik zelf vind dat een erg “ouderwetse” gedachten. Beide heeft de volledige vrijheid in mening en is terug te vinden onder alle niveaus.

– Als je er eenmaal één hebt, is het banen-aanbod een stuk beperkter geworden. Helaas gebeurt dit nog steeds. Nooit geweten dat intelligentie iets te maken heeft met de liefde voor de kunst van het tatoeëren. Nu nog personeelszaken overtuigen.

– Een tatoeage versiert je lichaam. Een baby ook. Tenzij je het ziet als ruïneren.

– Het is altijd duurder dan je in gedachte had. Maar een hele leuke reden om te sparen. Need I say more?

– Wil je er zelf echt één, of wil je er misschien één omdat iedereen er één heeft? Ik mag hopen dat je er in beide gevallen heel goed over nagedacht hebt!

– Je weet dat het, als je er eentje neemt (of krijgt), hoe je het ook went of keert, pijn gaat doen. De pijn verdwijnt en het plezier blijft.

– Je denkt te weten dat je er één wilt, en als je er eenmaal aan gewent bent, wil je er meer. komt er ooit een einde aan? Helaas is het krijgen van kinderen beperkt en is het verlangen naar meer, mijn wens waren er vijf maar ben gelukkig en dankbaar met twee. Dus dan maar verder met tatoeëren.

– Op het moment dat je ze hebt ben je laaiend enthousiast, maar denk je er 15 jaar later nog steeds zo over? Zeker weten! Mijn oudste dochter is inmiddels 13 jaar en mijn eerste tattoo 24 jaar. I will always love them.

P.s. Dit is een contradictie op: Angstvallige overeenkomsten tussen een tattoo en een kleintje – deel 1

Liefs,
Diana

Angstvallige overeenkomsten tussen een tattoo en een kleintje

In het verleden heb ik er meerdere malen over nagedacht. Soms wist ik het zeker, ik wil het! En het volgende moment besefte ik mij dat ik er de rest van mijn leven aan vast zou zitten en veranderde ik weer van gedachten.

80% van de mensen met een tattoo krijgt spijt.

Achteraf ben ik blij dat ik het nooit daadwerkelijk gedaan heb. Zoals ik mezelf nu zie, past het niet bij mij. Maar ondanks dat, ben ik niet meteen anti. Eigenlijk ben ik net zo anti als dat ik pro ben. Ik ben neutraal.

Eigenlijk kun je het nemen van een tattoo prima vergelijken met het nemen van een kleintje. Oké, oké, even voor de politieke correctheid; een kleintje krijg je en neem je niet. Maar er komt toch een dag dat je besluit, ik ga ervoor, of niet.

Hier zijn 9 angstvallige overeenkomsten tussen het nemen van een tatoeage en het krijgen van een kleintje.

– Een tatoeage is voor altijd. Een kleintje ook. Behalve dan dat je een tatoeage weg kan laseren. En ook al zou je dat af en toe met je kleintje ook best willen, het is geen optie.

– Zien mensen zo’n aarsgewei, van die vleugels boven je billen? Dan behoor je tot de groep met een tokkie-tekening op het lichaam. Zien mensen je borstvoeding geven? Dan zal je wel tot de borstvoeding- en bakfietsmaffia behoren. Mensen zullen hun oordeel al klaar hebben voordat ze weten wie je bent.

– Als je er eenmaal één hebt, is het banen-aanbod een stuk beperkter geworden.

– Een tatoeage ruïneert je lichaam. Een baby ook. Tenzij je het ziet als versiering of een accessoire.

– Het is altijd duurder dan je in gedachte had. Need I say more?

– Wil je er zelf echt één, of wil je er misschien één omdat iedereen er één heeft…

– Je weet dat het als je er eentje neemt (of krijgt), hoe je het ook went of keert, pijn gaat doen.

– Je denkt dat je er één wilt, maar als je er eenmaal aan gewent bent, wil je er toch nog één en nog één, en nog één, komt er ooit een einde aan?

– Op het moment van het nemen (of krijgen) ben je laaiend enthousiast, maar denk je er 15 jaar later nog steeds zo over?

Waarom koken de grootste rotklus is…

moeder kookt

Wij hebben een kleintje die het avondeten verafschuwd. ’s Morgens vroeg vraagt ze al wat voor avondeten haar te wachten staat. Ze zegt er tegenwoordig wel bij ‘Ik zal niet zeggen dat ik het niet lust’. Maar als ik met mijn antwoord kom, trekt ze een kop alsof ze een zure hondendrol voorgeschoteld gaat krijgen. Het enige goede antwoord dat ik kan geven, is patat of spinazie à la crème. Aangezien we dat niet elke avond eten, is het weleens een drama bij ons aan tafel. Niet echt gezellig, maar het gebeurt helaas vaker dan me lief is.

Nee, het maken van het avondeten is, voor de flopkok die ik ben, echt een hels karwei. Alleen al om het feit dat er (bijna) niemand blij is met het geleverde werk. Maar er zijn meerdere redenen waarom koken de grootste rotklus is…

Voor koken heb je voedsel nodig. Voedsel komt niet vanzelf in je koelkast, tenzij je elke week Appie laat komen, maar die luxe is mij niet gegund. Het betekent voor mij simpelweg boodschappen doen. Zelf een lijstje maken en zelf boodschappen doen in de supermarkt. Aangezien ik verschrikkelijk slecht ben in plannen en pas voor het boodschappen doen mét kleintjes (waarom lees je hier), ben ik gedoemd om in het weekend de nodige boodschapjes in huis te halen die we nodig hebben voor het leuke en gezellige avondeten van de komende week. En geloof me, ik weet echt héél veel leukere dingen te doen in het weekend.

En dan mag ik de hele week een fijn diner voor mijn gezin verzorgen. Om dat diner klaar te maken, is een goede planning tevens een vereiste. Zoals je net al las, plannen behoort niet tot mijn talenten. Maar er moet toch gekookt worden en dus waag ik mijzelf elke avond weer aan deze uitdaging. Helaas blijkt altijd dat de aardappelen al 10 minuten klaar zijn, terwijl de groente nog gewassen moet worden. Dit komt door mijn klunzigheid, maar ook door een kleintje die mij, altijd opeens tijdens het koken, vraagt om te helpen met haar huiswerk. En anders is er wel een kleintje dat opeens besluit om uitgebreid te gaan poepen en de poep daarna overal op te smeren… Oké, you get the point.

Als dan eenmaal het gekookte eten op tafel staat en iedereen klaar is om te eten, komt het spannendste deel. Gaan we met z’n allen gezellig eten, of valt de ene na de andere kegel, al “DIT LUST IK NIET”schreeuwend, om? Helaas voor ons is dat laatste drie van de vier keer het geval. Laat ik het zo zeggen, het motiveert me niet om mijn best te doen om een gezonde maaltijd op tafel te zetten.

Als beloning krijg ik de zooi die er achtergelaten wordt. Geen fooitje of bedankje voor de ‘lekkere’ maaltijd, alleen maar spinazieresten die vastgeplakt zijn aan de tafel, soms zelfs onder tafel en een aanrecht vol met vuile vaat. En heus, ik zou het het allemaal waard vinden als, als iedereen heerlijk genoten heeft van mijn fijne maaltijd…

Koken… Hoe graag ik het zou willen kunnen, het is de grootste rotklus die er is.

 

Afbeelding: Shutterstock

5 feitjes voor een moeder van een peuter

peuter

Zomaar op een dag verandert je lieve kleine dreumesje in een peutermonster. Als ‘moeder met een perfect leventje met lief klein kindje’ word je dan ook opeens een ‘oververmoeide moeder met een peuterpuber (from hell), die leeft op al dan niet afgekloven rijstwafels, koffie en wijn’. Misschien wat overdreven, maar je snapt het punt.

Althans, je snapt het punt als je de volgende feitjes bijzonder goed herkent…

Feitje 1: Babydoekjes zijn niet alleen voor babybilletjes. Ook de handjes, neusje, eigenlijk je hele peuter kun je er prima mee wassen vlak voordat je de deur uitmoet. Ze zijn ook bijzonder nuttig tijdens de fase ‘zindelijk worden’. Denk namelijk maar niet dat je dan van de vieze poepbillen af bent, zo nu en dan staat je peuter doodleuk naast je te poepen. Midden op het schoolplein. Geloof me, dit wil je niet met een washandje schoonmaken, dit doe je met een half pak billendoekjes. En met de andere helft van het pak maak je de badkamervloer schoon.

Feitje 2: Soms is de dag te lang. Maar je weet, een middagdutje betekent de hele avond een wakkere peuter. En dat willen we niet. Aan het einde van de middag kun je dus ook beter geen autoritjes meer plannen. En als het dan toch moet, radiovolume op voluit, alle ramen open en af en toe heel luid naar je peuter roepen “HÉ, MOET JE DAAR NOU KIJKEN!” Werkt het niet, dan is er nog maar één oplossing: wijn. Voor jezelf uiteraard.

Feitje 3: Peuters willen wat jij hebt. Misschien is het zelfs wel de truc om je peuter aan het eten te krijgen. Als je net doet alsof die aardappel een klomp goud is, die je never nooit niet zou weggeven, die je beschermt met je leven. Dan kun je op je vingers natellen dat je peuter die aardappel van jou moet en zal hebben. Als je peuter deze dan te pakken heeft, doe dan alsof je ontzettend verdrietig bent, grote kans dat je peuter er snel een hap van neemt. En dan zijn er peutertjes die medelijden met je krijgen en het klompje goud (de aardappel) met je delen. Maar er zijn ook van die monsters die de aardappel zo snel mogelijk naar binnen werken en in de tussentijd naar je blijven kijken om te zien of je wel aan het lijden bent.

Feitje 4: Waarom, WAARom, WAAROM? En echt, vraag me niet waarom, want ik weet het niet.

Feitje 5: Juich nóóit te vroeg! Is je peuter zindelijk? Slaapt je peuter eindelijk de hele nacht, na drie jaar, door? Lust je peuter sperziebonen? Op het moment dat je het nieuws wereldkundig maakt, pist je peuter zijn broek vol. Of is de komende maand elke nacht weer aan het krijsen. En die sperziebonen kun je in je neus stoppen. Juich nooit te vroeg.

 


feitjes moeder peuter

Afbeelding: Shutterstock

Lief meisje van drie

meisje van drie

Er gaat een scheut door mijn lijf. De gedachte, het idee. Dit wil ik niet, dit mag nog niet, dit kán nog helemaal niet. Jij bent mijn baby, jij blijft voor altijd klein.

En daar is de realiteit. Je bent een meisje van drie. Niet zomaar een meisje van drie. Maar mijn meisje van drie.

Tranen biggelen over mijn wangen. Niet omdat ik treur dat je drie bent, groot bent, mijn baby niet meer bent. Nee, lief meisje van drie. Ik ben blij. Blij dat jij drie mag zijn, mijn peuter mag zijn, mijn baby niet voor altijd hoeft te zijn.

Lief meisje van drie. Jouw korte leventje ging tot nu toe niet over rozen. Jij hebt al moeten vechten. Vechten voor wat het waard is. En wat is het leven veel waard als ik jouw twinkelende oogjes zie en je mooie stemmetje hoor.

Lief, bijzonder, niet meer uit mijn leven weg te denken, meisje van drie. Jouw tekenfilmstemmetje, zo vertederend dat het mijn hart doet smelten. Jij, met je mooie blonde lokken die vlechtjes en staartjes mogen zijn. Jij met je twinkelende oogjes die af en toe blikken geeft alsof er een oude ziel naar je kijkt, alsof je de geheimen van het leven weet en tegelijkertijd zo onschuldig, zo puur.

Wat ben ik dankbaar lief meisje van drie. Dankbaar dat jij er mag zijn. Dankbaar dat jij de wereld kleur geeft. Dankbaar dat jij mij ‘mama’ noemt.

Deze is voor jou, lief meisje van drie.

Wat je niet wist… De redenen voor een driftbui

driftbui

Afbeelding: Shutterstock

Moeder van een peutertje, een dreumesje of (in een enkele geval) een kleutertje? Dan weet je inmiddels al wel een beetje hoe te leven in constante angst, omdat je simpelweg nooit weet hoe je kleintje zijn brood gesneden wil hebben. Ook weet je inmiddels wel dat je geen dure spullen (speelgoed) meer hoeft aan te schaffen, aangezien ze de meeste lol beleven met een kartonnen doos. Of ze slopen de boel, die zijn er ook.
En ongetwijfeld zul je ook regelmatig te stellen hebben met zo een bui, ik durf het bijna niet uit te spreken, maar ik doe het voor de duidelijkheid toch maar even. Een driftbui.

Zomaar. Opeens. Out of the blue.

Maar is dat eigenlijk wel zo? Komen die driftbuien zomaar opeens opdagen of hebben die kleintjes een gegronde reden om zich zo hysterisch en genadeloos te gedragen? Want, soms hebben ze echt een ernstig goede reden om languit op de grond (midden in een winkelcentrum) te gaan schreeuwen, krijsen, de vloer te besmeuren met kwijl en snot en vergeet vooral het hysterische schoppen met armen en benen niet.

Neem bijvoorbeeld de regels die de kleintjes allemaal ‘opeens’ opgelegd krijgen. Toen ze nog baby’s waren, hoefden ze maar een gilletje te geven en er was iemand die daar klaar voor ze stond. Maar een dreumes/peuter/kleuter moet zich ‘opeens’ aan allemaal regels houden. Hoezo mag ik de vla niet meer in mijn haren smeren? We gaan toch straks in bad? – Mag ik geen tekeningen op de muur maken? Maar het zijn hartjes! – Hoe kom je erbij dat sudocreme alleen voor je billen is? Het smeert ook prima op je wangen, je benen, de bank, de vloer en de muur.  

Of wat dacht je hiervan? Ik heb weleens aan de telefoon gehangen met één of ander verkoper en toen ik een keer besloot om aan de lijn te blijven voor het ‘bel me niet register’ heb ik na 10 minuten doorverwezen te worden en allerlei knopjes te hebben moeten indrukken, uit frustratie de telefoon op de grond gesmeten en ik kreeg de neiging om schoppend en krijsend op de grond te gaan liggen. Hoe denk je dat je kleintje zich voelt als hij of zij wéér mee moet naar de supermarkt. Hij wordt langs allerlei schappen gelootst, hij moet alle zakjes snoep weer terug leggen en bij de kassa moet hij zeker vijf minuten wachten. En als mama de zware boodschappen snel in de auto wil zetten, moet hij ineens doorlopen! HALLO! Tijd voor een driftbuitje.

Stel je voor; je zit in een aftands restaurantje ergens in een achterbuurt van Hong Kong en je krijgt een bordje voorgeschoteld waarvan je werkelijk geen idee hebt, wat erop ligt. Je ziet wat bruine drap en hier en daar een brokje. Ga je het eten? No way! Ik niet. Van binnen zou je waarschijnlijk kokhalzen. Je zou wel kunnen janken en als je even de kans krijgt, vlucht je, zo snel als je kan!
En stel je nu even je dreumes/peuter/kleuter voor. Je hebt heerlijk in de keuken gestaan om een fijne maaltijd voor je liefjes te bereiden. Op het moment dat het op tafel komt begint je dreumes/peuter/kleuter te gillen alsof ze iets voorgeschoteld krijgt wat ze nog nooit eerder heeft gezien. Misschien is dat ook wel zo? Misschien ook niet. Het is in ieder geval verrekte eng om dat ‘vreemde eten’ op te eten.

De taalbarrière. Hoe lastig is het om met zo weinig woorden iets duidelijk te maken. Die jas die je aan hebt, die is echt veel te warm en dan ook nog een muts op je kop én kriebelende (geen biokatoen!) wanten aan. Dus ja, dan smijt je alles de hele tijd af. Maar nee, dat is niet duidelijk genoeg, want alles wordt weer rigoureus bij je opgezet. Het laatste wat je dan nog kunt doen om jezelf duidelijk te maken is een strot van hier tot gunter opzetten.

En dan hebben we nog de magische wereld. Voor een dreumes/peuter/kleuter is er geen onderscheid tussen de echte wereld en de fantasie wereld. En ja, wij weten wel dat het allemaal niet echt is, voor zo een kleintje ligt dat toch even anders. Die krokodillen onder je bed? Die zijn daar en in dat bed wil je dus echt niet slapen. Die schaduw op de gang? Dat is een spook, je gaat dus echt niet langs dat spook mee naar buiten. Het doucheputje? Daar kun je zomaar opeens in verdwijnen, daar ga je dus echt niet, voor je plezier én om even lekker schoon te worden, vlak naast staan. En zo heeft iedere dreumes/peuter/kleuter zijn eigen magische wereld…

Een driftbui… Zomaar? Opeens? Out of the blue?

Nah.


 

redenen driftbui

Wat je niet wist… Totdat je een bieb-pas had

Sinds kort zijn we lid van de bibliotheek. Misschien een beetje aan de late kant gezien de leeftijd van mijn zesjarige, maar het was tot voor kort simpelweg niet nodig. We hadden zelf de halve bibliotheek aan prentenboeken thuis liggen, waar we de komende 20 jaar nog uit kunnen voorlezen. Maar de zesjarige ging naar groep 3 en daar leert ze lezen. Ze leert het uit de zogeheten Avi-boekjes wat begint met ‘ik vis mis’ of  ‘ik pak maan’. Echt veelbelovende verhalen zeg maar. Boekjes die wij in ieder geval niet op voorraad hebben in onze persoonlijke bibliotheek.

Lid van de bieb dus. Wat ik niet wist…

Ik wist niet dat boekjes op tijd terugbrengen zo moeilijk kon zijn. Ondanks dat we er nu regelmatig komen en mijn kleintjes er zich volledig thuis voelen (als in jassen uit, schoenen uit, haar los, enzovoorts), is het mij nog geen één keer gelukt om de boekjes op tijd te retourneren. We hebben het in het afgelopen half jaar zelfs al gepresteerd om een boek te laten verdwijnen, zomaar opeens, foetsie, weg! Uiteraard, nadat ik de rekening betaald had, kwam de man met een boek aanzetten wat hij in zijn auto onder alle koekkruimels vond. Het boek van de bieb.

Ik wist niet dat mijn kleintjes langer dan 5 minuten stil konden zijn. Maar in de bibliotheek kunnen ze dat, echt waar. Misschien komt het door de dreigende blikken van de bieb-medewerkers. Of misschien kunnen ze hun eigen gegalm niet aanhoren in de mega stille ruimte.

Ik had het niet verwacht, maar mijn kleintjes vinden het fantastisch in de bieb. Ook al moeten ze hun mond zoveel mogelijk dichthouden. Eigenlijk is een uitje naar de bibliotheek heel relaxed. Mijn peuters vermaken zich, mijn zesjarige leert lezen en ik kan even heerlijk ontspannen.

bieb

Wat je niet wist… Totdat de ontdekkingsmoeke Marco Polo ging ontmoeten (The After Party)

Goed, het staat dus 1-0 in deze ‘Marco Polo versus ontdekkingsmoeke’ avontuurlijke tocht. Maar we hebben de after party nog te gaan en ik zit weer vol energie om deze ontdekkingstocht voort te zetten. Maar eerst moet ik ontdekken waar de wc zich bevindt, want ik moet die liter cola toch ergens laten. Al snel kom ik erachter dat meerderen deze weg bewandelen, niet zo heel bijzonder dus. Na 50 dames ontdek ik het Amerikaanse toilet, een bijzondere ontdekking kan ik wel zeggen. Want een Amerikaans toilet biedt voor je gevoel niet veel privacy. De kieren langs de fragiele deurtjes zijn minstens 3cm breed. Met als gevolg dat je de dames in de rij kan zien staan zuchten. Maar dat betekent dus ook dat de dames jou pontificaal op het toilet kunnen zien zitten. Het nodigt niet uit tot uitgebreid toiletteren, maar het verklaart wel dat de rij naar het toilet lekker vlot gaat.

Anyway (ja de Engelse termen zitten er nog goed in) we zijn klaar voor de after party en gaan op zoek naar de andere streamteam’ers. Die zijn echter in de verste verte niet meer te bekennen. Ah oh en nu? Dit geeft het avontuur wel een beetje extra spanning! Want wáár moeten we naartoe? En hoe? Ik kan Marco Polo nu niet laten zitten, ik sta immers op achterstand. Gelukkig vinden we onderweg naar de uitgang het Duitse streamteam, dat ook wat verward om zich heen aan het zoeken is. Maar een ontdekkingsmoeke weet het altijd voor elkaar te krijgen, komt ze zelf niet met een oplossing dan wordt er wel een oplossing aangedragen. En zo bedenkt de mannelijk helft van het Duitse team om naar de plek te gaan waar we uit gestapt zijn. En warempel, daar staat de bus te wachten. Een lege bus echter, maar niet te beroerd om ons naar ’the place to be’ te brengen.

The place to be is het zeker. Een tentje midden in het Central park van New York city, genaamd Tavern on the Green. Bij binnenkomst heerst er meteen een gezellige en feestelijke sfeer. Toch heb ik even een wijntje nodig om m’n draai te vinden. Gelukkig vind ik die met een wijntje altijd snel. Ik bekijk wat mensen en vraag me af wie het allemaal zijn? Misschien zijn het wel allemaal supersterren waar ik geen weet van heb. En misschien zijn het ook wel ontdekkingsmoekes, die net als ik ‘zomaar opeens’ op een after party beland zijn. Het maakt me ook niet uit, want wie staat daar opeens vlak voor mijn neus? Het is Marco Polo himself! Oke, dit is het moment dat ik grijpen moet (nou ja, eigenlijk heb ik nog een aantal wijntjes nodig, maar dat zit er zo snel niet meer in). Er zit niets anders op, dan op hem af te stappen en een diepte interview te beginnen.

“Hello, how are you?” Het moment dat je je realiseert dat een diepte-interview nog best lastig kan worden in het Engels.
“I am fine” en ik krijg twee zoenen op mijn wang. Het moment dat Marco Polo mijn Engelse woorden compleet laat verdwijnen. Ik kan geen Engels woord meer bedenken, laat staan een zin. Pats kaboem! 2-0 voor Marco Polo. Gelukkig weet ik nog wel mijn telefoon tevoorschijn te toveren en Marco Polo met de ontdekkingsmoekes vast te leggen.

foto

En zo word ik voor de tweede keer met mijn neus op de feiten gedrukt. Het valt niet mee om een avonturier te zijn. Marco Polo is een prof! Toch weten we ons een weg te banen in het Netflix party geruis. En als ik in de late uurtjes ontdek dat Marco Polo de zaal heeft verlaten, oftewel is afgetaaid, vind ik toch dat ik daar een puntje win. Ik, de ontdekkingsmoeke, die na een ontdekkingsreis van inmiddels 24 uur daar nog met beide benen op de grond staat te genieten van het avontuur… Een verdiende punt en ik ben tevreden met de uitslag. 2-1. Marco Polo, jij bent de grootste ontdekkingsreiziger die ik ken.

Wat je niet wist… Totdat de ontdekkingsmoeke Marco Polo ging ontmoeten

Voor een tripje naar New York draait een ontdekkingsmoeke haar hand niet om. Ze heeft immers al heel wat tripjes voor haar kiezen gehad. Waaronder +- 516 keer per jaar heen en weer naar school. 365 keer naar de speeltuin, om van zwemles en sportclubjes maar te zwijgen. Nee, niets is te gek. Dat ik zeer goed tegen slaapgebrek kan, heb ik de afgelopen jaren wel bewezen. En aangezien ik maar moeilijk nee kan zeggen, (ook daar word ik elke dag mee geconfronteerd) kan ik ook geen nee zeggen tegen een tripje naar New York voor de premiere van de nieuwe Netflix original serie Marco Polo. En dus zat ik afgelopen dinsdag in het vliegtuig, met een mede ontdekkingsmoeke, richting New York.

En zo relaxed als we lijken, zo opgewonden als pubers met rondvliegende hormonen zaten we in het vliegtuig. We were going to New York! The Big Apple, the city that never sleeps! Oh yeah! Wel, mijn eerste dutjes werden gedaan in het vliegtuig. Hoe lekker dat je alleen maar aan jezelf hoeft te denken en niet wakker hoeft te schrikken om te kijken of je kleintjes nog intact zijn. En hoe lekker om eindelijk eens al die jaren gemiste slaap in te halen in 8 uur vliegtijd.

Eenmaal op Amerikaanse grond kan onze ontdekkingsreis beginnen, onze American Dream. Nog even en de ontdekkingsmoekes bevinden zich onder de wereldsterren vol glitter en glamour. Ik zie het al helemaal voor me. Toch blijken we nog heel wat te moeten sleutelen aan deze American Dream. Om maar een voorbeeld te noemen, de taal. Ik kan een aardig woordje Engels spreken, dacht ik zo. Maar als het puntje bij paaltje komt, blijkt dat toch weer verrekte lastig en kom ik erachter dat ik vooral goed Engels kan spreken met mensen die zelf ook niet zo goed Engels spreken. Dit geldt overigens ook voor mijn mede ontdekkingsmoeke…

De ober: “Another glas of wine?”
Ik: “Yes please”
Mede ontdekkingsmoeke: “Me too hoor!”

Goed, we maken ons klaar voor de big happening, het doel, de reden waar we voor gekomen zijn. De screening, oftewel premiere van Netflix’s nieuwste original Marco Polo! We toveren onze vliegtuigkloffies om tot premiere outfits, gooien nog een plens koud water in ons gezicht en klapperen even op onze wangen. Nee, het is geen droom, we zitten echt in New York. Hoewel ik gerust zou kunnen dromen op dit tijdstip, het is immers voor ons gevoel 12 uur ’s nachts.

Opeens gaat alles in een sneltreinvaart. Het ene moment zitten we in de lobby van ons hotel wat te drinken met andere Netflix Streamteam leden, uit Finland, Duitsland, België enzovoorts. Het andere moment zit ik in een bioscoopstoel te kijken naar een groot scherm met daarop #MarcoPolo. Een avontuur om daar te komen was het zeker en ik ben op mijn bestemming beland. Ik ben er echt. Op de premiere van Marco Polo. In New York!

#marcopolo

Ik, de ontdekkingsmoeke, zit er klaar voor. De acteurs staan één voor één op. ‘Hé, wat leuk, ze zitten ook gewoon in de zaal’, denk ik nog. Kom maar op Marco Polo, laat mij nu jouw avonturen maar eens zien! Inmiddels is het voor mijn gevoel 2 uur ’s nachts. En ik ontspan. Ik ontspan me diep. Ik ontspan me iets te diep. En dan schrik ik opeens wakker van de tune. Fuck, de intro heb ik al gemist. Hoe kan dit nou? Ik, de ontdekkingsmoeke, de master in slaapgebrek en gebroken nachten. Ik kan nu toch niet gaan zitten pitten? Hop hop, even volhouden. Ik zie daar op het scherm een mooie man die op avontuur gaat… En ik schrik weer wakker. Ik zie een naakte vrouw met een zwaard radslagen en kung-fu moves maken, in de zaal wordt geklapt. Ha! De spectaculairste scene van de avond heb ik niet gemist! Ik voel constant een spannende dreun door me heen, wat moet dit een gave en spannende serie zijn! Ik zie Marco Polo met een grote Aziatische man in gesprek en ik zie Marco Polo op een veldslag, er wordt wederom geapplaudisseerd. Het is afgelopen. Holy shit!!? Het is afgelopen! Ik ben compleet verslagen door Marco Polo. Hij is de ster in het beleven in avonturen en in deze Marco Polo VS Ontdekkingsmoeke is het +1 voor Marco Polo.

Gelukkig had ik wel weer energie opgedaan voor de afterparty, daarover morgen meer. Want het avontuur gaat nog verder. Wie weet eindigen we met gelijke stand? Nu ga ik eerst, samen met de man, de eerste aflevering van Marco Polo nog eens bekijken, want deze is vanaf vandaag beschikbaar op Netflix.

rodeloper

Sterren op de rode loper. 

Wat je niet wist… Het avondeten

Het avondeten kan bij ons alle kanten op gaan. Het kan super gezellig zijn en iedereen eet goed van zijn eten, dan eten we patat. Of het is één groot drama, een fiasco, een chaos. Dan eten we broccoli, spruitjes, andijvie of bietjes… of een ander soort groente. Op het moment dat we de zesjarige zover hebben om een hap (lees: een ienie-minuscuul hapje) van haar eten te proeven, hangen de andere twee ondersteboven aan hun stoel, of erger nog, liggen ze onder de tafel. Als we ze dan eindelijk allemaal weer op hun plek hebben en eraan toe zijn gekomen om zelf een hap van ons eten te nemen, is het koud geworden.

Nee, het valt niet mee om aan ieders wensen te voldoen. Wat het nog het meest ingewikkeld maakt, is dat iedereen andere wensen heeft. De één wil patat, de ander wil pannenkoeken en als ik de man aan het woord laat, komt er soep of kip tandoori op tafel te staan. Nee, het zijn stuk voor stuk verschillende, en in mijn ogen moeilijke, eters.

De zesjarige
Als de zesjarige in de middag vraagt wat we ’s avonds eten, is eigenlijk geen enkele antwoord het juiste, want alles is vies. Er is voor haar maar één goed antwoord: patat met spinazie à la crème. Bij groene dingetjes gaat ze gillen (behalve bij spinazie à la crème). Bij groene groente gaat ze gillen (behalve bij spinazie à la crème). Bij rode ook. Pannenkoeken moet ze niet, want daar zitten harde randjes aan. Poffertjes mogen daarentegen wel (van hetzelfde beslag) gebakken worden. Het Diva-gedrag is overigens niet terug te vinden in hoe ze haar eten eet. En het bestek kan na het eten weer regelrecht de la in, want eten met je handen gaat haar prima af.

De peuter
Voor de peuter hebben we dubbelzijdig plakband nodig om hem een schrale 5 minuten aan tafel te laten zitten. Nee, hij is meer van het lopend buffet. Een hapje hier, een hapje daar. Proeven is wel één van zijn kwaliteiten, tot rauwe ui en prei aan toe. Inmiddels weet hij wel wat eten met je doet. Hij vertelde me laatst dat ik beter niet meer kon eten, want ik werd wel erg groot… En bedankt!

De minipeuter
De minipeuter is een bodemloze put. Één van de eigenschappen die ze van haar moeder heeft. Haar bord kan niet snel genoeg gevuld worden. Na wat gecommendeer over eten op haar bord en het vlees snijden, begint ze heerlijk aan haar maaltje. Het liefst met macaroni of rijst. En vaak gaat het bordje tot de laatste korrel leeg. Maar er zijn ook zeker gerechten waar ze niks van moet hebben en dan begint ook de minipeuter hierin wat Diva-gedrag te vertonen…