Hij is een vader, geen idioot

 

Regelmatig hoor ik uitspraken om mij heen als ‚mijn man past op’ of ‚het is papadag’. Mijn haren gaan altijd een beetje recht overeind staan als ik zulke dingen hoor, want ik denk dan bij mijzelf? ‚Huh? Als je samen bent, let je kerel dan niet op of zo? Of is hij de andere dagen, als het dus geen papadag is, geen papa? Wat is hij dan? De melkboer? Een vreemdeling die bij je op de bank hangt? Wat?’ En op het moment dat hij opstaat en iets met de kinderen gaat doen, krijgt hij dan een applaus?

Gendergelijkheid.

Als ik om mij heen kijk dan is de gendergelijkheid, zoals ze dat zo walgelijk noemen, nog ver te zoeken. We denken wel dat we allemaal zo gelijk zijn en gelijk behandeld worden, maar als we een jongetje in een prinsessenjurk of met nagellak zien rondlopen, dan puilen de ogen bijna uit ons hoofd.

Voor vrouwen

En voor vrouwen is er ook nog maar weinig gendergelijkheid te vinden en niet alleen op de werkvloer, maar ook in het sociale leven. Want als een vrouw kiest voor een carrière in plaats van bij de baby te zijn, dan ontbreken er toch wel wat moedergevoelens of niet dan? Maar gaat een man een dagje minder werken om papadag te kunnen vieren, dan is dat toch wel de meest betrokken en liefdevolle vader die er is. Beetje krom als je het mij vraagt. 

Maar goed, dan vraag je het ook aan iemand bij wie de rollen thuis echt volledig gelijkmatig zijn verdeeld. Mijn en man en ik zijn zeer gelukkig getrouwd en we hebben daarna vier kindjes gekregen. Dat is flink aanpakken, zeker wanneer je allebei een drukke baan naast het gezin hebt. Ons leven vergt wat planning en samenwerking en soms moet je handelen alsof je een alleenstaande ouder bent.

Gewoon papa

Zo zijn de ochtenduren voor mijn man. Hij maakt het ontbijt klaar, hij zet de lunchtrommels klaar, hij zorgt dat de kinderen er netjes en verzorgt bijlopen en hij brengt de kinderen naar school. Soms maakt hij het avondeten klaar en op zijn dagen brengt hij de kinderen naar hun clubjes. Niet als een ‚super papa’ of als in ‚papadag’, nee gewoon als een vader.

En natuurlijk waardeer ik het dat hij alles aanpakt, maar uitzonderlijk vind ik het niet. Ik bedoel, hij is een vader, geen idioot. Toch zijn sommige mensen geschokt als ik vertel over wat mijn man allemaal doet. „Vindt hij dat allemaal wel leuk dan om te doen?” Ik zal je vertellen, ik was niet alleen toen al die vier kinderen verwekt werden, zeker weten dat hij gewoon helpt en dat dat geen uitzondering is. Hij wil een gezin, ik wil een gezin. Hij wil een carrière, ik wil een carrière. Wij doen dat samen.

Oppas

Als ik ’s avonds een uurtje ga sporten, als ik voor mijn werk een middagje weg moet, als ik met mijn vriendinnen een filmpje wil pakken, dan regel ik een oppas of een opa of oma om op te passen. Of mijn man is thuis. Niet om op te passen, maar gewoon omdat hij een ouder is en ouders passen niet op, die zijn er gewoon.


Afbeelding Shutterstock
2016/2024

5 onhandige kinderkleding feitjes

Zoals jullie misschien wel weten, ik ben dol op kinderkleding! Ik ben dol op het shoppen, op het zoeken naar de pareltjes en ik ben dol op het kleden van mijn kleintjes. Soms kan ik ze wel opvreten als ik ze in dat ene jurkje of die ene trui zie spelen. Ik kan daar echt van genieten.

Zo dat is duidelijk. Toch? 

Lees meer
column rommel moeder

Val niet op je kanis

Ik kijk om me heen en ik vraag het me serieus af… Waar komt al die zooi vandaan? Had ik niet een uur geleden de hele vloer leeggemaakt? Wat doet die hoop zand daar? En die papiertjes?

Ik kan wel janken. Echt. Ik wíl het wel schoon en netjes houden, maar het is gewoon niet haalbaar. Echt niet.

A4’tjes, speelgoed, stoeltjes, plakband, halve spelletjes, etensresten, noem maar op. Mijn huis is er het voorbeeld van dat opruimen met kleintjes in de buurt een onmogelijke taak is. Is het een keer opgeruimd, dan is dat voor een korte tijd. Een zéér korte tijd. Want zodra die kleine gremlins door mijn woning stormen, maken ze binnen no time een nog grotere bende dan voor ik begon met opruimen. O ja, en dat noemen ze dan spelen. 

Lees meer
moeder zijn je doet het goed

Voor wie het horen moet… Je doet het goed!

Moeder zijn valt niet mee, het kan zelfs behoorlijk freaking ingewikkeld zijn. Je leert jezelf behoorlijk kennen, je hoort je eigen moeder door jezelf heen en bij het wakker worden ben je al moe. Precies wat ik zeg, ingewikkeld. Maar hé, er is goed nieuws. Je verprutst de boel lang niet zo erg als je denkt. Zolang je maar geeft om je kleintjes, doe je het fantastisch. Echt. Lees maar.

Je hebt geen idee wat je doet en toch doe je het! Dat bewijst toch maar dat je je eigen onzekerheid opzij zet en probeert uit te vinden wat het beste voor je kleintje is, ook al heb je geen idee.

Je bent onzeker en bang en toch doe je het! Oftewel; je bent moedig! ‘Geen angst voor gevaar tonend’. Dat ben jij en je doet het goed!

Je speelt de meest saaie spelletjes met je kleintje. Als ze na 86 keer memory ‘nog een keer, nog een keer’ roept, dan zet je jezelf er overheen en speel je nog een spelletje met je kind. Of je doet dat niet, het maakt je geen slechtere moeder. Ik was bij potje nummer drie al afgehaakt.  

– Je geeft je kind te eten. Elke dag weer geef je je kind te eten. En als ze baby zijn, zelfs ’s ook nachts! Ondanks dat je kookkunsten niet gewaardeerd worden, sta je toch elke avond wéér in de keuken. Dat is pas liefde.

– Je kleedt je kind aan. Zeker in de winter. Je laat je kleintje niet in zijn blote kont rondlopen. Blote benen misschien, maar dat is een ander verhaal. Zo blijkt maar weer dat je ook een goede verzorgende moeder kan zijn.

– Je gaat liever iets met je kind doen, dan die kilometer was wegwerken. Ook al is dat samen een potje Super Mario spelen. Je kind zal het waarderen.

Je gaat liever iets met je kind doen, dan de vaat van het aanrecht wegwerken. Ook al is dat samen nog een potje Super Mario spelen. Je kind zal het waarderen.

Je gaat liever iets met je kind doen, dan de trap opruimen. Ook al is dat samen nóg een potje Super Mario spelen. Je kind zal het waarderen.

Je luistert naar de verhalen van je kind. Zelfs als je het voor de twintigste keer hoort of als het voor de zoveelste keer over dino’s begint, dan nog weet je te doen alsof je geluisterd heb.

Je bent de master in het Googelen. Als je kleintje ziek is, weet je de dokter al te vertellen wat er mankeert. Met dank aan Google weet je elk vlekje, poepje en snotje te onderscheiden. Ook dat is geven om je kleintje.

– Je troost je kind als hij ziek is. Je bent op je best met een ziek kind! Je knuffelt, je verzorgt en vooral; je doet het dutje met hem mee.

– Je hebt geaccepteerd dat uitslapen er voorlopig niet meer in zit. Maar serieus, vergeet dat maar de komende jaren. Je kunt nu beter tijd investeren in het leren slapen met je ogen open. Echt, dat werkt! En anders heb je altijd nog de power-naps.

Je gunt je kinderen alles, maar dan ook alles. Maar je weet dat je ook ‘maar een mens’ bent en fouten maakt. Deze fouten durf je toe te geven en je begint weer opnieuw (ook al is dat 20x per dag) om de meest geweldige moeder van de wereld te zijn.

Voldoe je aan minimaal drie van de bovenstaande stellingen? Je doet het goed mama!


Afbeelding: Shutterstock
2015/2024

Even bij ze liggen tot ze slapen

Ik heb úren en úren naast mijn kinderen gelegen in de hoop dat ze snel in slaap zouden vallen, wat meestal resulteerde in een slapende moeder en een wakker kind.

Ik heb gedaan alsof ik sliep, in de hoop dat mijn kleintje sneller in slaap zou vallen. Ik heb gekriebeld tot ik een lamme arm had. Ik heb genegeerd en op mijn telefoon gekeken voor vermaak. Ik heb mezelf opgevreten en mezelf voor gek verklaard. Waarom blijf ik hier wachten tot ze in slaap vallen? ‘Normale kinderen’ kunnen toch ook gewoon zelf in slaap vallen? Wat doe ik hier?  Lees meer

ruim je kamer op

Ruim je kamer op!

Ik hoor mijn moeder het nog zeggen. Ruim nou eens je kamer op. Jaja, ik ruim mijn kamer op, dacht ik dan.

Vervolgens ging ik naar boven, naar mijn kamer. Waar ik mezelf in de spiegel zag en dacht, ik ga even een leuke staart in mijn haar maken. Of ik doe even een leuk dansje. Een leuk dansje is nog leuker in dat ene jurkje en dus trek ik nog een stapel uit mijn kast, want het leuke jurkje waarin ik dansen wil voor mijn spiegel, ligt onderop. Hmmm, het is wel heel veel werk om die stapel netjes te krijgen, ik leg het wel even op de grond…

De geschiedenis herhaalt zich. Nu ben ik het die zegt: Ruim je kamer nou eens op. Ok, laat ik wel eerlijk wezen, ik zeg het misschien ietsjes anders. ‘Sjongejonge… Jonge, WAT een bende. Ruim die zooi in je kamer op!’

Mijn 7-jarige hoort me aan en gaat een poging doen om de chaos te ordenen. Ze begint met een stapel papieren midden op de grond. ‘Oh, dat is een leuke tekening, die leg ik wel even op mijn bed’, hoor ik haar van een afstand denken. ‘Oh en op dat blaadje kan ik nog wel wat meer tekenen.’  En ze gaat driftig op zoek naar wat verdwaalde stiften die verspreid over de vloer liggen. Tijdens haar driftige zoektocht komt ze nog wat boekjes tegen die niet verplaatst worden naar de boekenplank, maar recht naar achteren worden gemikt.

Terwijl ik toevallig nog een keer langs haar kamertje loop, blèr ik het nog maar een keer. Deze keer wel alleen met de woorden: ‘Ruim je kamer op!’

Oh ja, dat is wat ze aan het doen was. Ja maar… Wat er nu van haar verwacht wordt, is een onmogelijke taak. Want hoe moet ze deze kamer nu opgeruimd krijgen? Al starend lukt het in ieder geval niet, is ze achter gekomen.

Vervolgens is het eten klaar, moeten we naar zwemles of is het simpelweg bedtijd. Er is altijd wel iets belangrijker dan het voortzetten van de opruimsessie. En zo blijft het een bende op de kamer.

Zoals ik al zei, de geschiedenis herhaalt zich. Toch heb ik van de geschiedenis geleerd. Het gaat namelijk niet gebeuren. Nu kan ik, zoals mijn moeder dat deed, toch zelf elke week die kamertjes op gaan ruimen. Òf ik schuif het speelgoed en de zooi opzij, zorg voor een brandveilig pad, zodat ze bij nood kunnen ontsnappen en ik vind het verder wel prima. Elke kamer heeft tenslotte een deur, en met de deuren dicht zien de kamertjes er heel netjes uit.


ruim je kamer op

Afbeelding: Shutterstock / pathdoc
Update: 2015/2023

Mensje, wat ben je mooi!

Soms bevliegt het idee van ‘ik heb kinderen’ me weleens. Dan vraag ik me af op wat voor wereld ik ze eigenlijk gezet heb. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van ze, ik wil ze nooit meer kwijt. Maar wat heb ik ze in vredesnaam aangedaan?

En het leven is mooi. En leuk. En fijn, ik kan er echt van genieten. Maar soms is het leven ook minder mooi. Niet zo leuk. Absoluut niet fijn en is het genieten ver te zoeken.

We leven in een wereld vol met onrealistische verwachtingen, gekke eetstoornissen, er wordt gepest en er is groepsdruk. Natuurlijk, dit gebeurde allemaal ook toen wij kinderen waren. Maar was dat leuk? Nee!

En toch gaat het leven vandaag de dag een tandje sneller. Ik als moeder kan het maar nauwelijks bijbenen. Wat is realiteit, want wat we voortdurend voorgeschoteld krijgen, is grotendeels een verkeerd beeld van de realiteit, op tv, in de bladen, op je beeldscherm en zelfs langs de weg op billboards.

En het grijpt me bij de keel, ik vind die onrealistische wereld helemaal niet leuk!

Wanneer ik een achtjarige hoor zeggen dat hij een sukkel is omdat hij een bril draagt. Dan wil ik tegen hem zeggen: ‘Mensje, wat ben je mooi!’

Wanneer ik een zevenjarige hoor zeggen dat haar benen te dik zijn. Dan wil ik tegen haar zeggen: ‘Mensje, wat ben je mooi!’

Wanneer ik een zesjarige tegen een andere zesjarige hoor zeggen, jij mag er niet bij want je haar is lelijk. Dan wil ik tegen ze zeggen: ‘Mensjes, wat zijn jullie mooi!’

Ja mensjes, jullie zijn allemaal mooi. En uniek! En laat niemand je wijsmaken dat dat niet zo is. Dat je er niet mag zijn. Dat je lelijk bent omdat je het verkeerde kapsel, de verkeerde kleur ogen, of de verkeerde beenlengte hebt.

Elk mensje is mooi!

Schoonheid is niet alleen wat je ziet. Schoonheid is ook wat je voelt, wat je ervaart, wat je bezit en wat je deelt. En elk mensje is mooi!


column mensje wat ben je mooi

Afbeelding mooi meisje: Shutterstock
Update: 2016/2023

Mijn dochter de beelddenker?

Wanneer de ontwikkeling van een kind verloopt zoals het behoort te verlopen, dan is het helemaal niet nodig om op onderzoek uit te gaan over hoe het er allemaal in het brein van je kleintje aan toe gaat. Maar wanneer je kleintje ‘anders is dan de rest’ dan willen we graag een reden, een oorzaak, een hokje of sticker, hoe je het ook noemen wil.

Dat hokje kan een richtlijn zijn, een bevrijding voor ouder en kind. Maar voordat je daadwerkelijk in het juiste hokje beland bent, heb je al vele andere hokjes bezocht, maar die bleken niet het juiste hokje.

Mijn dochter heeft epilepsie, dat staat vast. Haar epilepsie veroorzaakt het één en ander aan probleempjes op school. Door haar absences mist ze weleens het één of ander. Zo mist ze bijvoorbeeld een deel van de uitleg van de rekeninstructies of wanneer ze een dictee maken en de juf de woorden opnoemt, kan het zo zijn dat ze het woord volledig misloopt. Dit zie je terug in het eindresultaat. Doordat vaststaat dat zij epilepsie heeft, wordt hier rekening mee gehouden en kan zij, ondanks de absences gewoon deze leerweg blijven volgen.

Maar toch blijft ze moeite houden met het rekenen. Het hoofdrekenen en automatiseren van de tafels lukt maar niet. De absences kunnen hier een hinder in zijn, maar toch ben ik wat verder gaan zoeken.

Ik kwam uit bij het beelddenken

Lees meer
drukke kind

Opkomen voor het drukke kind

Hij komt overal bovenuit. Hij staat meestal vooraan, of ergens aan de zijkant te springen. Hij is aanwezig, hij is ondernemend, hij valt op. Leerkrachten, andere moeders, familieleden, mensen in de de supermarkt, ze kijken hem met grote ogen en opgetrokken wenkbrauwen aan. Ze staan in de startblokken om een oordeel te vellen. Een oordeel over de opvoeding. Een oordeel over hem.

Hij is een druk kind. 

Lees meer
pesten kind

Je geeft maar een mep terug!

Het floepte er zo uit voor ik er erg in had. Deze woorden echoën nog in mijn hoofd, een plotselinge ontlading van maandenlang opgekropte frustratie. Mijn advies aan mijn dochter, “Geef haar maar een keer een mep terug!”, was een breuk met alles waar ik in geloofde en haar tot nu toe had geleerd.

Ik zag haar dagelijks figuurlijk worstelen met dat vervelende, pestende meisje. Keer op keer probeerde ik haar te leren negeren, voor zichzelf op te komen, en duidelijk te maken dat zulk gedrag niet acceptabel is. Maar hoe vaak kun je als moeder dezelfde raad geven? “Negeer haar”, “ze is het niet waard”, “ze vraagt alleen maar om aandacht.” Het klinkt zo makkelijk, maar voor een kind is het verre van gemakkelijk.

Slachtoffer en pester

Het breekt je als ouder. Je ziet je kind lijden, je voelt je machteloos. En daar was het dan, dat ene moment van zwakte waarop ik suggereerde terug te slaan. Ik wist dat het fout was, maar de realiteit van het pesten maakte me radeloos.

Wat me opvalt, is hoe snel we geneigd zijn om de focus te leggen op de reactie van het slachtoffer. We proberen het eerst zelf op te lossen, gaan naar de leerkracht, maar wanneer wordt er daadwerkelijk ingegrepen bij de pester zelf? Zijn er genoeg maatregelen tegen het pestgedrag?

Kanjertraining

Ironisch genoeg bevond ik me dezelfde avond op een Kanjertraining avond van de school. Een programma gericht op het bevorderen van vertrouwen, veiligheid, sociale vaardigheden, en het hanteren van oplossingsstrategieën bij pesten. Daar zat ik dan, met mijn ‘goeie’ advies, terwijl het duidelijk werd gemaakt dat terugslaan nooit de oplossing is.

Ik voelde me klein, spijtig. Had ik mijn eigen principes niet moeten vasthouden? “Zeggen dat je het niet leuk vindt, loop ervan weg, ze is het niet waard.” Mijn woorden waren overstemd door mijn diepste moedergevoelens met de wens om zelf die pester eens flink op haar plek te zetten.

En zo blijkt maar weer, niet alleen opgroeien gaat met vallen en opstaan. Het opvoeden ook.


Afbeelding: Shutterstock
2016/2023