
Peuters… ze zijn klein, schattig, eigenwijs en soms net onderhandelingskunstenaars in de dop. Eén ding is zeker, ze weten precies wat ze wíllen. En dat is meestal niet hetzelfde als wat jij wilt.
“Nee, ik wil niet naar bed!” – “Nee, ik wil geen jas aan!” – “Nee, ik wil niet opruimen!”
Als ouder kun je er soms moedeloos van worden. Gelukkig is er een slimme manier om strijd te verminderen: het ‘ja en’-principe.
Wat is dat, het ‘ja en’-principe?
Het klinkt misschien als een theatertechniek – en dat is het eigenlijk ook. In improvisatietheater leer je om niet in de verdediging te schieten, maar mee te bewegen: “Ja, en…” in plaats van “Nee, want…”.
Bij peuters werkt dit verrassend goed. In plaats van de deur dicht te gooien met een harde nee, erken je wat je kind wil (ja), maar voeg je er meteen jouw grens of richting aan toe (en).
Hoe werkt dat in de praktijk?
Voorbeeld 1 – het koekje
Peuter: “Ik wil een koekje!”
Ouder: “Ja, en straks na het eten mag je er eentje uitkiezen.”
Voorbeeld 2 – de jas
Peuter: “Ik wil mijn jas niet aan!”
Ouder: “Ja, en we doen hem aan als we buiten zijn, anders is het echt te koud.”
Voorbeeld 3 – opruimen
Peuter: “Ik wil niet opruimen!”
Ouder: “Ja, en als we samen alles in de bak gooien, gaat het veel sneller.”
Zie je? Je erkent de wens, maar je buigt hem meteen om naar een haalbare, duidelijke grens.
Waarom werkt dit?
- Je peuter voelt zich gehoord.
Niemand – ook een peuter niet – vindt het leuk om telkens botweg nee te horen. - Het voorkomt strijd.
In plaats van een botsing wordt het een soort samenwerking. - Het geeft duidelijkheid.
Je zegt niet overal ja op, maar je geeft richting: dit mag, dat niet.
Betekent dit dat je kind altijd krijgt wat hij wil?
Absoluut niet. Het ‘ja en’-principe is geen verkapte “je mag altijd je zin krijgen”-opvoedstijl. Het is juist een manier om duidelijk te laten merken: “Ik hoor je, maar ik bepaal de grens.”
Het verschil zit hem in de toon en de vorm:
- ❌ “Nee, je krijgt geen koekje.” → strijd, tranen, stampvoetconcert in de keuken.
- ✅ “Ja, en straks na het eten mag je er eentje.” → erkenning, duidelijkheid, vaak minder drama.
Je kind krijgt dus niet zijn zin, maar wel het gevoel dat zijn wens serieus wordt genomen. Dat geeft rust.
Bovendien leren peuters op deze manier ook iets belangrijks: wensen mogen, maar niet alles kan meteen of altijd. Dat is een vaardigheid waar ze hun hele leven profijt van hebben.
Een kleine waarschuwing
Het ‘ja en’-principe klinkt prachtig, maar laten we eerlijk zijn: het is geen magisch toverstokje. Soms werkt het geweldig en denk je: “Ha, ik heb het ouderschap onder controle!” … en vijf minuten later lig je alsnog met een krijsende peuter op de grond van de supermarkt omdat hij nú een lolly wil.
Want: peuters zijn peuters. Ze zijn emotioneel, leren de wereld kennen en hebben nog geen rem op hun gevoelens. Dus ook al gebruik je het ‘ja en’-principe perfect, je kunt niet áltijd strijd vermijden.
Wat wél helpt:
- Blijf consequent. Gebruik het principe als manier van communiceren, niet als trucje om driftbuien te omzeilen.
- Kies je momenten. Als je peuter compleet oververmoeid is, gaat zelfs de beste opvoedstrategie de mist in. Dan helpt alleen een knuffel, rust of soms gewoon even uitzitten.
- Wees mild voor jezelf. Je hoeft niet elke situatie pedagogisch perfect op te lossen. Soms mag je ook gewoon zeggen: “Vandaag even niet, ik heb koffie nodig.”
Tot slot
Peuters willen ontdekken, uitproberen en grenzen opzoeken – dat hoort erbij. Met het ‘ja en’-principe leer je je kind dat zijn wensen ertoe doen, maar dat er ook regels en grenzen zijn. En dat allemaal zonder elke dag een mini-onderhandeling aan de keukentafel.
Dus de volgende keer dat je peuter roept: “Ik wil…!”
Adem diep in, glimlach en zeg: “Ja, en…”
En vergeet niet: het hoeft niet perfect. Opvoeden is soms improviseren – en dat maakt het stiekem ook wel weer een beetje theater.
Spiekbriefje: ‘Ja en’-zinnetjes voor peuters
👕 Kleding aantrekken
- “Ja, en als jij je sokken kiest, help ik met je trui.”
- “Ja, en eerst je pyjama uit, dan mag je straks je lievelingsshirt aan.”
🍪 Eten & snacks
- “Ja, en na het eten mag je een koekje kiezen.”
- “Ja, en je mag straks helpen om de druifjes op een bordje te doen.”
🧸 Opruimen
- “Ja, en als we samen tellen hoeveel blokken in de bak gaan, zijn we sneller klaar.”
- “Ja, en daarna is er weer plek om met de trein te spelen.”
🚪 Naar buiten gaan
- “Ja, en we doen je jas aan zodra we bij de deur zijn.”
- “Ja, en je mag zelf kiezen: rode schoenen of blauwe schoenen.”
🛁 Bedtijd & badtijd
- “Ja, en eerst je tanden poetsen, daarna mag je een verhaaltje kiezen.”
- “Ja, en als jij de bubbels in het bad maakt, giet ik het water erbij.”
📺 Schermtijd
- “Ja, en na dit filmpje gaat de tv uit, dan doen we samen een puzzel.”
- “Ja, en als je nu stopt met de tablet, mag je straks helpen bij het koken.”
💡 Tip: hou het kort, simpel en positief. Het is geen onderhandeling, maar een manier om je peuter te laten voelen: “Ik hoor je, maar er is ook een grens.”
Uitgelichte afbeelding: Shutterstock