Wat je niet wist… Totdat je een bieb-pas had

Sinds kort zijn we lid van de bibliotheek. Misschien een beetje aan de late kant gezien de leeftijd van mijn zesjarige, maar het was tot voor kort simpelweg niet nodig. We hadden zelf de halve bibliotheek aan prentenboeken thuis liggen, waar we de komende 20 jaar nog uit kunnen voorlezen. Maar de zesjarige ging naar groep 3 en daar leert ze lezen. Ze leert het uit de zogeheten Avi-boekjes wat begint met ‘ik vis mis’ of  ‘ik pak maan’. Echt veelbelovende verhalen zeg maar. Boekjes die wij in ieder geval niet op voorraad hebben in onze persoonlijke bibliotheek.

Lid van de bieb dus. Wat ik niet wist…

Ik wist niet dat boekjes op tijd terugbrengen zo moeilijk kon zijn. Ondanks dat we er nu regelmatig komen en mijn kleintjes er zich volledig thuis voelen (als in jassen uit, schoenen uit, haar los, enzovoorts), is het mij nog geen één keer gelukt om de boekjes op tijd te retourneren. We hebben het in het afgelopen half jaar zelfs al gepresteerd om een boek te laten verdwijnen, zomaar opeens, foetsie, weg! Uiteraard, nadat ik de rekening betaald had, kwam de man met een boek aanzetten wat hij in zijn auto onder alle koekkruimels vond. Het boek van de bieb.

Ik wist niet dat mijn kleintjes langer dan 5 minuten stil konden zijn. Maar in de bibliotheek kunnen ze dat, echt waar. Misschien komt het door de dreigende blikken van de bieb-medewerkers. Of misschien kunnen ze hun eigen gegalm niet aanhoren in de mega stille ruimte.

Ik had het niet verwacht, maar mijn kleintjes vinden het fantastisch in de bieb. Ook al moeten ze hun mond zoveel mogelijk dichthouden. Eigenlijk is een uitje naar de bibliotheek heel relaxed. Mijn peuters vermaken zich, mijn zesjarige leert lezen en ik kan even heerlijk ontspannen.

bieb

Wat je niet wist… Totdat de ontdekkingsmoeke Marco Polo ging ontmoeten (The After Party)

Goed, het staat dus 1-0 in deze ‘Marco Polo versus ontdekkingsmoeke’ avontuurlijke tocht. Maar we hebben de after party nog te gaan en ik zit weer vol energie om deze ontdekkingstocht voort te zetten. Maar eerst moet ik ontdekken waar de wc zich bevindt, want ik moet die liter cola toch ergens laten. Al snel kom ik erachter dat meerderen deze weg bewandelen, niet zo heel bijzonder dus. Na 50 dames ontdek ik het Amerikaanse toilet, een bijzondere ontdekking kan ik wel zeggen. Want een Amerikaans toilet biedt voor je gevoel niet veel privacy. De kieren langs de fragiele deurtjes zijn minstens 3cm breed. Met als gevolg dat je de dames in de rij kan zien staan zuchten. Maar dat betekent dus ook dat de dames jou pontificaal op het toilet kunnen zien zitten. Het nodigt niet uit tot uitgebreid toiletteren, maar het verklaart wel dat de rij naar het toilet lekker vlot gaat.

Anyway (ja de Engelse termen zitten er nog goed in) we zijn klaar voor de after party en gaan op zoek naar de andere streamteam’ers. Die zijn echter in de verste verte niet meer te bekennen. Ah oh en nu? Dit geeft het avontuur wel een beetje extra spanning! Want wáár moeten we naartoe? En hoe? Ik kan Marco Polo nu niet laten zitten, ik sta immers op achterstand. Gelukkig vinden we onderweg naar de uitgang het Duitse streamteam, dat ook wat verward om zich heen aan het zoeken is. Maar een ontdekkingsmoeke weet het altijd voor elkaar te krijgen, komt ze zelf niet met een oplossing dan wordt er wel een oplossing aangedragen. En zo bedenkt de mannelijk helft van het Duitse team om naar de plek te gaan waar we uit gestapt zijn. En warempel, daar staat de bus te wachten. Een lege bus echter, maar niet te beroerd om ons naar ’the place to be’ te brengen.

The place to be is het zeker. Een tentje midden in het Central park van New York city, genaamd Tavern on the Green. Bij binnenkomst heerst er meteen een gezellige en feestelijke sfeer. Toch heb ik even een wijntje nodig om m’n draai te vinden. Gelukkig vind ik die met een wijntje altijd snel. Ik bekijk wat mensen en vraag me af wie het allemaal zijn? Misschien zijn het wel allemaal supersterren waar ik geen weet van heb. En misschien zijn het ook wel ontdekkingsmoekes, die net als ik ‘zomaar opeens’ op een after party beland zijn. Het maakt me ook niet uit, want wie staat daar opeens vlak voor mijn neus? Het is Marco Polo himself! Oke, dit is het moment dat ik grijpen moet (nou ja, eigenlijk heb ik nog een aantal wijntjes nodig, maar dat zit er zo snel niet meer in). Er zit niets anders op, dan op hem af te stappen en een diepte interview te beginnen.

“Hello, how are you?” Het moment dat je je realiseert dat een diepte-interview nog best lastig kan worden in het Engels.
“I am fine” en ik krijg twee zoenen op mijn wang. Het moment dat Marco Polo mijn Engelse woorden compleet laat verdwijnen. Ik kan geen Engels woord meer bedenken, laat staan een zin. Pats kaboem! 2-0 voor Marco Polo. Gelukkig weet ik nog wel mijn telefoon tevoorschijn te toveren en Marco Polo met de ontdekkingsmoekes vast te leggen.

foto

En zo word ik voor de tweede keer met mijn neus op de feiten gedrukt. Het valt niet mee om een avonturier te zijn. Marco Polo is een prof! Toch weten we ons een weg te banen in het Netflix party geruis. En als ik in de late uurtjes ontdek dat Marco Polo de zaal heeft verlaten, oftewel is afgetaaid, vind ik toch dat ik daar een puntje win. Ik, de ontdekkingsmoeke, die na een ontdekkingsreis van inmiddels 24 uur daar nog met beide benen op de grond staat te genieten van het avontuur… Een verdiende punt en ik ben tevreden met de uitslag. 2-1. Marco Polo, jij bent de grootste ontdekkingsreiziger die ik ken.

Wat je niet wist… Totdat de ontdekkingsmoeke Marco Polo ging ontmoeten

Voor een tripje naar New York draait een ontdekkingsmoeke haar hand niet om. Ze heeft immers al heel wat tripjes voor haar kiezen gehad. Waaronder +- 516 keer per jaar heen en weer naar school. 365 keer naar de speeltuin, om van zwemles en sportclubjes maar te zwijgen. Nee, niets is te gek. Dat ik zeer goed tegen slaapgebrek kan, heb ik de afgelopen jaren wel bewezen. En aangezien ik maar moeilijk nee kan zeggen, (ook daar word ik elke dag mee geconfronteerd) kan ik ook geen nee zeggen tegen een tripje naar New York voor de premiere van de nieuwe Netflix original serie Marco Polo. En dus zat ik afgelopen dinsdag in het vliegtuig, met een mede ontdekkingsmoeke, richting New York.

En zo relaxed als we lijken, zo opgewonden als pubers met rondvliegende hormonen zaten we in het vliegtuig. We were going to New York! The Big Apple, the city that never sleeps! Oh yeah! Wel, mijn eerste dutjes werden gedaan in het vliegtuig. Hoe lekker dat je alleen maar aan jezelf hoeft te denken en niet wakker hoeft te schrikken om te kijken of je kleintjes nog intact zijn. En hoe lekker om eindelijk eens al die jaren gemiste slaap in te halen in 8 uur vliegtijd.

Eenmaal op Amerikaanse grond kan onze ontdekkingsreis beginnen, onze American Dream. Nog even en de ontdekkingsmoekes bevinden zich onder de wereldsterren vol glitter en glamour. Ik zie het al helemaal voor me. Toch blijken we nog heel wat te moeten sleutelen aan deze American Dream. Om maar een voorbeeld te noemen, de taal. Ik kan een aardig woordje Engels spreken, dacht ik zo. Maar als het puntje bij paaltje komt, blijkt dat toch weer verrekte lastig en kom ik erachter dat ik vooral goed Engels kan spreken met mensen die zelf ook niet zo goed Engels spreken. Dit geldt overigens ook voor mijn mede ontdekkingsmoeke…

De ober: “Another glas of wine?”
Ik: “Yes please”
Mede ontdekkingsmoeke: “Me too hoor!”

Goed, we maken ons klaar voor de big happening, het doel, de reden waar we voor gekomen zijn. De screening, oftewel premiere van Netflix’s nieuwste original Marco Polo! We toveren onze vliegtuigkloffies om tot premiere outfits, gooien nog een plens koud water in ons gezicht en klapperen even op onze wangen. Nee, het is geen droom, we zitten echt in New York. Hoewel ik gerust zou kunnen dromen op dit tijdstip, het is immers voor ons gevoel 12 uur ’s nachts.

Opeens gaat alles in een sneltreinvaart. Het ene moment zitten we in de lobby van ons hotel wat te drinken met andere Netflix Streamteam leden, uit Finland, Duitsland, België enzovoorts. Het andere moment zit ik in een bioscoopstoel te kijken naar een groot scherm met daarop #MarcoPolo. Een avontuur om daar te komen was het zeker en ik ben op mijn bestemming beland. Ik ben er echt. Op de premiere van Marco Polo. In New York!

#marcopolo

Ik, de ontdekkingsmoeke, zit er klaar voor. De acteurs staan één voor één op. ‘Hé, wat leuk, ze zitten ook gewoon in de zaal’, denk ik nog. Kom maar op Marco Polo, laat mij nu jouw avonturen maar eens zien! Inmiddels is het voor mijn gevoel 2 uur ’s nachts. En ik ontspan. Ik ontspan me diep. Ik ontspan me iets te diep. En dan schrik ik opeens wakker van de tune. Fuck, de intro heb ik al gemist. Hoe kan dit nou? Ik, de ontdekkingsmoeke, de master in slaapgebrek en gebroken nachten. Ik kan nu toch niet gaan zitten pitten? Hop hop, even volhouden. Ik zie daar op het scherm een mooie man die op avontuur gaat… En ik schrik weer wakker. Ik zie een naakte vrouw met een zwaard radslagen en kung-fu moves maken, in de zaal wordt geklapt. Ha! De spectaculairste scene van de avond heb ik niet gemist! Ik voel constant een spannende dreun door me heen, wat moet dit een gave en spannende serie zijn! Ik zie Marco Polo met een grote Aziatische man in gesprek en ik zie Marco Polo op een veldslag, er wordt wederom geapplaudisseerd. Het is afgelopen. Holy shit!!? Het is afgelopen! Ik ben compleet verslagen door Marco Polo. Hij is de ster in het beleven in avonturen en in deze Marco Polo VS Ontdekkingsmoeke is het +1 voor Marco Polo.

Gelukkig had ik wel weer energie opgedaan voor de afterparty, daarover morgen meer. Want het avontuur gaat nog verder. Wie weet eindigen we met gelijke stand? Nu ga ik eerst, samen met de man, de eerste aflevering van Marco Polo nog eens bekijken, want deze is vanaf vandaag beschikbaar op Netflix.

rodeloper

Sterren op de rode loper. 

Wat je niet wist… Het avondeten

Het avondeten kan bij ons alle kanten op gaan. Het kan super gezellig zijn en iedereen eet goed van zijn eten, dan eten we patat. Of het is één groot drama, een fiasco, een chaos. Dan eten we broccoli, spruitjes, andijvie of bietjes… of een ander soort groente. Op het moment dat we de zesjarige zover hebben om een hap (lees: een ienie-minuscuul hapje) van haar eten te proeven, hangen de andere twee ondersteboven aan hun stoel, of erger nog, liggen ze onder de tafel. Als we ze dan eindelijk allemaal weer op hun plek hebben en eraan toe zijn gekomen om zelf een hap van ons eten te nemen, is het koud geworden.

Nee, het valt niet mee om aan ieders wensen te voldoen. Wat het nog het meest ingewikkeld maakt, is dat iedereen andere wensen heeft. De één wil patat, de ander wil pannenkoeken en als ik de man aan het woord laat, komt er soep of kip tandoori op tafel te staan. Nee, het zijn stuk voor stuk verschillende, en in mijn ogen moeilijke, eters.

De zesjarige
Als de zesjarige in de middag vraagt wat we ’s avonds eten, is eigenlijk geen enkele antwoord het juiste, want alles is vies. Er is voor haar maar één goed antwoord: patat met spinazie à la crème. Bij groene dingetjes gaat ze gillen (behalve bij spinazie à la crème). Bij groene groente gaat ze gillen (behalve bij spinazie à la crème). Bij rode ook. Pannenkoeken moet ze niet, want daar zitten harde randjes aan. Poffertjes mogen daarentegen wel (van hetzelfde beslag) gebakken worden. Het Diva-gedrag is overigens niet terug te vinden in hoe ze haar eten eet. En het bestek kan na het eten weer regelrecht de la in, want eten met je handen gaat haar prima af.

De peuter
Voor de peuter hebben we dubbelzijdig plakband nodig om hem een schrale 5 minuten aan tafel te laten zitten. Nee, hij is meer van het lopend buffet. Een hapje hier, een hapje daar. Proeven is wel één van zijn kwaliteiten, tot rauwe ui en prei aan toe. Inmiddels weet hij wel wat eten met je doet. Hij vertelde me laatst dat ik beter niet meer kon eten, want ik werd wel erg groot… En bedankt!

De minipeuter
De minipeuter is een bodemloze put. Één van de eigenschappen die ze van haar moeder heeft. Haar bord kan niet snel genoeg gevuld worden. Na wat gecommendeer over eten op haar bord en het vlees snijden, begint ze heerlijk aan haar maaltje. Het liefst met macaroni of rijst. En vaak gaat het bordje tot de laatste korrel leeg. Maar er zijn ook zeker gerechten waar ze niks van moet hebben en dan begint ook de minipeuter hierin wat Diva-gedrag te vertonen…

Wat je niet wist… De jongste

Kijk, met zo een derde en in ons geval ook de jongste, kan ik mij heel goed identificeren. Zelf was en ben ik nog steeds ook een derde en jongste. Ik zag dat echt niet altijd als voordeel. Zo heb ik meerdere malen een zusje gewenst, dat leek me echt helemaal het einde. Nu, als ik naar mijn eigen kinderen kijk, zie ik aan de oudste dat dat echt niet altijd het einde is. Ze vinden hun jongste zusje lief hoor en houden heel veel van haar. Maar hoe vaak het afgelopen jaar de oudste heeft gezegd dat ze graag de minipeuter zou willen zijn, is niet meer op één hand te tellen.

Niet zo gek ook, want zo een derde en jongste wordt toch een beetje behandeld als een prinsesje. En ja, dat zou de oudste natuurlijk ook wel willen. Een derde krijgt al snel haar zin. Niet zozeer omdat ik geen zin meer heb in het opvoeden, maar toch kies ik vaak de makkelijke weg. Als ik de zesjarige bijvoorbeeld op tijd op school wil hebben, zit er niets anders op dan de minipeuter op te tillen en te dragen naar school. Ook al heb ik drie keer gezegd, ‘nee, je moet lopen’.

Hoe snel je de oudste groot wilt kijken, een jongste wil je klein houden. Het is je baby. Voor altijd. Dus hoezo leren lopen, leren praten, leren zelfstandig worden? Dat is niet nodig voor een baby, mama doet het wel.

Daar staat waarschijnlijk tegenover dat de jongste vaak ook de rebel is. Logisch natuurlijk als je nooit de kans krijgt om iets zelfstandig te doen, er is altijd wel iemand die het voor je doet. Is het je moeder niet, dan is het wel een broer of zus. En er komt een tijd, dan ontploft de bom. Want als alles altijd maar voorgekauwd wordt, word je helemaal hondsdol. Ongetwijfeld komt daar het rebelse karaktereigenschapje vandaan.

Ook neemt de jongste meer risico’s. Er is toch altijd wel iemand die haar opvangt. Dat blijkt wel uit het feit dat ze flierefluitend rondloopt, zonder ook maar even op of om te kijken of er nog wel iemand in de buurt is. Er wordt toch op háár gelet?

Een derde geeft ook wat praktische problemen. Neem het pretpark. Er moet altijd iemand alleen de achtbaan in. Neem mijn handen, ik heb er maar twee. Neem mijn zijkanten, heb ik er ook maar twee van. Lastig, als ze alle drie naast je willen zitten. Overigens heeft de jongste daar dan weer het minste last van, die krijgt namelijk altijd haar zin.

Een jongste hoeft als baby niet eindeloos naar een draaiende Woezel en Pip boven haar hoofd te kijken, maar gaat gelijk door voor de DUPLO. Naar de schattige muziekdeuntjes hoeft ze ook niet te luisteren, voor haar eerste jaar kan ze K3 al achterstevoren meezingen. En als tweejarige kun je al uitgebreid met LEGO friends en een racebaan spelen. En daar staat dan weer tegenover dat een jongste het over het algemeen moet doen met de afdankertjes van broer en zus.

En zo al met al is een jongste het feestnummer in huis. Vrijwel alles wat ze doet is grappig en we lachen er om, wellicht komt daar het sterk ontwikkeld gevoel voor humor vandaan. En met haar charmante puppy-ogen krijgt ze alles voor elkaar. Maar onthoud wel, zo een jongste is ook echt weleens gevoelig en niet altijd een clown!

jongste kind

Wat je niet wist… Een opvoed-onderzoek!?

Er zijn héél veel dingen die je van te voren niet weet als je ergens aan begint. Maar goed ook, want dan zou je er ook niet aan beginnen… Of toch wel?

Op Mama en Zo lees ik over het grote opvoedonderzoek. Ze hebben een onderzoek uitgevoerd onder 2600 ouders die hun mening en ervaring deelden. Wil ik het weten? Ja, dat wil ik! Interessant natuurlijk, want het is altijd leuk en handig om te weten hoe andere ouders het doen en interessanter nog, hoe andere ouders ook zo nu en dan falen (dat doet jezelf weer een beetje goed dan he). Er zijn verschillende resultaten uit het onderzoek gekomen. Over opvoedcultuur, andermans kinderen, consequent zijn, corrigeren(de tik) en schreeuwen.

26% vindt onze opvoedcultuur veel te soft. Ja blegh, die kinderen mogen tegenwoordig overal maar een mening over hebben.
76% vindt dat het wel mee valt, maar geeft aan dat sommige kinderen wel wat regels en grenzen missen. Klopt, het zijn altijd die kinderen van een ander.
Meer dan 70% vindt dat ouders steken laten vallen in de opvoeding. Oh ja tuurlijk, doe maar 100%, nobody is perfect…
En 20% stoort zich continu aan het gedrag van andermans kinderen. Daar kan ik me iets bij voorstellen! Oh… het zijn mijn kinderen?

80% lukt het niet altijd om consequent te zijn. Niet altijd consequent zijn, betekent dat dan niet gewoon dat je niet consequent bent?
Slechts 2% laat regelmatig over zich heen lopen. Whahaha! 2%… Dat schort aan zelfkennis.

Om het gedrag van hun kind te corrigeren, gebruikt 62% een time-out. Oh bah, die ouderwetse time-out! Time-in is veel hipper! Oh maar wacht, daar krijgen we zeer brutale kinderen met weinig respect van.
12% negeert zijn kind. HALLO, *zwaait* hij is er echt hoor!
En 17% ontzegt zijn kind bepaalde dingen. Dat doe ik de hele dag door.
Ruim 40% denkt dat rustig uitleggen waarom je boos bent effectiever is dan echt straffen. Rustig uitleggen terwijl ik boos ben? Wil iemand mij uitleggen hoe ik dat moet doen?

15% geeft eerlijk toe elke week wel een keer een corrigerende tik uit te delen. Nee, die tikken deel ik alleen in gedachte uit.
Meer dan de helft (53%) schreeuwt soms, maar heeft daarna al snel spijt. Yup *vinger in de lucht steekt*
31% vindt dat je er niks mee bereikt en schreeuwt dan ook nooit tegen zijn kind. Yup *steekt weer vinger in de lucht voor het eerste deel van de zin*

opvoeden

Wil je het opvoedonderzoek even serieus doornemen? Je leest het hier: Het Grote Opvoedonderzoek

Wat je niet wist… De middelste

Ik wist van tevoren niet dat mijn tweede kleintje uiteindelijk het middelste kleintje zou worden. Je weet tenslotte nooit hoe het leven loopt. Maar toch werd hij, sneller dan ooit gedacht, een ‘middelste’.

Het krijgen van een tweede kleintje is al een wereld van verschil met het krijgen van een eerste kleintje. Hoe je het wiel bij de eerste moest uitvinden, denk je het bij een tweede kleintje allemaal wel te weten. Maar toch valt dat zo vies tegen. Bij je eerste kleintje had je namelijk niet nog een kleintje rondbanjeren en kon je in alle rust uitvinden hoe dat wiel werkte. Een tweede is van het begin af aan gewend om zijn aandacht te moeten delen. Ook zijn alle eerste gebeurtenissen net even minder bijzonder en in een enkele geval komt het gevoel ‘been there, done that’ heel sterk opspelen.

Maar een middelste is ook niet de laatste. Dus het gevoel van ‘de laatste keer’ komt niet echt opspelen. Eigenlijk heeft het middelste kind, ook wel sandwich kind genoemd een soort onbestemde positie, hij floept zo overal tussendoor. Dat heb ik wel gemerkt toen mijn middelste kleintje zomaar ‘opeens’ 3 jaar werd… HUH! 3 jaar! Nu al? Waar was hij en wat heeft hij gedaan dan in die 3 jaar? Nou, hij floepte er tussendoor…

Nu klinkt dat eigenlijk best een beetje sneu, gelukkig zijn er uitzonderingen. Zo blijkt een middelste jongen tussen twee meisjes een bijzondere positie te zijn. Het feit dat je anders bent dan de oudste en de jongste, maakt je bijzonder. Maar dat niet alleen. Sowieso is een middelste het vriendelijkst (geliefd is hij zeker), de vredestichter (bemiddelen kan hij als een professionele mediator) en het rustigst (af en toe zo zen dat ik bang ben dat hij erin blijft). Mooie kenmerken die een middelste op zijn of haar naam mag schrijven.

Daarbij gaan middelste kleintjes een zeer mooie carrière tegemoet. Hij heeft een onderhandel-talent waar je U tegen zegt en de creativiteit komt uit zijn tenen. De beste managers, rechters en ja, ook politieagenten zijn vaak middelste kinderen. En als dat hem niet wordt, kun je altijd nog in de voetstappen van Bill Gates treden, ja ook hij is ‘een middelste’.

kiekeboe

Kiekeboe! Ik ben er echt hoor!

Wat je niet wist… De oudste

Er zijn héél veel dingen die je van te voren niet weet als je ergens aan begint. Maar goed ook, want dan zou je er ook niet aan beginnen… Of toch wel?

Ik weet niet hoe het is om de oudste te zijn. Met twee grotere broers ben ik namelijk de jongste. Ook de man weet niet hoe het is om de oudste te zijn. Dat geeft wel eens problemen bij ons inlevingsvermogen voor onze oudste. Zij is hier in huis de enige met deze ervaring, zij weet wel hoe het is om de oudste te zijn en ik geloof best dat dat niet altijd meevalt.

Als oudste moet je namelijk in elke nieuwe situatie het wiel uitvinden. Wat voor het kind nieuw is, is voor de ouders ook de eerste keer, dus zij weten ook niet hoe het allemaal werkt. Zo hebben we de kraamverzorgster helemaal suf gevraagd over alles wat maar met een baby te maken had.
Maar spannend en interessant zijn alle nieuwe dingen wel en al die nieuwe dingen samen met je oudste ervaren, schept een speciale band.

Een oudste kan meestal als eerste praten en heeft dan ook het hoogste en laatste woord als er broertjes en zusjes komen. Oudste kinderen zijn vaak ook leidertypes. Maar zij moeten ook altijd maar het goede voorbeeld geven en daardoor wordt er meestal niets door de vingers gezien, slechte voorbeelden worden niet getolereerd.

Door al die verantwoordelijkheid heeft een oudste een leiderschap-skills waar de President van Amerika jaloers op is.

Als oudste kun je wel heel goed je broertje of zusje voor je uit duwen als je zelf iets heel eng vindt.

Als je als oudste ’s nachts bij het bed van je ouders aankomt, word je verbannen naar het voeteneind omdat je broertje en zusje al de plek tussen je ouders hebben opgeëist.

Een oudste heeft aanzienlijk meer spullen dan haar broertjes en zusjes en zal nooit de afdankertjes krijgen. Bijna alles wat nieuw gekocht wordt, gaat naar de oudste. Want dan hebben we er het meeste profijt van als de broertjes en zusjes er ook nog mee kunnen spelen.

Nog een voordeel voor de oudste is dat haar eerste levensjaren zoveel is vast gelegd dat daar ongeveer 4 harde schijven voor nodig zijn. En zo kunnen we van alle eerste keren (fruithapje, omrollen, kruipen, stapjes, verjaardagen, school zwemles, enzovoorts) een fotoboek vullen.

En het allermooiste aan de oudste zijn, is dat je je ouders vader en moeder hebt gemaakt, de mooiste rol in hun leven. Die kun je mooi op jouw naam schrijven, oudste kleintje!

de oudste

Wat je niet wist… Totdat je een peuter had

Er zijn héél veel dingen die je van te voren niet weet als je ergens aan begint. Maar goed ook, want dan zou je er ook niet aan beginnen. 

Weet je nog? Toen je peutertje een dreumesje was? Toen hij of zij nog heel schattig wat woordjes brabbelden en dat je dacht dat het niet nóg eigenwijzer kon…

Totdat je een peuter had, wist je niet…

– dat het schattige gebrabbel van je dreumesje over gaat naar ingewikkelde vragen die altijd beginnen met “Waarom???”. Zelfs als je als antwoord geeft “Waarom, waarom… Waarom zijn de bananen krom??”, kan hij het nog presteren om zich af te vragen waarom de bananen krom zijn.

– dat je er op een dag achter komt dat je kleine onschuldige peutertje opeens heel goed kan jokken! Gelukkig hoorde ik laatst dat je daar heel trots op kan zijn, omdat het een mijlpaal in de ontwikkeling is. Je peuter kan namelijk vooruit denken.

– dat je, ook al kan hij jokken, toch wel achter de waarheid komt. Als hij namelijk met zijn mond vol snoep zo overtuigend mogelijk ‘NEE’ aan het schudden is op de vraag of hij stiekem een snoepje heeft gepakt, dan weet je genoeg.

– dat er ’s avonds weinig van die stoere superheld overblijft. Papa of mama is namelijk degene die allerlei monsters weg moet jagen. En als ze dan weg zijn, lijken ze altijd rond een uur of elf terug te komen, want dan komt de peuter weer zijn bed uit gestormd.

– dat je kleintje zindelijk gaat worden. En dat die ‘poepbroeken’ schoonmaken echt duizendmaal erger zijn dan een poepluier. En als peuter-jongetjes eenmaal wildplassen hebben ontdekt, denken ze dat dat overal zomaar kan en mag.

– dat hij écht nog veel eigenwijzer is dan een dreumes.

– dat je je peuter (geldt vast niet voor alle peuters, de overige stellingen uiteraard wel) géén plezier doet met een peuterspeelzaal, terwijl je dacht dat hij dolgraag met andere kindjes zou willen spelen. Het leek hem in eerste instantie ook heel leuk, maar als het puntje bij paaltje komt, is hij toch het liefst nog bij mama.

– en als hij dan vraagt of hij alsjeblieft weer mee naar huis mag, je je laat inpakken door zijn peuter-puppy-ogen.

– dat een peuter nog steeds alles zelf wil doen! Maar wel alleen op de momenten dat het je echt, maar dan ook echt niet uitkomt. Alle andere keren, als het dus wel uitkomt, is de peuter zo verschrikkelijk lui, dat hij ‘opeens’ helemaal niks meer zelf kan.

– dat je kleine allesetende klikobak opeens niks meer lust. Vooral als het groen is, wordt er naar je gekeken alsof je één of ander beschimmeld breisel voor zijn neus zet.

En wat je ook niet wist is dat peuters werkelijk de meest briljante uitspraken kunnen doen, de prachtigste knutselwerken kunnen maken en nog altijd heel erg graag lekker willen knuffelen. Ik ben gek op peutertjes!

ondeugend

Ondeugend? Wie… Ik?

Wat je niet wist… Totdat de man een week weg was

Er zijn héél veel dingen die je van te voren niet weet als je ergens aan begint. Maar goed ook, want dan zou je er ook niet aan beginnen… Of toch wel?

De man was een week weg. Niet uit frustratie hoor, hij moest werken (er moet toch iemand het brood op de plank verdienen). En dat werken moest toevallig een keer bijna aan de andere kant van de wereld. Dat betekende dus dat hij ’s avonds niet thuis kwam en dat ik alles alleen moest doen. Nou ja alleen, ik heb in een week tijd geleerd hoe ik mijn kleintjes kan inzetten voor klusjes. Bijvoorbeeld door ze te beloven dat als ze netjes opruimden of goed meewerkten met pyjama’s, tanden poetsen, dat soort dingen, ze in mijn bed mochten slapen. De man was er toch niet, dus who cares? Eigenlijk ging het allemaal best wel voorspoedig. Het scheelt toch een persoon die ook aandacht wil. 😉 En bovendien kon ik volledig mijn eigen plan trekken en niemand die mij daarin tegenhield of afleidde.

Maar dat ik de man mistte, staat als een paal boven water. Dat wist ik van tevoren wel! Maar wat ik niet wist…

Het missen begon de eerste avond al. Toen de zesjarige zich realiseerde dat papa al naar Amerika was, brak de hel even los. Na weken voorbereiden en dagelijks zeggen dat papa een weekje weg zou gaan, was zelfs samen uitzwaaien niet genoeg om bij haar door te laten dringen dat papa ’s avonds niet thuis zou komen. Pas bij het daadwerkelijk niet thuiskomen drong het tot haar door dat papa echt weg was.

’s Avonds drie kleintjes naar bed brengen blijft een uitdaging. Mét man en al helemaal zonder man. Ik heb de afgelopen week de minipeuter máár 113 keer teruggelegd, bij de peuter 788 monsters weggejaagd en de zesjarige een kleine 3 uur op d’r rug gekriebeld. En dat allemaal voor maximaal 4 uurtjes, want rond een of 23.00 kwam de eerste alweer mijn bed in gekropen.

Ik dacht dus dat ik een weekje het bed voor mij alleen zou hebben… Leuk gedacht!

Ook het avondeten zonder man verloopt geheel anders. Want wie moest er nu het vlees snijden?

In het weekend (dus na twee dagen al) had ik ernstig de behoefte aan iemand die niet schreeuwend een verhaal vertelde, of om de haverklap begon te janken, of alles 10x herhaalde om het vervolgens nog eens te herhalen. Gelukkig wilde mijn vriendinnetjes wel met mij afspreken.

Iets wat ik wel wist, maar uiteraard vergeten was: de vuilnisbak aan de weg op woensdag! Maar de goden waren met mij, want toen ik er om 13.00 achter kwam, stonden er nog allemaal gevulde bakken aan de weg. Ik was dus net op tijd om mijn gevulde bak erbij te zetten, want vrijwel hetzelfde moment kwamen de vuilnismannen aangereden.

Zonder de man is er wel aanzienlijk minder was! Wat zijn zijn kleren toch eigenlijk groot.

Mijn wijnglas heeft wel wat overuurtjes gemaakt afgelopen week, ik ook daarentegen.

Na een week te moeten vechten (letterlijk elke dag: “Mam zullen we vechten?”) met mijn peuter, is het tijd dat er weer wat mannelijke oestrogeen wordt aangevuld in ons huis.

Welcome home babe!