Ik was nooit een huilebalk

Vroeger was ik geen huilebalk, nou ja… Misschien vonden mijn broers dat wel, maar mijn tranen moesten altijd van ver komen. Mezelf vond ik overigens zo nu en dan wel heel erg zielig, maar echt huilen om nare zaken die er in de wereld gebeurden, dat deed ik niet. Laat staan dat ik een traan liet bij een slechte jankfilm.

Misschien was ik te egocentrisch, misschien was ik gewoon jong, of misschien ben ik niet zo gevoelig. Te nuchter.

Ik kom niet uit een oorlog. Ik kom niet uit een rampgebied. Ik leef wat dat betreft een heel veilig leven.

Als er een aanslag gebeurde, of een gigantische ramp, dan dacht ik ‘oh dat is sneu voor die mensen’ en soms dacht ik zelfs ‘wat verschrikkelijk’, maar daar bleef het bij. Een ver weg van mijn bed show, dat mijn leven verder niet raakte.

Misschien was het een gebrek aan inlevingsvermogen, voor ieder mens is het inlevingsvermogen anders. Dat is namelijk geheel afhankelijk van wat je hebt meegemaakt en hoe je ermee omgaat.

Of misschien ben ik gewoon een gevoelloze doos met een zéér gebrekkig inlevingsvermogen. Kan ook.

Ik vond het ook verschrikkelijk om te huilen, dat vind ik eigenlijk nog steeds. Het lucht niet op.

Maar vandaag huilde ik.  Lees meer

Second opinion, deel 2

Ze zeggen weleens dat het zwaarste van het ouderschap is, om je kind te zien lijden. Dat is absoluut waar, je wilt het lijden wegnemen, desnoods overnemen, maar ondertussen weet je dat het harde feit is dat je er helemaal niets aan kunt doen, behalve toekijken en troosten.

Maar wat als je je kind heen en weer ziet slingeren in emoties en je weet dat je er wel wat aan kunt doen? Je kunt iets wegnemen, maar daar staat wel iets tegenover.

Het verhaal begon hier, toen we besloten te gaan voor een second opinion.

Trots was ik. Trots omdat ik mijn dochter zag zoals ze zou moeten zijn. Medicijnloos. Overal kwamen reacties vandaan. ‘Wat is ze opener en spontaner’. En ook de schoolprestaties schoten weer omhoog. Tijdens een uitgebreid onderzoek met een 24 uurs EEG scan kon ik ook niet trotser zijn. Ze onderging het met een lach, ze leek er zelfs een beetje lol in te hebben. Ze wilde samen spelletjes spelen. Ze gaf antwoord op de vragen van de dokter. Ze wilde samen gezellig kletsen. Ze had een open blik en positieve kijk op het leven. Het klinkt misschien gek, maar zo kende ik mijn dochter niet.

Ondanks dat ik ontzettend blij was om mijn kleintje medicijnvrij te zien, bleven de absences aanhouden en er kwamen zelfs weer een aantal ‘grote’ epileptische aanvallen voorbij. Ik nam ze voor lief en besloot om te gaan genieten van een fijne zomervakantie. De uitslag van het onderzoek zou immers na de vakantie plaatsvinden, meer konden we toch niet doen.

Maar toen werd ik een week voor de vakantie gebeld door de arts die zijn zorgen uitsprak en vond dat het noodzakelijk was om te gaan starten met een medicijn. Mijn eerste reactie was, ‘Hoezo is het zo ontzettend noodzakelijk? Het is immers niet levensbedreigend, toch?’ Een reactie die wel te maken zal hebben met eerdere ervaringen… En daarbij, ik genoot nu zo van mijn meisje zoals ze was. De arts merkte mijn terughoudendheid, maar wilde toch graag voor de vakantie nog afspreken en starten met medicijnen.

Tja en als de echte specialist zoiets aanbeveelt, ga je er uiteindelijk toch maar weer in mee. Weer starten met medicijnen dus. En ja, de medicijnen lijken aan te slaan. Vrijwel geen absences meer en ‘grote’ aanvallen blijven misschien ook wel weg. Wat fijn! Wat een vooruitgang.

Maar ondertussen doet het pijn in mijn hart. Ik zie mijn kleintje namelijk regelmatig vechten met zichzelf. Ik zie haar veranderen onder mijn neus. Is het gewoon de leeftijd? Gaat ieder kind door zo een fase? Of zijn het toch de medicijnen?

Ook ik voer een innerlijke strijd. Ik kan het misschien wegnemen, maar daar staat dan wel iets tegenover…