5 feitjes voor een ouder van een klein uitgevallen kind

klein kind groeit

Ik heb geen grote kinderen. De jongste is zelfs extreem klein. Dat is op zich ook niet zo gek aangezien wij, de vader en moeder, ook niet groot zijn. Nooit geweest ook. Meestal stond ik als laatste in de rij bij gym. Ik had er nooit zoveel problemen mee. ‘Klein maar fijn’, werd er altijd gezegd. ‘Wie niet groot en sterk is, moet slim zijn’, kwam ook regelmatig voorbij. Ik zag het als positief en omarmde mijn ‘klein zijn’. 

Maar als moeder van klein uitgevallen kinderen is het anders. Niet dat ik het positieve niet meer zie, maar het aanzien van de issues die mijn eigen kinderen er mee hebben, is lastig. Mijn jongste, degene die dus extreem klein is, heeft er wat meer moeite mee. Zo zat ze voordat de zomervakantie begon er al over in dat ze na de schoolvakantie niet op een grotere stoel, in haar ogen ‘de groep 2 stoel’, zou komen te zitten. ‘Dan zit ik dus nog steeds in groep 1’, was haar conclusie.

En zo zijn er meerdere feitjes voor een ouder van een klein uitgevallen kind.

Feitje 1. Ze denken dat ze altijd weg kunnen komen met hun schattigheid. En dat lukt vaak ook nog. Kleine kinderen zijn over het algemeen super schattig. En dat wordt ook regelmatig tegen ze gezegd. ‘Oohh, jij bent zo schattig!’ Zelfs een krijsbui vanuit haar tenen is nog schattig. Voor de omstanders dan, de moeder prikt daar inmiddels doorheen.
Op een gegeven moment had mijn jongste dochter iets uitgevreten wat verre van schattig was, maar ze kwam ermee weg. Nadat ik haar een standje had gegeven, begreep ze het even niet meer. ‘Maar mam, ik ben toch schattig?’

Feitje 2. Je moet anderen altijd overtuigen dat ze écht al vijf is.
“Nee ik sta je niet te fucken, ze is écht al vijf.”  
“Maar ze is nog zo klein!”
“Ja, ik heb geprobeerd om wat schoppen onder d’r hol te geven, maar ook dat hielp niet.”

Feitje 3. Ze worden onderschat. En daarom lijken kleine kinderen slimmer. Wie niet groot en sterk is, moet slim zijn. Eén voordeel, ze lijken al snel slimmer aangezien mensen denken dat ze een stuk jonger zijn.

Feitje 4. Je hoeft nooit te zeggen; daar is ze snel uitgegroeid. Een groeispurt? Ik heb er nog geen één gezien bij mijn kinderen. Ze groeien wel, maar gelijkmatig. Ze doen een heel seizoen, soms twee, met een kledingmaat.

Feitje 5. Het steekt om je kleintje ermee te zien worstelen. Toen mijn jongste net op school zat, had de juf een meet- en weegproject bedacht. Ontzettend leerzaam natuurlijk, maar na het meten hing het streepje van mijn dochter pontificaal, inclusief naam helemaal onderaan. Ze wilde niet dat ik daarnaar keek, verschrikkelijk vond ze het. Net als haar issue nu, met het lage stoeltje. ‘Wat maakt het nou uit?’, kun je denken, maar wanneer ik de worsteling in haar oogjes zie, breekt mijn hart.

Klein maar fijn. Was ze maar groot genoeg om dat zelf ook te kunnen zien.

 

Afbeelding: Shutterstock

Previous ArticleNext Article

1 Comment

  1. Ja, helaas is dit bij meerderen in onze familie het geval. Pelle wordt altijd jonger dan Freek geschat. Kleindochter Isa is ook klein uitgevallen. Misschien kun je vertellen dat voordeel kan zijn dat je vaak vooraan mag staan. Ook soms nog gratis ergens naar binnen mag, bv onder de 1 meter in drievliet en dat ze niet haar bordje hoeft leeg te etwn omdat ze ook klein buikje heeft