Kamperen is voor gekken

Ik zal meteen maar met de deur in huis vallen: ik ben gek.

Ook mijn ouders waren gek, want ik heb het van huis uit meegekregen. Oké, mijn ouders waren nog ietsje gekker, want die dachten dat het wel leuk zou zijn om dit tafereel met de fiets te doen. Sorry pa en ma, jullie weten hoe ik erover denk.

Het gekke is, dat heel veel mensen het doen. Normale, redelijk moderne, zelfs leuke mensen. En het gebeurt allemaal vrijwillig. Is iedereen dan gek geworden?

Want even serieus, je moet er echt een beetje gek voor zijn. Kamperen. En dit is waarom: 

Het toilet

Met een beetje pech loop je met een wc rol onder je arm richting een aftands toiletgebouwtje. Iedereen die je ziet gaan, weet hoe laat het is, of denkt bij zichzelf ‘neem niet hokje nummer twee, want daar heb ik zojuist even zitten bouten’. Echt, leven in een gezin met kinderen biedt nog meer privacy.

Maar er zijn ook luxe toiletgebouwen op de camping. Ja heus! Wanneer de rol wc papier al op het toilet hangt, noemen ze dit luxe! Wat overigens weer niet zo een luxe is, wanneer je diegene bent die net naast het laatste vel grijpt. En dat is dan weer erg onhandig wanneer het na vier dagen eindelijk lukte om die dwarse drol eruit te laten.

Poepen op de camping. Ik weet niet, ook al ben ik na drie bevallingen alle schaamte voorbij, het voelt toch een beetje als de eerste keer dat je de wc deur open hield in het bijzijn van je nieuwe vlam.

Om over de hygiëne nog maar te zwijgen. Want al doen de schoonmakers van de camping nog zo hun best, wanneer er net een kind voor je is geweest, houd je de boel liever nog maar even op. Want het wegvegen van je eigen kind z’n uitwerpselen is tot daar aan toe, maar dat van een wild vreemd kind. Neh.

En dan te bedenken dat je thuis, één of misschien wel twee wonderschone toiletten geheel tot je beschikking hebt. Zijn we gek of zo?

Insecten

Ik weet het, we krijgen steeds meer bewondering voor de diertjes. Zelfs zoveel dat ze inmiddels bij de Jumbo in het koelvak liggen. Maar ik heb ze toch liever niet te dichtbij mijn hoofd wanneer ik lig te slapen. In een tent is dat onvermijdelijk. Hoe gek moet je zijn om vrijwillig te gaan slapen met de grote kans dat er een duizendpoot over je voorhoofd wandelt.

Of wat dacht je van alle insecten bij, ja daar hebben we het weer, de toiletgebouwen!? Dat je midden in de nacht even plassen moet en je nu niet weet of je werkelijk bij het toiletgebouw bent aangekomen, of in een nachtmerrie terecht bent gekomen. Wat een beesten ontwaken er ’s nachts opeens!

Een tent

Comfort en privacy, het zijn best fijne dingen toch? Nou, je vindt ze niet in een tent. Waar je thuis alle deuren op slot draait en het alarm aanzet om alle inbrekers en seriemoordenaars weg te houden en vervolgens in je kingsize bed met comfortabele matras stapt, doe je tijdens het kamperen de rits naar beneden en duik je gebogen op je luchtbed, of erger nog op je matje. En dat terwijl je nog geen drie meter verderop een wildvreemde Duitser in zijn tent hoort snurken.

Op hoop van zegen. Echt, stelletje gekken!

En toch doen we het

En ondanks dit alles, doen we het toch ieder jaar weer. Omdat we gek zijn? Misschien, het zou kunnen. Maar ook omdat de frisse lucht, de natuur en kamperen je een gevoel van vrijheid geven. En niet alleen ons als ouder, ook de kinderen hebben alle vrijheid om te ontdekken, om vies te worden, om te spelen en om vriendschappen te sluiten.

Lekker back to basic. Terug naar waar het werkelijk om draait. Zo gek is dat toch ook weer niet?

Previous ArticleNext Article