Online ouderavond van Squla

Binnenkort gaan wij Squla proberen. Squla is een online oefenprogramma voor kinderen in groep 1 t/m 8. Alle vakken komen aan bod, van rekenen tot begrijpend lezen en van topografie tot spelling. Of het oefenprogramma net zo leuk is als het eruit ziet, kunnen we je over een paar weken vertellen. Later hierover dus meer.

kind-computer

Voor nu is het misschien leuk om te weten dat Squla een online ouderavond organiseert. De ouderavond wordt georganiseerd omdat ze bij Squla merken dat vaders en moeders hun kind het beste helpen in zijn/haar ontwikkeling op school. Dat is vaak ook een reden om Squla te kopen. Ouders willen meer controle over hoe hun kind zich ontwikkelt en hoe goed een leerkracht ook is, vaak kennen ouders hun kind toch het beste en willen ze er zelf alles aan doen om hun kind optimaal te laten ontplooien.  Lees meer

Lezen, lezEN, LEZEN met je kleintje

Kinderen die naar school gaan, worden doorgaans schoolkinderen genoemd. Logisch. Schoolgaande kinderen krijgen doorgaans ook huiswerk mee. Ook logisch. Althans, het klinkt logisch voor mij. Mijn 7-jarige denkt daar tot op heden anders over.

Vanaf groep drie krijg ik als ouder van de juf te horen “lezen, lezEN, LEZEN met je kleintje! Het is zó belangrijk om te lezen. Voorlezen, samen lezen, boeken halen bij de bieb, leesbingo’s in de vakanties, lezen voor het slapen, lezen aan de ontbijttafel, lezen op het toilet, lezen, lezen, lezen”. Oke, ik snap het. En dus lezen wij als ouders braaf met onze kleintjes. Toch?

In de praktijk blijkt dat ietsje anders te gaan dan dat je in theorie zou denken.

Stel de opdracht is: Lees 10 minuten per dag.

Geen ingewikkelde opdracht lijkt me, aangezien er 144 x 10 minuten in een dag zitten, waar er gemiddeld 72 van gespendeerd worden aan slaap en er plus minus 36 kwijt zijn aan school. Voor schooltijd is er geen tijd voor dit soort opdrachten en zo blijven er ongeveer 24 potentiële 10 minuten over voor de eventuele ’10 minuten lezen’.

Volgt u het nog?

In theorie zou je dus als 7-jarige een boek kunnen pakken, om vervolgens 10 minuten te gaan lezen in het boek, met als resultaat dat je ouders en de juf blij zijn en je opdracht voltooid is.

Het is een theorie.

Nu de praktijk.

Je kleintje komt uit school, drinkt een kopje thee met een koekje en je bent vastbesloten om éérst het ‘huiswerk’ te volbrengen. 

0-20 minuten: Het kiezen van een boek. Ik snap het, het is niet gemakkelijk om een keuze te maken. Stel dat het boek tegenvalt of stel dat het niet lekker leest… Je wilt natuurlijk wel de juiste keuze maken.

20-30 minuten: Een discussie over dat het ‘zoek en doe boek’ het ‘masker-knutselboek’ of de Donald Duck niet de boeken zijn waar 10 minuten in gelezen moet worden.

30-40 minuten: Een discussie over nu gaan lezen en niet nu Netflix gaan kijken.

40-50 minuten: Je kleintje moet (plotseling) poepen.

50-80 minuten: Terwijl je bezig was met de andere kleintjes, is het kleintje ongemerkt naar boven geslopen en speelt op haar Nintendo DS.

80-100 minuten: Het kleintje heeft honger en dorst.

100-120 minuten: Het kleintje staart om zich heen.

120-130 minuten: Het kleintje geeft op en begint in het boek. Na de eerste regel begint het ook te klagen: het boek is te saai, te moeilijk of te lang.

130-140 minuten: Het kleintje heeft weer honger en dorst.

140-190 minuten: Tijd om te koken en te eten.

190-220 minuten: Tijd om te douchen, tanden te poetsen en pyjama’s aan te doen.

220-230 minuten: Opnieuw een discussie over de keuze van het boek.

230-240 minuten: Het kleintje vertoont vermoeid en onhandelbaar gedrag. Tijd om te gaan slapen. Morgen weer een dag.

240-245 minuten: Tijd van stilte.

245-255 minuten: Het kleintje vindt dit dé tijd om de 10 minuten te lezen. Je bent het er niet mee eens, maar laat het toch maar weer toe…