Een hond is geen kind

hond is geen kind

20.00 uur, de kleintjes liggen op bed en ik ben klaar om op de bank te ploffen. Eindelijk, mijn avond begint. Denk ik.

Potverdorie! Heeft ze nou weer stiekem op de bank gelegen? Wat een boefje is het toch. Als ik haar toch een keer op heterdaad betrappen kan, dan leert ze het wel af.

Voor de laatste keer vandaag trek ik de stofzuiger uit de kast en zuig het hondenhaar op de bank maar weer eens grondig op. 20.30 uur, eindelijk mijn avond kan beginnen.

Ik pak mijn drankje en zap wat langs de zenders van tv. Wat een crap-programma’s maken ze toch weer en automatisch vind ik mijn weg naar Netflix. Waar zullen we nu eens aan beginnen? Een filmpje tussen het bingewatchen door is ook weleens leuk. I don’t feel at home in this world anymore? Doen we!

“Euwww, euwww?” Een natte snuit drukt vragend tegen me aan. “Wat wil je Lily?”, vraag ik haar alsof ik een antwoord verwacht.”Euwww, euwww?”, daar moet ik het mee doen. “Wil je aandacht?”, vraag ik volstrekt nutteloos. Maar wederom komt er enkel een “Euwww, euwww?” uit. “Oké, oké, we gaan spelen. De film kan toch niet slechter worden.” 

Natuurlijk is een hond geen kind!

Een hond is geen kind zeggen ze weleens. Dat geldt natuurlijk vooral voor ouders die geen hond bezitten. Het klopt ook wel, natuurlijk is een hond geen kind! Maar heb je weleens een hond gehad?

Voordat wij een hond namen, ja die neem je, die krijg je niet, kon ik me er niet zoveel bij voorstellen wat voor rol zo’n beestje in het gezin zou krijgen. Als kind hadden wij kippen, schapen en konijnen. Ik probeerde weleens een band op te bouwen met een kip of een konijn (schapen renden bij voorbaat al voor me weg), maar dat opbouwen kreeg geen kans, want de volgende dag was de kip of het konijn ‘plotseling’ spoorloos verdwenen. Of ik vond het koppie van mijn konijn en tien meter verderop een aangevreten rompje. Het waren de vossen die mijn band met mijn beestjes bruut verbroken. Hoe dan ook, echt hechten deed ik met mijn beestjes niet.

Met een hond is dat anders. Een hond neem je in huis, de kans dat deze ’s nachts opgevreten wordt, is daardoor al een stuk kleiner. Een hond wordt onderdeel van een gezin. Een hond is trouw en ja, je gaat je echt hechten aan zo een beestje.

Maar een hond is geen kind. Dat klopt nog steeds. Een hond is een hond. Maar wanneer je zegt dat het voelt alsof je hond je kind is, kan ik dat best begrijpen.

Een hond opvoeden lijkt namelijk verrekte veel op het opvoeden van een kind.

Hond opvoeden versus kind opvoeden

Het janken. Een baby communiceert onder andere door te gaan huilen. Hij heeft honger, hij wil aandacht, hij wil spelen, hij wil knuffelen. Kinderen leren uiteindelijk praten en dan wens je soms dat je het ze nooit had geleerd. Een hond zal nooit leren praten, maar je kunt ze wel leren te verstaan.

Ongelukjes. Ook een hond moet je zindelijk maken en dat gaat niet zonder ongelukjes. Het kan gebeuren, geeft niks. Hoewel het toepassen van een sticker-beloningssysteem bij een puppy geen nut heeft, zul je toch echt ook tijd moeten investeren in de zindelijkheidstraining. Uiteindelijk heeft het zindelijk maken van onze hond meer tijd gekost dan het zindelijk krijgen van onze kinderen.

Doorslapen. In deze is de hond mijn favoriete kind. Gaat ’s nachts niet janken, komt midden in de nacht niet klagen aan mijn bed en kruipt ook niet stiekem tussen ons in. Ik wil niet opscheppen, maar doorslapen deed ze binnen een week!

Eten Denk je dat je weet wat het lievelingsgerecht is, is het de volgende dag weer compleet anders. En ja, dit geldt ook voor onze hond! Het ene moment wil ze het liefst blikvoer, het volgende moment laat ze het staan en wil ze liever Acana brokken. Maar als jij iets lekkers in je handen hebt, dan staan ze naast je te bedelen. Ook dit geldt voor beide.

Vaccinaties en check ups. Ook honden moeten gevaccineerd worden en regelmatig een check up krijgen.

Gehoorzaam. Een gehoorzame hond krijg je niet vanzelf. Gehoorzame kinderen ook niet. Toch is de opvoeding van een hond net even wat makkelijker uit te voeren dan de opvoeding van een kind. Bij een kind duren die fases ook allemaal wat langer. Die ‘eigen wil’ is er toch minder makkelijker uit te rammen. Figuurlijk mensen, ik bedoel dat figuurlijk. Ik ram het er niet letterlijk uit.

Je krijgt er zoveel voor terug. Heel veel hondenharen op de bank (van de hond), heel veel rommel door het huis (meeste van de kinderen). Heel veel leven in de brouwerij. Heel veel chaos in je leven. Heel veel liefde en blijheid. Altijd iemand om je heen en altijd iemand die blij is om je te zien (de hond).

Een hond is geen kind? Ik vind dat iedereen dat lekker zelf mag bepalen.

Previous ArticleNext Article

2 Comments

  1. Ik zeg hier al eens dat onze hond het grootste kind van de hoop is. 😀 Mensen zonder honden begrijpen dat gewoon niet 😉