Veroordeel ze niet, het zijn ‘maar’ jongens

Ik ben een jongensmoeder en ik voel ze branden. De ogen. De ogen vol afschuw maar ook vol met nieuwsgierigheid. Een ramptoerist. Eigenlijk willen de ogen wegkijken, maar er gebeurt teveel. Teveel om te zien, teveel om over te verbazen. En wederom, te nieuwsgierig.

Wat verschrikkelijk moet dat zijn. Moeder van alleen maar jongens. Een jongensmoeder.

Het zal je misschien verbazen, maar ik ben net als alle andere moeders. Alleen heb ik heel veel staande plassers in mijn huis. Vier om precies te zijn, vader meegerekend.

Vier jongens, lieverds, bengels, knapperds, drie kleintjes, één grote, mijn mannen. 

Je bent nieuwsgierig naar mijn huis is het niet? Je verwacht zeker een rommel, een gigantische puinzooi. En ik zal niet liegen, het hebben van drie jongens en een man betekent inderdaad meestal chaos. Sterker nog, soms denk ik zelfs dat ik raak ik gewend ben geraakt aan de mannengeur. Ik ruik het namelijk al niet meer.

En je ergste nachtmerrie is zeker binnentreden in mijn badkamer? Wanneer de grote jongen al geeneens in de pot kan piesen, hoe zullen de drie kleine mannetjes richten dan? En inderdaad, ze zijn nogal van het wild plassen. Niet zo zeer op de wc, maar in de bosjes. Of in tegen een boompje. Of ach ja, als er geen boompjes of bosjes zijn, dan maar tegen een hek. Het scheelt mij in ieder geval weer een aantal spetters naast de pot.

Zielig hé, voor mij… Dat ik nooit met de poppen spelen kan. Of lekker kan freubelen met knutselspulletjes en DIY projectjes. Nu mag ik nooit meer met Barbies of My Little Pony’s spelen. Nee, ik moet het doen met die pokke-pokémon en achterlijke Transformers. Arme ik, geen bal aan dat jongensspeelgoed.

Het zijn geen aannames, het zijn opmerkingen die ik de afgelopen jaren te horen heb gekregen.
‘Het zal wel behoorlijk stinken bij jou thuis.’
‘Ik wil jouw badkamer niet zien.’
‘Oh wat sneu, alleen maar jongensspeelgoed.’

Veroordeel ze niet, mijn jongens.

Ik hou van het onkruid dat ze voor mij plukken. Ik hou van de afgeraffelde cadeautjes die ze voor mij maken. Ik hou van de veel te harde en ruige knuffels die ze mij geven.

Mijn jongens zijn mij kostbaar. Alle drie (vier). Net zo kostbaar als jouw kinderen. Jongen of meisje.

Mijn jongens zijn welkom, ze mogen er zijn. Stuk voor stuk. Ook wanneer ik de ogen voel prikken, de blikken voel branden. De opmerkingen ‘wat erg voor je tussen al die jongens’, of ‘ik ben blij dat ik jou niet ben’. Ik ben niet zielig, ik ben bevoorrecht.

Ik voel kleverige handjes die mijn hand vastpakken. Ik voel warme wangetjes die de mijne raken. Ik hoor ‘mama ik vind jou lief’ uit de meest mooie smoeltjes komen.

Veroordeel ze niet, het zijn ‘maar’ jongens. Mijn jongens.

Afbeelding: Shutterstock

Previous ArticleNext Article

7 Comments

  1. Weet je wat ik altijd zeg? ‘Die jongens zijn allemaal grote mama’s kindjes, heb ik effe geluk…’ 😉 Legt hen meteen het zwijgen op 😀

  2. Weer een heerlijk verhaaltje Linda, je kunt er wat van! Natuurlijk ben je trots op je 4 knullen! Ga zo door , ik lees het graag!

  3. Geweldig om jongensmoeder te zijn heb zelf 4 zonen en dan mijn man nog zou niets liever willen

  4. Ik ben dolblij met mijn zoon… zou hem nooit willen ruilen met een dochter.. laat hem maar lekker langs de pot poetsen ik ben een happy mom

  5. Klinkt zo bekent ik hou ook zo veel van mijn mooie jongens 4stuks 3klein 1 grote (mijn man)
    Scheten laten, trek is aan me vinger grappen