Kinderen roepen voortdurend om hun moeder. Er is ook al menig tegeltje van gemaakt.
“Mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama!
Er was een dag dat je applaudisseerde als je kleintje dat zei.”
En weet je wat het is, het is ook nuttig voor ze om hun moeder te roepen. Moeder reageert namelijk altijd. Zelfs wanneer ze vastbesloten is om niet te reageren. Eigen schuld.
Het vervelende is alleen, dat wanneer kinderen hun moeder roepen, het altijd van ver is. Vanuit de slaapkamer, terwijl moeder in de keuken staat. Vanuit de tuin, terwijl moeder op het toilet zit. En dan ook nog verwachten dat jij naar hen toekomt. Hoe moeilijk is het om even naar je moeder te lopen met je dringende vraag?
Want dringend zijn de vragen zeker. Dit zijn namelijk de redenen om je moeder te roepen.
MAMA!
1. Ik heb honger. > We hebben net gegeten!
2. Kijk eens wat ik heb gemaakt. > Oh, weer een mislukte tekening van een eenhoorn.
3. Ik heb geknoeid. > Boeiend, het is water!
4. Wil je mijn sokken pakken? > Sokkenbak staat voor je neus!
5. Waar is mijn knuffel? > Waar je hem zelf gelaten hebt.
6. Hoorde je mijn scheet? > Nee, ik ruik hem nu wel.
7. De tandpasta is op. > Je moet erin knijpen.
8. Mag ik een snoepje? > We hebben net gegeten!
9. Kijk, ik kan een radslag. > Heel goed, oefen nog maar even door.
10. Kijk, dit komt uit mijn neus. >OMG
11. Weet jij waar dat papiertje is wat ik drie weken geleden had uitgeknipt. > Zucht. Wat denk je zelf?
Mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama!
12. Mag ik iets lekkers? > We hebben net GEGETEN!
13. Ik weet niet wie ik voor mijn partijtje moet uitnodigen! > Je hebt nog negen maanden om daarover na te denken.
14. Maar ik weet ook niet wat ik nou wil doen op mijn feestje. Ook daar kun je nog negen maanden over nadenken.
15. Mag ik een pleister? > Heb je bloed?
16. Mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama! Ik wist niet waar je was! > Nou hier dus.
17. Wil je mijn fiets pakken? > Tuurlijk joh!
18. Ik stond op een slak. > Ow.
19. Ik wil je iets vertellen, maar ik weet niet meer wat. > Lekker dan.
20. Wat is je tweede favoriete ijssmaak? > Wil je niet eerst mijn eerste weten?
21. Waar is mijn lievelingsworm die hier vorige week lag? > Lievelingsworm?
22. Mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama! KOM SNEL! > Wat is er, wat is er?
23. Ik zag een vlieg! > WTF.
24. Mag ik een chocolaatje? > We hebben net… Neem maar een appel.
25. Wat gaan we eten? > Hussen met je neus ertussen.
26. Ik heb jeuk op mijn rug. > Dan moet je krabben.
27. Wanneer is het Pasen? > Dat is het net geweest.
28. Wat zit er aan mijn vinger? > Echt, ik wil het niet weten!
29. Mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama, mama! Waar ben je? > HIER!
En héél soms dan roepen ze papa:
30. PAPA! Waar is mama?
Afbeelding: Shutterstock