Domme vragen bestaan niet? Dus wel!

moeder baby

Afbeelding: Shutterstock

Sinds drie maanden mag ik mezelf, dankzij een ongelofelijk lief en mooi meisje, als moeder betitelen. Het was even wennen, deze titel, want moeder worden is een verandering in het leven die je alleen maar kunt ervaren. Hoe goed ik mezelf ook had voorbereid, dat er zoveel liefde voor een ander in me zat, had ik nooit kunnen weten.

Maar, laten we eerlijk wezen, het moederschap put je ook uit en het maakt je behoorlijk humeurig op zijn tijd. En natuurlijk heb ik dat overal al gelezen, maar aannemen deed ik het blijkbaar niet.

‘Het zal allemaal wel meevallen. Bovendien, ik krijg gewoon een baby die slaapt. En anders zorg ik wel dat het slaapt.’, dacht ik, arrogant als ik was.

En omdat ik dus helemaal geen realistische voorstelling van het moederschap kon maken, stelde ik achteraf gezien dus ook best wel domme vragen aan nieuwe moeders. De ervaren moeders hebben waarschijnlijk ontzettend zitten gniffelen over mijn onnozelheid. Want hoe bedoel je slaapt de baby al door? Ze is drie dagen oud!  Lees meer

Kinderen stellen vragen

Kinderen stellen vragen. Héél veel vragen. Nee, in het begin nog niet natuurlijk, eerst moeten ze leren praten. Het begint zo schattig met een paar woordjes en dan ineens verandert je kind in een soort pratend Duracell konijn. Het praten begint zodra je kind wakker wordt en houdt pas op als het ’s avonds slaapt.

De eerste twee jaar leer je je kinderen lopen en praten. De daarop volgende zestien jaar hoop je dat ze eindelijk eens stilzitten en stil zijn.

Zodra een kind een beetje kan praten begint het vragen te stellen. De vragen behelzen niet veel meer dan wie, wat en waarom. Dus ”wie is dat?” ”wat is dat?” en ”waarom is dat?”. Daar kun je nog wel wat mee, maar op een gegeven moment worden de vragen natuurlijk moeilijker.

Toen mijn kleuter vier was vroeg ze me op een avond “Papa, waarom is de lucht ‘s avonds zwart?”. Moest ik hier antwoord op geven? De vraag was moeilijk, zou ze een serieus antwoord begrijpen? Ik besloot een poging te wagen.

“Nou kijk, de zon draait om de aarde. En als de zon aan de andere kant van de aarde staat, dan valt het licht op de andere kant van de aarde. Daar is het nu dag en hier is het nu nacht.”, zeg ik. Mijn kleuter is tevreden met deze uitleg en ik krijg een “Oh, ok!” ter bevestiging. Daarmee lijkt de kous af te zijn.

De volgende dag vertel ik dit aan mijn collega’s en die geven mij meteen een lesje sterrenkunde. De aarde heeft een draaiing om haar as en de aarde draait ook nog om de zon. De draaiing van de aarde om haar as zorgt ervoor dat het hier dag en nacht is. Het is duidelijk, ik zat er nogal naast, maar zal het onthouden.

Een paar weken later vraagt mijn kleuter ineens: “Papa, de zon draait toch om de aarde? Daarom is het hier nu toch donker en ergens anders nu licht?”.

Ok, mijn kleuter is dus in staat om antwoorden op moeilijke vragen te onthouden. Zal ik haar nu uitleggen dat mijn antwoord niet helemaal klopte? Nee, ik hou de illusie dat papa’s alles weten gewoon nog even in stand. Dit keer maak ik me er gemakkelijk van af: ”Dat klopt schat!”.

Er komt een dag dat mijn kleuter te moeilijke vragen gaat stellen, maar ik ben voorbereid. ”Google dat maar even lieverd!”